De onnodig voorzichtige stapjes naar volledige aanvaarding van LHBTQ’ers

Het is wel te begrijpen dat de conservatieve christenen zich zorgen maken over het debat rondom homoseksualiteit en LHBTQ’ers. Nog niet zo lang geleden werd homoseksualiteit in de protestantse orthodoxie gezien als een ziekte die genezen moest worden. In de decennia die volgden groeide een bewogenheid waarbij niet meer de tucht, maar het pastoraat centraal kwam te staan. De idee begon aan te slaan dat je geen homoseksuele handelingen mocht doen, maar wel homo mocht zijn. In de afgelopen tien jaar volgde de opvatting dat homo’s officieel geen relatie mochten hebben, maar als ze dat dan toch deden, en persoonlijk voor God konden verantwoorden, dan zou de kerk een barmhartig oogje dichtknijpen.
Stap voor stap zien de meest conservatieve christenen de kerk opschuiven naar volledige aanvaarding. Zeker nu volgens hen de volgende stap op deze glijdende schaal is ingezet. Orthodoxe theologen willen homoseksuele relaties toestaan, zolang de intimiteit maar niet leidt tot seksuele penetratie.

Als pleitbezorger voor volledige aanvaarding van LHBTQ’ers in de Kerk vind ook ik dit een merkwaardige stap. Met veel geloofsvreugde kijk ik naar het huwelijk als van God gegeven. Als Paulus onderstreept dat het huwelijk van man en vrouw het beeld is van Christus en de gemeente, dan lees ik dat met bewondering en dankbaarheid. Het gaat mis als er uit dit beeld allemaal vreemde consequenties getrokken worden, en het beeld zelfs omgedraaid wordt. Want als homoseksuele relaties mogen bestaan met liefde, tederheid, vriendschap en intimiteit, maar penetratie wordt afgekeurd, zegt men in feite dat dat beeld van Christus en de Kerk vooral in die penetratie zit. Dus niet het elkaar een tegenover zijn, niet de (Grieks/Romeinse) man die zijn leven voor zijn vrouw geeft, niet de liefde, en niet de trouw verbeelden Christus en de Kerk, maar vooral die penetratie. Terwijl Paulus de waarde van het huwelijk juist verbreedde. In de oudheid stond de penetratie voor het uitoefenen van macht. Niet alleen bij homoseksuele handelingen was de actieve of passieve rol in het seksuele verkeer een weergave van de machtsverhoudingen, dat gold ook voor heteroseksuele relaties.
Paulus roept mannen, die in de Griekse wereld naar eigen goeddunken volledig mochten beschikken over hun vrouw, op om hun vrouw met liefde en respect te behandelen, en haalt daarmee de cultuurgebonden focus op de penetratie weg.

Toen God ons schiep als relationele wezens deed hij dat vanuit het uitgangspunt dat het niet goed is dat de mens alleen is. God geeft ons aan elkaar om elkaars eenzaamheid op te heffen en elkaar aan te vullen en een tegenover te zijn. De eenwording in het vlees symboliseert dat, maar mag daarom niet als de essentiële scheppingsbedoeling van God met het huwelijk gezien worden. Als wij naar de paradijselijke relatie kijken zien we toch veel meer dan geslachtsgemeenschap? Wij onderscheiden ons van de dieren doordat onze seksualiteit veel meer is dan de geslachtsdaad zelf. Wij houden elkaars hand vast, geven elkaar een knipoog en een zachte kus. We maken een intieme toespeling, laten een warme, liefdevolle knuffel langzaam overgaan in een gepassioneerde verstrengeling van lichamen. We geven ons niet alleen fysiek bloot aan elkaar, maar allereerst en allermeest emotioneel. Daarom geloven we in de orthodoxie ook dat seksualiteit alleen binnen het huwelijk kan bestaan, tussen twee mensen die niet alleen fysiek contact hebben, maar ook elkaar trouw beloofd hebben.

Het is theologisch onbestaanbaar dat we de penetratie in onze liefdesrelaties losscheuren van liefde, genegenheid, vriendschap en intimiteit. Dat zeg ik niet omdat een kus altijd tot seks moet leiden, of dat geslachtsgemeenschap altijd gepaard moet gaan met een inleidend goed gesprek, maar omdat we onze seksuele relaties niet theologisch mogen versmallen tot alleen het samensmelten van onze lichamen, en het huwelijk niet alleen plaatsen in het echtelijk bed.
Want wat zeg je eigenlijk als je dat wel doet? Dat heteroseksuele relaties waar geen geslachtsgemeenschap plaatsvindt geen beeld zijn van Christus en de Kerk? Of dat homoseksuelen die elkaar wel penetreren het beeld van Christus en de Gemeente beschadigen of kapot maken? Maakt iemand die single blijft dan ook het beeld kapot? Maar waar is dat dan op gebaseerd? Waar komt deze merkwaardige focus op de penetratie vandaan?

Ik vind deze stapjes, hoewel ze de goede richting opgaan, merkwaardig. Ze hebben meer weg van een hellende vlak dan van een goed doordachte, degelijke theologische herbezinning. Het lijkt het resultaat het telkens opnieuw sluiten van een nieuw compromis tussen het groeiende begrip voor het geestelijke kwaad dat wij LHBTQ’ers aandoen, en de diepe loyaliteit aan een traditionele kerkelijke visie op geslachtelijkheid, relaties, en seksualiteit. Het is de naastenliefde die drijft tot het zetten van stapjes, en het conservatisme dat ons weerhoudt om meteen in één keer te doen wat goed, rechtvaardig, en bijbels is. Het is de puur-menselijke neiging om veranderingen beetje bij beetje door te voeren. Zo zit de mens nu eenmaal in elkaar, vraag maar aan verandering experts in het bedrijfsleven. Toegeven dat je het verkeerd had gaat diep tegen onze zondige natuur in. Kennelijk moet dat met kleine stapjes gebeuren, stapjes die de eer van ons denken van gisteren overeind proberen te houden.

Maar we mogen toch hopen dat we in de Kerk van Christus (zeker bij haar voorgangers en leiders) een andere houding zien. Een houding die volgt op het verlangen telkens opnieuw te reformeren, en radicaal te stoppen met het kwaad en de zonde. Het verlangen om onze normen te toetsen aan het gebod van de liefde voor God en onze naasten. Laten we stoppen met de merkwaardige stapjes, en zonder excuses direct gaan doen wat goed is: Onze LHBTQ-medegelovigen volledig aanvaarden, zoals zij ons aanvaarden. Niet alleen vanwege de naastenliefde, maar ook en allereerst omdat wij God liefhebben en zijn naam niet langer mogen beschadigen door in zijn naam mensen te beschadigen. Het hellende vlak van het voortgaande compromis leidt tot ellende, het leidt tot het verlies van het gezag van de Bijbel, en ondermijnt daardoor het Evangelie. Onze verkeerde opvattingen uit het verleden verdienen geen compromis maar een schuldbekentenis naar God en naar onze naasten. Er is bekering nodig.

———————

Meer informatie, zie de blog-serie Orthodoxe christenen en homoseksualiteit

Lees het boek van dezelfde auteur: Nederlander met de Nederlanders, Een positieve, orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders Nederlander met de Nederlanders, Een positieve, orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders
Reacties