Accepteer homoseksualiteit niet enkel pastoraal maar volledig

“Zet pastoraat rondom homoseksualiteit in de hervormd-gereformeerde kerken expliciet op de agenda.” Zo pleiten Jan Hoek, Ad Prosman, Piet Vergunst en Herman van Wijngaarden in een open brief die werd geplaatst op de website van het Nederlands Dagblad. Het is fantastisch dat dit thema aandacht krijgt en er wordt opgeroepen homo’s en lesbiennes liefdevolle en eerlijke pastoraat te geven.

Helaas komt het artikel van de genoemde mannen niet verder dan de oproep tot pastoraat. Inhoudelijk wordt er meer geschreven over de dogmatische afwijzing van homoseksuele handelingen dan over de invulling die het pastoraat zou moeten krijgen, waardoor hun betoog niet meer dan een holle frase wordt.

Pastoraal onmogelijk

In de dogmatische afwijzing van seksuele handelingen zit dan ook het grote knelpunt . Je kunt niet enerzijds de homoseksuele mens accepteren en pastoraat aan hem/haar verlenen terwijl je tegelijkertijd homoseksuele handelingen afwijst. Mijn kinderen zouden zeggen dat de deur daarmee ‘voor nep’ openstaat. Laat me dit uitleggen met een ‘heteroseksueel’ voorbeeld. Ik ben ervan overtuigd dat er in mijn kerk mannen en vrouwen zitten die verlangen naar een seksuele relatie met iemand die niet hun echtgeno(o)t(e) is, en geen seksuele voldoening vinden in hun eigen huwelijk en daarin vastlopen. Vrijwel nooit komt één van hen daar openlijk voor uit. Wellicht dat zo’n probleem in een enkel geval besproken wordt met een predikant of ouderling of dat iemand met een bepaalde seksuele verslaving daar hulp voor zoekt, maar vrijwel nooit is dat bekend bij de hele gemeente. We komen er niet voor ‘uit de kast’ en als wij hulp zoeken dan doen we dat om er vanaf te komen of om te genezen. Er is geen haar op ons hoofd dat eraan denkt om publiekelijk uit te komen voor onze legitieme seksuele gedachten, laat staan voor onze zondige. En dat is precies wat we wel verwachten van homoseksuelen. Tegen hen zeggen we: “Je mag je verlangens niet uitvoeren maar wel tegen mij vertellen. En dan zal ik, die wel uiting kan en mag geven aan mijn seksuele verlangens, jou pastoraat verlenen”. Ik wil niet zeggen dat het onmogelijk is, het gebeurt en er zijn veel pastors die dat op een invoelende en prettige manier doen, maar voor de meeste homo’s geldt in de praktijk dat dit geen begaanbare weg is. Zij verlaten dan ook massaal onze kerken of houden hun geaardheid in stilte voor zich. Zolang homoseksuele relaties niet worden geaccepteerd zal pastoraat aan homo’s een illusie blijven.

Pastoraal onduidelijk

De levensgrote vraag is hoe je pastoraat kunt geven aan homo’s terwijl je hun verlangens afwijst. Betekent dit in de praktijk dat een homo wel mag fantaseren over homoseksuele relaties of is het de bedoeling dat er een weg ingeslagen wordt waarbij de homo leert om zijn gevoelens en gedachten volledig te onderdrukken? Gelukkig is de genezingsgedachte in de meeste christelijk-orthodoxe kerken losgelaten. In feite zijn er drie mogelijkheden: of je vindt zowel de homoseksuele gedachten als de handelingen zondig en je richt je op volledige genezing, of je accepteert de homoseksuele geaardheid en richt je dus niet op genezing, maar verwacht van de homo dat hij in onthouding leeft, of je accepteert homoseksualiteit volledig. De auteurs van de open brief richten zich op de tweede weg, een weg die op de lange termijn onhoudbaar blijkt. Het is namelijk een boodschap van afwijzing zonder perspectief op genezing of liefde.

