De overbodige gelijkenissen van Jezus

scheuruitdebijbelNiet bang maar voorzichtig
Een aantal gelijkenissen van Jezus is overbodig. Daar hebben we niks aan, daar kunnen we niets mee, die had hij beter niet kunnen vertellen. Pas sprak ik bijvoorbeeld iemand over de gelijkenis van de tien ponden. Jezus geeft 10 knechten 1 pond, daar moeten ze winst mee maken. Als hij vervolgens het geld komt innen blijkt de 3e knecht uit angst voor zijn heer het pond niet geïnvesteerd te hebben. Hij heeft het op een heel veilig, winstloos plekje bewaard. De heer is woedend. De boodschap: wees geen bange knecht, ga zonder angst aan de slag met je opdracht.
De man met wie ik sprak wilde een bepaald ethisch onderwerp ook voorzichtig aanpakken. Liever een stapje te weinig dan eentje te veel. Stel je voor dat je iets zou doen wat God niet goed zou vinden. Dus begon ik over de tien ponden. Dat bleek dus irrelevant te zijn. De aangesprokene was helemaal niet die derde knecht, hij was namelijk niet bang, enkel voorzichtig, omdat hij er van overtuigd was dat God dat van hem vroeg. De gelijkenis sloeg dus niet op hem. Overbodige gelijkenis.

Ik ben die priester!
Toen ik vervolgens de gelijkenissen van Jezus nog eens doornam, kwam ik er achter dat dat voor meer personages in de gelijkenissen geldt. Wat dat je van de Barmhartige Samaritaan? Ooit iemand horen zeggen: “Ja, ik ben die priester! Ik vind het belangrijker om rein te blijven dan om mensen te helpen!” Nooit! Sommigen waren wel ooit die rover, en allemaal waren we wel een beetje die racist die een hekel aan samaritanen had. Maar nee, die priester, die zijn we niet. Die had Jezus dan ook niet aan het verhaal toe hoeven voegen. Hij had net zo goed die Samaritaan meteen langs kunnen laten lopen. Beetje overbodig.

Boos op hokjes
Het geldt trouwens niet alleen voor de gelijkenissen. Jezus is door de evangeliën heen telkens in conflict met de farizeeën. Dat heeft natuurlijk een doel, dat is niet iets enkel biografisch, daar zouden wij iets van moeten kunnen leren. Maar dat is dus niet zo. Wij zijn namelijk geen farizeeën. De laatste farizeeër is al honderden jaren geleden gestorven of zit in die ene hele strenge kerk met die pikzwarte kousen. Sterker nog, als iemand dan toch suggereert dat we een farizeeër zijn, dan worden we natuurlijk boos. Want dan worden we in een hokje gestopt en daar houden we niet van. Bovendien doen wij het allemaal niet uit wetticisme maar uit dankbaarheid en uit liefde voor de Heer. Dat is dus heel anders dan de farizeeën. Dus waarom de evangelisten telkens maar weer over die farizeeën schrijven is een raadsel, compleet overbodig, er zijn allang geen farizeeën meer. Had niet in de Bijbel gehoeven. En al helemaal niet zo prominent, alsof het echt een van de grootste struikelblokken zou kunnen zijn. Misschien had het juist wat vaker over de Sadduceeën moeten gaan, die zijn vrijzinnig, dat is een veel groter gevaar.

Dit is iets anders
En wat dacht je van Paulus? Die schrijft aan de Kolossenzen dat ze zich geen bepalingen op moeten laten, leggen zoals: “Pak niet, proef niet en raak niet aan?” Alsof ze nog in de wereld leven. Dat zijn volgens Paulus allemaal voorbeelden van menselijke religie en schijnwijsheid. Stel je voor dat je dan in gesprek bent met iemand die wat christelijke regeltjes wil opstellen. Stel dat je dan Paulus erbij haalt, dan zou je zeggen dat je gesprekspartner dan zijn hoofd buigt. Die zegt dan natuurlijk: “Joh, sorry, je hebt gelijk, wat ben ik een judaïst!” Maar dat gebeurt dus nooit. Want Paulus had het natuurlijk niet over dit geval. Paulus bedoelde iets anders. Het is dus logisch dat die tekst hier niet van toepassing is. En omdat die tekst dus nog nooit van toepassing is gebleken, vraag ik mij af: wat doet die tekst eigenlijk in de Bijbel? Volledig overbodig.

Genezen
Ik stel voor dat we niet die bange knecht van die ponden zijn. We gaan die overbodige teksten dus niet veilig bewaren in de grond. We gaan ze uit de Bijbel scheuren. Teksten waar niemand wat aan heeft. Wij zijn geen farizeeën, wij zijn geen judaïsten, wij verzieken het Evangelie niet met allemaal zelfgemaakte wetjes en beperkingen, dus hebben wij ze niet nodig. Als wij een gebod opleggen, dan doen we het in liefde en met een pastorale inslag. Of omdat het gewoon letterlijk in de Bijbel staat en wij het Hebreeuws van 3500 jaar geleden tot in de puntjes beheersen. Die waarschuwingen zijn voor mensen die aan wetticisme lijden, en daar zijn wij allang van genezen. Wij hebben de lessen van dokter niet meer nodig, volledig overbodig.

Reacties