De Duivel is de vader van de chaos, juist in crisistijd
|Draag ik bij aan verwarring of aan vrede? We leven in een tijd van chaos, wantrouwen en verwarring. De maatschappij is verdeeld. Er is geen oorlog, maar er is ook geen sprake van vrede. Dankzij het internet en de social media kan iedereen zijn eigen boodschap eenvoudig verspreiden. Er is altijd wel ergens een gewillig oor te vinden dat gretig instemt met je mening. Er is waarheid, maar wat is die waarheid? Iedereen denkt de waarheid te brengen, en in de kakofonie van al die stemmen verdrinkt het goede. Sterker nog, waarheden zijn een onderdeel geworden van de chaos.
Het Griekse woord voor chaos is διαβάλλω, het betekent letterlijk “door elkaar gooien” of “uit elkaar halen”. De Diaballo, de Diabolos, de Duivel, is daar de verpersoonlijking van. Satan verwart. Dat deed hij al in de Hof van Eden toen hij aan Eva vroeg of het klopt dat ze van geen enkele boom mocht eten. Satan hielp ons aan het idee dat we allemaal een eigen waarheid kunnen hebben. Iedereen zijn eigen goed en kwaad, elk mens de god van zijn eigen koninkrijk. Zo werd de relatie tussen God en de mens verward, toen de slang stelde: “U zult zeker niet sterven, God weet dat”.
Tegenover de wanorde van de Duivel staat de vrede van God: “God is geen God van wanorde, maar van vrede” (1 Kor 14:33). Bijzonder, je zou verwachten dat ‘orde’ tegenover ‘wanorde’ staat, maar als het gaat om menselijke relaties is de vrede van belang. “Leef, zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, in vrede met alle mensen.” schrijft Paulus in Romeinen 18. Vrede is de vrucht van de Geest.
Die vrede is zoek in onze tijd. Wantrouwen overheerst, terwijl vertrouwen het fundament van het samenleven is. Hoe kun je naast en met elkaar leven als je de ander niet vertrouwt? Als Jezus bidt tot God, Zijn Vader, vraagt Hij vooral of Zijn volgelingen één zullen zijn: “Heilige Vader, bewaar hen die U Mij gegeven hebt in Uw Naam, opdat zij één zullen zijn zoals Wij.” (Joh 17:11). Want een verdeeld koninkrijk kan niet bestaan, leert Jezus Zijn discipelen in Mattheüs 12. Ook als je verschillend denkt over bepaalde onderwerpen dien je nog steeds dezelfde God, schrijft Paulus in Romeinen 14. Vrede en eenheid staan tegenover de verdeeldheid van de Duivel, de verdeler en de chaos-brenger.
Als we gaan zoeken naar het duivelse in de wereld moeten we waakzaam zijn op chaos en verdeeldheid. Petrus schrijft: “Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de Duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden.”
De Verwarrer, de Door-elkaar-haler, de Diabolos, de Duivel wil mensen verslinden. Hij zaait met wantrouwen en veroorzaakt tweedeling. In een maatschappij waar het duivelse boven komt drijven werken mensen niet meer samen, maar is het ieder voor zich. Dat is de wereld van de zondeval waarin elk mens zijn eigen godheid is, en zelf wel uitmaakt wat hij doet en laat. De naaste is niet meer te vertrouwen, en voor de naaste is geen liefde, geen mildheid, geen genade te vinden. De vrede vergaat. In de wereld van de Duivel denkt iedereen goddelijke capaciteiten te hebben, en alles te begrijpen en elke beslissing te kunnen nemen. De wereld van de zondeval is de wereld van beterweters die alleen nog vertrouwen op hun eigen kunde, en met hun eigen zogenaamde kennis verwarring en verdeeldheid zaaien.
Een samenleving kan beter gezamenlijk fouten maken, dan in stukken verdeeld op zoek gaan naar ieder zijn eigen waarheid. Als je niet meer samen wilt werken volgt de anarchie. In de anarchie bestaat er geen gezag meer, en doet ieder wat goed is in de eigen ogen. Lees het bijbelboek Richteren om te zien waar dat toe leidt. Daarom noemt Paulus de overheid Gods dienares. In de tijd van Paulus waren dat de Romeinen, geen ideale situatie dus, integendeel. Overheden doen soms verschrikkelijke dingen. Zelfs onze democratische overheid wordt ook wel “de minst slechte optie” genoemd. We mogen we God danken als er enige mate van eenheid en gezag is. Paulus bidt voor de overheid om zo een rustig en stil leven te kunnen leiden.
Voor Petrus over de Duivel begint spreekt hij de jongeren aan: “wees aan de ouderen onderdanig; wees allen elkaar onderdanig. Wees met nederigheid bekleed”. Onderdanigheid aan het gezag (dat de ouderen toen hadden) is een christelijk medicijn tegen chaos, wanorde en anarchie. Keer de andere wang toe, loop de extra mijl, acht de ander hoger dan jezelf, het zijn bekende woorden die passen bij een christen. Het gezag zal falen, stel op prinsen geen vertrouwen, maar het is niet de christelijke opdracht om ten strijde te trekken. “Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u.” schrijft Petrus vervolgens. En dan waarschuwt hij voor de Diabolos, de Verwarrer.
De vraag aan ons is of we vredestichters zijn of bijdragen aan de chaos. Vergroten we de eenheid, of dragen we bij aan de verdeeldheid? Zijn we kinderen van Christus of van de Door-elkaar-gooier? Lijden we in vertrouwen op God, of willen we koste wat het kost vechten voor onze vrijheden, het eigen gezag bestendigen?
Nadat Paulus schreef over het gebed voor de overheid en de rust die dat oplevert legt hij ook uit waarom die vrede van belang is: “Want dat is goed en welgevallig in de ogen van God, onze Zaligmaker, Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen.” (1 Tim 2). De vrede van de Kerk van Christus is er niet zodat wij een heerlijk leventje leiden, maar het schept ruimte voor de verkondiging van het Evangelie. En daarom verspreidt de Duivel chaos, want dat wil hij voorkomen met ruzies en wantrouwen over voor de Kerk irrelevante zaken. Draag ik bij aan de chaos of aan de vrede? Zaai ik eenheid en vertrouwen, of wantrouwen en anarchie? Weet ik het beter of ben ik gehoorzaam en onderdanig? Maar ja, welke zondaar wil er nou eigenlijk een schaap zijn? Niemand toch!