Je kunt niet de geaardheid accepteren zonder daarbij de daarbij behorende levensstijl goed te keuren. Ook Bijbels is dat overigens niet vol te houden, in Romeinen 1 stelt Paulus duidelijk dat de genoemde handelingen zowel in gedachte als in de praktijk verwerpelijk en oneerbaar zijn: “Daarom heeft God hen overgegeven aan oneervolle hartstochten (..) En omdat het hun niet goeddacht God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan verwerpelijk denken, om dingen te doen die niet passen.” (Romeinen 1:26,28). Deze tekst is een van de cruciale Bijbelplaatsen waarmee aangetoond zou worden dat homoseksualiteit zondig is. Als je het goed leest gaat dit duidelijk niet over homoseksualiteit maar over de Romeinse afgodsorgies, maar als je dat ontkent moet je consequent zijn en dus ook de zondige gedachten niet accepteren en homo’s zien als afgodendienaars die “de waarheid van God vervangen [hebben] door de leugen” (Romeinen 1:25). In dat geval is een homoseksueel van God los en moet hij teruggebracht worden bij zijn Schepper.

Gelukkig gaat deze tekst niet over homoseksuelen en al helemaal niet over christenen met een andere geaardheid. Hun geaardheid heeft helemaal niets te maken met afgoderij of ongeloof maar alles met de manier waarop zij geboren en gewild zijn. Zij hoeven niet genezen te worden en verdienen hetzelfde pastoraat als heteroseksuelen, daar past geen spagaat bij waarbij er onderscheid gemaakt wordt tussen denken en doen.

Onterechte duidelijkheid

De briefschrijvers stellen dat (homoseksuele) gemeenteleden recht hebben op duidelijkheid: “De duidelijkheid die gegeven moet worden, is dat de Bijbel geen homoseksuele relaties erkent, zoals de Bijbel ook allerlei andere seksuele relaties niet erkent, maar afwijst.” De stellingname is inderdaad duidelijk, maar de stelligheid van de Bijbelse onderbouwing is onjuist en onhoudbaar. De rooms-katholieke kerk bood ook duidelijkheid aan de priesters, zij moesten in het celibaat leven, toch brak de Reformatie met het celibaat, sterker nog, Calvijn noemde celibatair levende priesters zelfs ‘hoereerders’*. Een celibataire leefregel is duidelijk maar daarmee nog niet goed of gereformeerd. Hoek, Prosman, Vergunst en Van Wijngaarden gaan dan ook stevig de mist in als zij beweren dat de Bijbel homoseksuele relaties afwijst. De Bijbel spreekt namelijk nergens over homoseksuele relaties omdat die niet bestonden in de tijd van de Bijbelschrijvers. Wel spreekt de Bijbel zich ondubbelzinnig uit tegen homoseksuele vruchtbaarheidsrituelen in de afgodentempels (Leviticus), de hermafroditische afgodscultus rondom de tempel van Aphrodite in Korinthe en de Griekse wereld, en tegen de afgodsmaaltijden en tempelorgies in Griekenland en Rome. Daar is al heel veel over geschreven en veel kennis over gekomen in de afgelopen decennia. Na jarenlange studie hoop ik daar binnenkort zelf ook over te publiceren. Het wordt tijd wordt dat we ook in de christelijk-orthodoxe kerken deze feiten accepteren en geen achterhoedegevecht blijven leveren dat enkel gestoeld is op een gebrek aan of afwijzing van kennis, waardoor we het evangelie van Jezus Christus (ongewild) geweld aandoen.

