De zondeval – Evolutie en Gods goedheid – Deel 3
|Evolutie en Gods goedheid
Deel 1: De mens is sterfelijk geschapen
Deel 2: Evolutie, lijden en pijn
Deel 3: De zondeval
——————————————————-
In het tweede blog van deze serie beschrijf ik het verschil tussen lijden en pijn, en de rol van ons reflectieve zelfbewustzijn daarin. In dit derde blog wil ik ingaan op de manier waarop reflectief bewustzijn ook een rol speelt in het kwaad dat wij zelf veroorzaken en in onze gebroken verhouding tot God. De evolutionaire totstandkoming van onze reflectieve bewustwording sluit heel goed aan bij de zondeval van Genesis 3.
Ons reflectieve bewustzijn laat ons nadenken over wie wij zijn ten opzichte van anderen. Op welke manier verhoud ik me tot mijn leidinggevende, mijn ouders, de overheid, de kerkenraad, en uiteindelijk ook tot God? Gezagsverhoudingen zijn niet iets typisch menselijks. Bij dieren is de sterkste de leider van de groep. Dat is een fysiek proces. Bij mensen is leiderschap iets dat tot stand komt op basis van kwaliteiten, karakter en kunde. Ook als we het gezag van de ander erkennen blijven we de keuzes die hij of zij maakt in twijfel trekken en bekritiseren, en hebben we een innerlijke weg te gaan om ons op een bepaalde manier te verhouden tot de realiteit. Wij vinden wat van onszelf, wij vinden wat van anderen, en we hebben een mening over hoe wij het zouden doen als wij die ander zouden zijn. We vinden dat er onrecht plaatsvindt en vaak dat de ander daar verantwoordelijk voor is. We vinden dat we niet krijgen waar we recht op hebben, als een ander zijn taak beter uitgevoerd zou hebben zouden we het allemaal beter hebben. Dat leidt vanzelfsprekend tot ruzies, ontevredenheid en frustraties, langdurige conflicten, scheuren in vriendengroepen, echtscheiding, ouders die hun kinderen niet meer zien, het leidt tot oorlog, terreur en geweld. Zonde.
In Genesis 3 lezen we dat de mens in verleiding kwam om net als God kennis te krijgen van goed en kwaad. Daar komen die beide elementen van ons reflectieve bewustzijn in terug. Het kennen van goed en kwaad betekent betekent dat je zelf gaat uitmaken wat goed en wat kwaad is. Daarom werden we ‘als God’, die tot op dat moment de enige was die oordeelde en regeerde. Wij denken dat beter te kunnen dan God. Daarmee kwam niet alleen onze relatie met God in de knel, ook onderling begon de strijd om de macht. De man greep direct de macht over de vrouw, en ging voortaan over haar heersen. Kaïn sloeg zijn broer Abel dood. De zondeval is niet alleen de rebellie tegen God, het is ook de overschatting van onszelf. Niet gehinderd door genoeg kennis van zaken of begrip van alle feiten komen we tot oordelen over de wereld om ons heen en maken we verkeerde beslissingen.
Bij de dieren is het niet belangrijk of het alfa mannetje goede beslissingen neemt of niet, daar wordt ook niet over vergaderd of gebakkeleid. Dieren hebben geen frustraties of gevoelens van onrecht. Ze volgen gewoon hun leider. Hun plaats in de groep is vanzelfsprekend. De zondeval past bij het moment waarop de mens intelligent genoeg werd om reflectief na te gaan denken over zichzelf en de anderen. Dat is ook het moment waarop we begonnen na te denken over wie wij zijn tegenover God en of we God wel nodig hebben. In tegenstelling tot de goden van de heidenen is de rol van de God van de Bijbel niet het uitvoeren van natuurlijke processen. De bijbelse vraag over God is of de mens hem erkent en aanbidt als heerser over goed en kwaad. Het is bijzonder dat het oude verhaal van Genesis 3 al zo lang geleden de vinger precies legt bij het diepste probleem van elk menselijk conflict: ons zelfbewuste reflecteren over goed en kwaad in relatie tot elkaar en tot God.
Als de evolutietheorie waar is dan is de zondeval (zoals die beschreven staat in Genesis 3) een moment in de geschiedenis. Het is niet nodig om te filosoferen over de vraag welk moment dat precies is geweest, of er ooit een eerste mens was die een bepaalde gedachte had over God, of het wellicht een serie van mutaties in ons brein was binnen een bepaalde termijn, en of we er een datum aan kunnen plakken. Heilshistorisch is dat ook niet van belang. Wat wel van belang is is dat wij veranderden van dieren die Gods gezag en onze plaats in de groep als vanzelfsprekend ervoeren naar mensen die zich reflectief bewust waren.
Het bijzondere is dat dat proces dat voor de mensheid als geheel gold ook van toepassing op ieder mens persoonlijk. Eerst worden we geboren als baby’s, langzaam groeit ons bewustzijn, krijgen we een eigen willetje, en gaan we in de pubertijd vragen stellen bij de beslissingen van onze ouders, tot we zelfstandig worden en het gezag van onze ouders loslaten. Zo groeien we van babies die niet reflectief nadenken over goed en kwaad en gezagsrelaties naar volwassenen die dat wel doen.
De zondeval is iets menselijks, maar het is ook iets persoonlijks. Het is iets groots, maar ook iets heel kleins. Het is iets dat gebeurde in de geschiedenis van ons allemaal, en in de geschiedenis van een ieder voor zich. Doordat de mensheid viel, zijn we allemaal gedoemd om te vallen. We dragen het genetisch met ons mee.
Je kunt niet zeggen dat Genesis 3 automatisch naar de evolutietheorie wijst. Andersom is het wel duidelijk dat de evolutie van de menselijke bewustwording heel goed past bij de diepere boodschap van de zondeval. Als wij de huidige wetenschappelijke consensus accepteren verliezen we niets aan wat de Bijbel zegt over de zondeval. Integendeel, het kan ons juist helpen om Genesis 3 te accepteren. Want nu gaat het niet meer om de persoonlijke fout van Adam en Eva die kennelijk ons ook vanwege onbegrijpelijke redenen wordt aangerekend. Adam wordt nu de mens in zijn geheel. De bijbelse geschiedenis is ook mijn geschiedenis. Ik ben Adam. Het leven na de zondeval is niet oneerlijk, ik ben geen slachtoffer door Adams schuld.
Het legt ook een vraag bij mij neer: Nu ik nadenk over mijzelf, God, en de mensen om mij heen, wat is dan mijn plaats? Kan ik erkennen dat mijn denken over goed en kwaad gebroken is? Kan ik buigen voor God en zijn heerschappij aanvaarden? Dat betekent niet dat ik een dier wordt, ik ben geen baby meer. Wel kan ik geloven als een kind dat vertrouwt dat de beslissingen van zijn hemelse Vader juist zijn. Daarin kunnen we ons op een goede manier onderscheiden van de dieren, door zelfbewust te buigen voor God, en de mensen om ons heen niet als vanzelfsprekend te zien, maar lief te hebben omdat ze mens zijn zoals ik.
——————————————————-
Evolutie en Gods goedheid
Deel 1: De mens is sterfelijk geschapen
Deel 2: Evolutie, lijden en pijn
Deel 3: De zondeval