Bestaat die God van wie ik hou wel?

Hoop en twijfel
Er zat een jongeman in de trein, een urenlange rit. Wekenlang had hij er naartoe geleefd, eindelijk zou hij haar ontmoeten. Maar nu borrelt er twijfel in zijn onderbuik. Zou ze wel echt zijn? Maanden hadden ze samen gechat en gemaild. Hij had foto’s van haar gekregen. Ze was mooi, intelligent, en ontzettend gezellig. Alles in haar sprak hem aan, daarom was hij nu ook onderweg. Maar wat als ze nep was? Had hij niet maanden gecommuniceerd met een computerprogramma? Misschien een ouwe vent met een buikje die hem voor de gek hield? Hij had haar gegoogled, en zoveel mogelijk informatie over haar ingewonnen, zelfs nu nog onderweg ontving hij berichtjes van haar. Maar toch… wat als er straks niemand zou opdagen op het afgesproken punt? Wat als alles waar hij op hoopte en vertrouwde niks anders dan een projectie bleek te zijn?

Existentiële vraag
Vaak voel ik me als die jongen in de trein. Mijn leven is gericht op God, hem wil ik ontmoeten bij het eindpunt. Ik bid, lees en bestudeer de Bijbel, spreek over hem met de mensen om mij heen. Nu al tijdens mijn leven wil ik leven uit zijn genade, en werken in zijn koninkrijk. Maar wat als straks bij mijn eindbestemming het perron leeg is?
Er zijn mensen die twijfelen aan Gods betrouwbaarheid. Houdt hij wel van mij? Wil hij mij ook echt vergeven? Andere vragen zich af of God wel echt goed is? Ze vragen zich af of ze dat wel willen, Gods eigendom zijn. Dat zijn vragen die gesteld mogen worden, maar het zijn mijn vragen niet. Bij mijn twijfel gaat het vooral om de existentiële vraag: bestaat God wel?

Ontelbare redenen
Er zijn ontelbare redenen voor mij om te denken dat God bestaat. Mijn geloof is niet uit de lucht gegrepen. Overtuigende teksten in de Bijbel die ik alleen maar kan beamen, filosofische gedachten over het ontstaan van alles, het leven van Jezus dat zo onverwacht is dat geen mens het had kunnen bedenken, de manier waarop het evangelie de menselijke problematiek aanpakt. Alleen al de bijzondere plek die het Joodse volk inneemt in de wereldgeschiedenis. Ik herken mij in wat de Bijbel zegt, en ik erken dat ik mijzelf niet kan helpen. Ik kan een poging doen om goed en liefdevol te leven, en dat probeer ik ook, maar het blijft tobben. Voor mij is er maar één conclusie: die God van de Bijbel, die heb ik nodig. Zonder Jezus Christus heb ik geen toekomst. Hem wil ik mijn toekomst toevertrouwen, voor hem wil ik nu leven, maar bestaat hij wel?

Wegverklaren
Er zijn namelijk ook ontelbare redenen die suggereren dat ik mijzelf voor de gek hou. Dat ik een god geprojecteerd heb om mijn eigen leven zin te geven, en hoop te houden voor een hiernamaals. Want eerlijk is eerlijk, die God van wie ik zoveel hou, ik heb hem nooit fysiek gezien. Ik denk dat ik hem ‘ervaren’  heb, een gevoel van geluk en vrede, maar elke psycholoog kan dat eenvoudig wegverklaren. En al die redenen die ik denk te hebben voor zijn bestaan, daar is een weerwoord voor. Ik vind die tegenwerpingen niet overtuigend, maar mensen die niet in God geloven zweren erbij. Wie zegt dat ik gelijk heb en zij niet? De wens is toch de vader van de gedachte? Voor hen net zo goed overigens, maar dat helpt mijn twijfelend gevoel niet verder.

Belangrijkste bijzaak
Natuurlijk gaat het christen zijn niet over de vraag of God bestaat, maar of ik hem vertrouw, en wil volgen en dienen. Of ik erken dat ik zelf geen god ben, en dat ik dagelijks struikel in mijn pogingen om mijn naaste lief te hebben. Het gaat over de vrucht van de Geest in mijn leven, over het licht dat ik verspreid van zijn koninkrijk. Christen zijn betekent dat ik erken dat ik dienaar ben en niet de koning zelf. Een christen gelooft niet allereerst dat God bestaat, hij gelooft ín God, hij vertrouwt óp hem. Maar dat alles gaat wel heel erg lastig worden als die koning uiteindelijk niet bestaat. Het bestaan van God is daarom toch de belangrijkste bijzaak voor een christen.

Gelukkigste reis
Toch blijft die jongen zitten in de trein. Helemaal van Maastricht tot Groningen. Als de helft van wat hij van haar heeft gehoord waar blijkt te zijn, dan is zij het waard! Hij kan de reis besteden aan twijfelen en wanhopen. Maar beter pakt hij zijn mobiel erbij, bekijkt hij haar foto nog eens goed, leest hij hun berichtjes nog eens na. Beter kijkt hij om zich heen en geniet hij van de reis, maakt een praatje met de reiziger naast hem. Misschien is ze nep, misschien ook niet, hoe kan hij daar eigenlijk een oordeel over vellen? Het enige dat hij kan doen is met vertrouwen verder reizen. De gelukkigste reis van zijn leven!

Reacties