De illusie van het Bijbelse huwelijk

Het meest duidelijk wordt de incorrecte visie van de auteurs op het huwelijk als zij schrijven dat de Bijbel ook allerlei andere seksuele relaties niet erkent. De Bijbelse praktijk is juist dat ze telkens weer de algemeen geaccepteerde lokale huwelijksgebruiken overneemt en gebruikt en inzet om het Heilsplan van God te verwezenlijken. Abraham trouwt met Sara, zijn halfzus, en juist dat huwelijk is één van de pijlers onder Gods heilsplan. Jacob trouwt met twee vrouwen (die elkaars zus zijn) en twee bijvrouwen, bij deze vier vrouwen krijgt hij de twaalf kinderen die de twaalf stammen van Israël zullen voortbrengen. Izaäk wordt uitgehuwelijkt, de hele (voor ons absurde) geschiedenis van Tamar met het zwagerhuwelijk wordt impliciet ingezet om de lijn naar de Messias voort te zetten van Juda via zijn oudste zoon Er. Nathan wijst David erop dat hij Bathseba heeft gestolen maar rept met geen woord over polygamie en de zonde van Salomo is niet dat hij zoveel vrouwen nam maar dat hij het accepteerde dat deze vrouwen hun afgoden meenamen. Paulus en Jezus waren juist niet getrouwd en Paulus noemt het huwelijk als een uitvlucht voor mensen die branden van verlangen naar seksuele bevrediging. Natuurlijk zijn de bovenstaande opmerkingen soms wat kort door de bocht maar ze tonen duidelijk aan dat de stellingname van de genoemde auteurs de Bijbel laat buikspreken. De Bijbel wijst al deze huwelijksvormen niet af maar gebruikt ze, ondanks de ellende die deze huwelijken met zich meebrengen. Daarbij is het monogame huwelijk van Izaäk en Rebecca en hun gezin in de Bijbel net zo gebroken als dat van Jacob en zijn polygame huwelijk.

Blokkade voor het Evangelie

God is naar ons toegekomen, in Jezus Christus werd Hij mens met de mensen, de Zoon van Abraham en Sara, Jacob en Lea, Tamar en Er. Om het Evangelie van kruis en opstanding en ellende en verlossing te verkondigen werd Paulus een Griek met de Grieken en een Jood met de Joden. Telkens weer hamert hij erop dat hij iedereen “alles geworden is, om in ieder geval maar enigen te behouden.” (1 Kor 6). Hierin gaat hij erg ver. Zo roept Paulus christelijke slaven op om hun meesters in alles gehoorzaam te zijn, terwijl Romeinen hun mannelijke slaven naar believen seksueel mochten gebruiken, en dat ook volop deden. Een cultureel gebruik waarvan wij walgen, maar wat Paulus niet aan de kaak stelt. De focus van het Evangelie is om de mensen zo dicht mogelijk te naderen om hen op die manier te kunnen bereiken met het Evangelie.

Ons standpunt over homoseksualiteit verbreedt juist de kloof tussen de Nederlander en de orthodoxe christelijke gemeentes. De postmoderne Nederlander vindt onze kerken moreel afkeurenswaardig omdat wij homo’s de liefde ontzeggen terwijl we zelf wel alle heteroseksuele vruchten plukken van de postmoderne tijd zoals vrije partnerkeuze en verkeringstijd. Als er al een Bijbelse lijn is rondom het huwelijk is dan is dat het aanpassen aan de tijd waarin je leeft. Het wordt de hoogste tijd dat wij ons aan gaan passen en een Nederlander worden met de Nederlanders, zodat mensen bij het zien van een kerk niet aan middeleeuwse religie denken en bij Jezus niet denken aan ongelijkheid, maar dat ze zonder drempels getrokken kunnen worden door de kern van het Evangelie.

De hoogste tijd

Hoek, Prosman, Vergunst en Van Wijngaarden doen een sympathiek betoog voor de pastorale zorg voor homoseksuelen en het is in hen te prijzen dat ze opstaan voor hun broeders en zusters die zo vaak klem zitten in eenzame liefdeloosheid. Maar hun sympathieke betoog schiet te kort en wordt gedomineerd door de afwijzende dogmatiek die bovendien achterhaald is. Het is tijd dat wij in onze hervormd-gereformeerde kerken het lef krijgen om noodzakelijke beslissingen te nemen. De kerk is gereformeerd omdat zij gereformeerd moet worden, als wij vasthouden aan oude dogma’s dan zijn wij Rooms en zeker niet meer hervormd, dan blijven homoseksuele gemeenteleden klem zitten en houden heteroseksuele christenen hun verlegenheid rondom dit thema. Maar bovendien blijven wij dan de Naam van Jezus Christus schaden en de verspreiding van het Evangelie in onze tijd.

Robert Plomp

*Kuiper, Celibaat en huwelijk in de theologische werken van Johannes Calvijn, p111

Reacties