2e brief aan Geert

Geert de Korte is godsdienstdocent op een reformatorische school, hij reageerde op mijn oproep aan oa. leraren om lef te tonen rondom homoseksualiteit.

Geerts 1ste brief
Mijn 1ste reactie
Geerts 2e brief
Mijn 2e reactie
Geerts laatste brief
Mijn laatste reactie
Lees hieronder mijn 2e reactie:


Beste Geert,

Met de woorden van Paulus waarmee je begint raak je de kern van de christelijke heiliging. Het lijkt alsof Paulus het over uiterlijkheden gaat hebben, maar dan blijkt het om de (innerlijke) verandering van onze gezindheid te gaan. Verderop in je brief maak je dat praktisch door vanuit het ‘rechtbankgebod’ tegen valse getuigenissen breed te pleiten voor een ‘waarachtig leven’. Dat is denk ik het verschil tussen leven naar de letter en leven naar de Geest, waar Paulus in diezelfde brief over schrijft.
Dat ‘gij geheel anders’ van Paulus zie ik concreet voor me met twee auto’s bij een stoplicht. Van buiten is er geen verschil: zelfde merk, zelfde kleur, zelfde man in pak achter het stuur. De een is een christen, de ander niet. Is die christen niet wereldgelijkvormig? Dan gaat het licht op groen, de weg versmalt, de ene auto geeft ruimte, de ander scheurt er vandoor en neemt ruimte. Als die laatste de christen zou zijn, dán is hij wereldgelijkvormig omdat zijn innerlijke gezindheid gericht is op zichzelf.

Wij leven in de postmoderne west-europese cultuur. Die heeft invloed op ons. De kleding die we dragen, de vervoersmiddelen die we gebruiken, de momenten waarop we onze tandenpoetsen, aan de buitenkant is het vaak niet te zien dat we christen zijn. Tegelijk leven we ook in een reformatorische kerkelijke cultuur, ook die heeft invloed op ons. Een kerkelijke cultuur is niet in alles ook een christelijke of  Bijbelse cultuur. Als gereformeerd christen geloof ik dat de kerk altijd opnieuw gereformeerd moet worden. Door de decennia en de eeuwen heen sluipen er eigen opvattingen in het geloof, zowel van de liberale als van de conservatieve kant.
Je vraagt of de aanvaarding van homo-relaties niet een gevolg is van seculiere, postmoderne invloeden. Een terechte vraag, die invloed zal er zijn. Gek genoeg was dat bij mij niet het geval. Het was mijn orthodoxe drijfveer om over het Evangelie te kunnen praten in onze tijd dat ertoe leidde dat ik de Bijbel op dit punt echt ging bestuderen. (In 2016 schreef ik een klein autobiografisch blogje hierover).

Maar of het nu orthodoxe, conservatieve of liberale invloeden zijn die ons aan het denken zetten, het gaat uiteindelijk om wat er werkelijk in de Bijbel staat. Daarover moeten we met elkaar in gesprek gaan, vanuit het bewustzijn dat we allemaal beïnvloed zijn. De christelijke gezindheid om de ander uitnemender te achten dan jezelf. Dan wil je horen wat die ander te zeggen heeft. Misschien kan hij mijn eigen subjectiviteit corrigeren, me helpen de Bijbel beter te begrijpen.
Een ander middel om onze overtuigingen te toetsen is te kijken naar de vruchten ervan. We kunnen zo zeker zijn van onze ideeën, maar als het in de praktijk tot het kwade leidt kan die werkelijkheid ons overtuigen. Want dan kunnen ze niet van God zijn. Dan moet ik mijn wil wel aan de Bijbel hebben opgelegd. Want de liefde doet de naaste geen kwaad.

Het bijzondere van menselijke seksualiteit is dat het, in tegenstelling tot dierlijke seks, niet alleen om voortplanting draait. Mensen gaan ook met elkaar naar bed buiten de vruchtbare perioden. Seks draait niet alleen om genot, maar ook om vertrouwen en verbinding. Daarom is er ook zo’n groot verschil tussen seks buiten en binnen een huwelijk. In Genesis 1 wordt de voortplanting los van de seksualiteit genoemd, in Genesis 2 gaat het over seksualiteit zonder dat de voortplanting wordt vermeld. Ik denk dat je de Bijbel overvraagt als je stelt dat beiden normatief bij elkaar horen. Kan dat een gevolg zijn van een kerkelijke cultuur die haar mening aan de Bijbel opdringt?
De vraag aan ons is hoe wij vanuit een christelijke gezindheid kunnen leven in de cultuur van nu. Dan gaat het niet om uiterlijkheden. Een hetero-huwelijk heeft zo’n christelijke gezindheid pas als de partners trouw zijn, elkaar een tegenover zijn waarin ze elkaar aanvullen, tegenspreken, troosten, en verantwoordelijkheden delen. Zo’n gelijkwaardige relatie kan een volwassene niet met een kind aangaan.

We lezen dat koning Joas deed wat juist was in de ogen van de HEERE onder leiding van de priester Jojada die hem 2 vrouwen gaf. Joas mocht niet slechts ‘bestaan’ ondanks zijn polygamie, hij deed ook daarin wat juist was! In zijn cultuur kon een patriarchaal polygaam huwelijk op juiste wijze geleefd worden. Dat is voor mij het verrassende van God: Hij komt naar ons toe. Zijn Naam is Ik Ben (erbij) en God met ons. Paulus vraagt ons niet om niet een reformatorische tegencultuur te vormen met eigen gebruiken en huwelijken, maar om binnen onze cultuur die gezindheid te hebben van liefde voor God en onze naaste. Dat is volgens mij een rechtvaardig, christelijk huwelijk, als twee vrouwen elkaar een tegenover zijn, samen God loven, er voor elkaar zijn, elkaar vertrouwen en liefhebben. Dat is net zo juist als een soortgelijk(!) hetero-huwelijk, of het polygame huwelijk van koning Joas. Van buiten is het volgens de gewoonten van de cultuur, maar in het hart is het vernieuwd door de Geest.

Je vraagt waarom seks per se een ingrediënt van zo’n relatie moet zijn. Dat hoeft het natuurlijk niet. Talloze hetero-stellen hebben geen seks (meer), maar zijn wel gelukkig samen. Maar de echte vraag is vooral: waarom zou het géén ingredient mógen zijn? Onze huwelijken zijn divers, sommige mensen praten weinig, anderen wandelen niet of hebben geen hobbies samen. Sommige christen-stellen bidden gezamenlijk, anderen kiezen voor het gebed in de binnenkamer. Elkaar een tegenover zijn, elkaar vertrouwen, het kan op heel veel verschillende manier. Een huwelijksrelatie is een optelsom van al die facetten, waarbij lang niet alle onderdelen nodig zijn om toch gelukkig te kunnen zijn.
Veel christen-homo’s verbinden geen fysiek element aan hun relaties, anderen zijn wel intiem, maar hebben geen gemeenschap, weer anderen wel. Die diversiteit is misschien nog groter dan bij hetero’s. Maar als de ethiek rondom het huwelijk zo van belang is, en het huwelijk alleen voor man en vrouw bedoeld zou zijn, waarom komt dan vervolgens de nadruk alleen op de toelaatbaarheid van seks te liggen? Waarom mogen man en man bijna alles samen doen: intieme gesprekken, hand in hand wandelen, elkaar een tegenover zijn, maar juist die seks niet? Waarom doorbreekt een geestelijke verstrengeling Gods wil niet, maar een fysieke wel? Ik denk dat dat komt door de beïnvloeding van een onchristelijke, kerkelijke cultuur.

Volgens mij is het eenvoudiger: Als je voor elkaar een tegenover wilt zijn, wees dan trouw aan elkaar in voor- en tegenspoed. En laat op die manier een klein glimpje zien van Christus die trouw was aan ons tot in de dood.
Het lijkt me belangrijk dat jongeren en kinderen die boodschap meekrijgen, van hun ouders, in de kerk en op school. De boodschap dat wij trouw en waarachtig moeten zijn omdat Christus ons daarin is voorgegaan. Dat onze relaties niet afhangen van onze (seksuele) identiteit, maar worden gekenmerkt door onze christelijke gezindheid. En dat we op die manier Christus mogen navolgen, ongeacht wie we zijn.

Die gezindheid zie ik terug bij christenhomo’s, lees bijvoorbeeld het recente interview met Hans Zellenrath en Marinus Zwijnenburg in het Nederlands Dagblad. Dat schetst heel mooi wat ik bedoel in de praktijk: “onze basis is dezelfde: de Bijbel. Hans kan prachtig voorlezen. Iedere avond leest hij een stukje uit de Bijbel voor en dan praten we daarover door. Iedere avond, al 51 jaar lang.”

Reacties