Donororganen, zelfmoordpillen en subsidies: schaamteloos gelijk hebben!
|Waarom?
Met grote, boze stappen kwam hij naar ons wagentje gelopen. Hij keek woedend. “Warum hast du das gemacht?” vroeg hij me bot.
Het was een prachtige dag in juli. We waren met ons gezin een dagje in Europa Park, een gigantisch pretpark in Duitsland. Mijn oudste twee en ik hadden zojuist de supergave achtbaan ‘Wodan’ gedaan. Mijn achtjarige dochter was eindelijk groot genoeg om mee te mogen. Daarom had ik mijn 360 graden camera meegesmokkeld het wagentje in, en de hele rit gefilmd. Dat mocht dus niet. De Duitse veiligheidsbeambte was het voorbeeld van Deutsche Gründlichkeit, en hij had totaal geen begrip voor mijn vaderlijke ongehoorzaamheid. “Ich verstehe nicht warum ein Vater das macht!” beet hij me toe, terwijl hij me aankeek alsof ik de allerslechtste vader ooit was. Hij had natuurlijk helemaal gelijk. Voor mij begon het als een onschuldig ongehoorzaamheidje, maar nu schaamde ik me. “Entschuldigung”, zei ik in brak Duits, en een “I’m so sorry” voor de zekerheid er achteraan. Maar hij was niet te houden. “Es ist gefährlich, warum hast du das gemacht? Warum?” herhaalde hij. Het begon een beetje te kriebelen in m’n buik. Ik moest me inhouden om de discussie niet aan te gaan. Want hoeveel gelijk hij ook had, die herhaalde vraag irriteerde me. Het waaròm was toch wel duidelijk? Ik wilde gewoon een onwijs gaaf 360 graden filmpje maken van m’n dochter in de achtbaan. Het was dom, ik had het niet moeten doen, maar ik had zo wel mijn redenen. (En reken maar dat het een gaaf filmpje geworden is!) Kon hij niet gewoon zeggen: “Ik begrijp dat u het graag wilt, maar het is te gevaarlijk, als iedereen het doet gebeuren er ongelukken. De volgende keer zetten we u het park uit!” Maar nee, hij moest en zou me inpeperen dat ik in en in slecht was, een slechte vader, een levensgevaarlijke totaal idioot, en dat nog zonder goede reden ook.
Demon
Aan die Duitse achtbaan medewerker moest ik denken bij een aantal recente gesprekken over ethische issues. Ik las zoveel verontwaardiging en woede. Discussies over de pil voor vrijwillige levensbeëindiging, het opt-out systeem voor orgaandonaties, en subsidie-regelingen voor een behoudende christelijke homo-stichting. Lastige kwesties waar, zo zou je zeggen, zowel voor- en tegenstanders elk goede punten hebben. Maar toch zag ik sommige christenen stelling nemen alsof ze het opnamen tegen kwaadaardige misdadigers. De overheid probeerde via slinkse wijze ons onze organen af te nemen voor eigen gewin. Fundamentalistische liberalen wilden christen-homo’s dwingen om seks te hebben. Egoïstische baby-boomers zouden hun ouders willen dwingen om zelfmoord te plegen zodat ze hen niet meer hoefden te bezoeken. Oei… zou dat echt zo zijn? (en ik chargeer natuurlijk een beetje). Zou minister Schippers echt handen wringend met een evil-plan-laugh door haar ministerie lopen? Zouden sommige erfgenamen al likkebaardend de erfenis al aan’t verdelen zijn? Willen die akelige D66’ers echt hun gram halen door homo’s te dwingen om all-the-liberal-way te gaan?
Misschien ben ik een beetje naïef, maar als ik goed luister naar ‘die anderen’, dan hoor ik ook idealen. Dan proef ik bij hen ook de wens om de wereld een beetje beter te maken. Dan zie ik pogingen om een jonge moeder tegemoet te komen die zal sterven zonder donornier. Dan hoor ik een ander het geestdriftig opnemen voor ouderen die wegkwijnen en het leven moe zijn. Een derde springt in de bres voor suïcidale homo-jongeren. Hebben ze gelijk? Is het allemaal zuiver op de graad? Dat is een goeie vraag. Soms doen we met de beste intenties het grootste kwaad. maar het lijkt me niet eerlijk om ze weg te zetten als harteloze kwaadaardige demonen met stiekeme onbetrouwbare plannetjes.
Bescheiden
Wat onderscheidt een christen van een niet-christen? Is een christen een beter mens? Doet een christen aan naastenliefde en een niet-christen niet? Hebben christenen een beter zicht op goede normen en waarden? Nee, natuurlijk niet. Ook niet-christenen doen goed, hebben hun naasten lief en willen leven volgens eerlijke normen en waarden. Bovendien leert het verleden ons dat ook christenen heel vaak aan de verkeerde kant van de liefde stonden.
Wat ons zou moeten onderscheiden is dat we erachter zijn gekomen dat wij juist geen abonnement op de waarheid hebben. Christen zijn is belijden dat we, met al onze goede bedoelingen, er zo vaak een potje van maken, er naast zitten, en met de beste intenties kwaad veroorzaken. Voor een christen geldt: Niet wij weten de waarheid maar Jezus is de Waarheid, daarom volgen we hem. We proberen het goede te doen, de juiste normen en waarden te zoeken, de ander lief te hebben en te helpen, maar wel in alle bescheidenheid. Bescheiden omdat we weten dat we het zelf nogal eens mis hebben, en omdat we het de ander te gunnen om het ook soms met de beste bedoelingen fout te zien. Dat is ook naastenliefde, de ander respecteren, al denkt hij helemaal anders dan wijzelf.
Wantrouwen
We leven in een tijd van wantrouwen. We wantrouwen onze leiders, onze bankiers, immigranten en vluchtelingen. Als iemand een voorstel heeft vragen we ons niet af of het een goed voorstel is, maar hoe die persoon zijn eigen belangen probeert te bereiken. We wantrouwen onze medicijnen en onze dokters, we wantrouwen juristen en boekhouders. We leven in een tijd waarin we denken dat een uurtje googlen ons meer kennis en wijsheid geeft dan een specialist, dat een kwartiertje denken onze mening waardevoller maakt dan dat van de ander. Dat onze intuïtie een betere basis is dan goed doordacht onderzoek. Zelfoverschatting is het tegenovergestelde van je hoofd buigen en knielen. En natuurlijk heeft de professional, de specialist en de beleidsmaker fouten en gebreken. Daarom is er niks mis met onderzoek en meningsvorming, maar mag het met een beetje respect gebeuren? En met een beetje meer zelfkennis?
De realiteit is meestal dat twee tegengestelde meningen beiden hun voors en hun tegens kunnen hebben. Het kan zomaar zijn dat een drion-pil zowel hulp bied aan sommigen en anderen in de problemen brengt. Het principe van vrijheid hoeft niet per se afgestreept te worden tegenover het principe van zelfbeheersing. Onze maatschappij, onze relaties, en onze doordachte beslissingen worden sterker, dieper en waardevoller als we juist die overwegingen van onze opponenten echt door ons heen hebben laten gaan.
Als we als christenen werkelijk meer liefde in de maatschappij willen hebben, moeten we beginnen om die mensen met een totaal andere mening lief te hebben.
Weet je nog, je vijanden lief hebben? Die vijand is meestal niet een horror-clown of een kampbewaarder. In ons huis-tuin-en-keuken leven is onze vijand een liberaal of een socialist, Het is een zwarte pieten-hater of een henk-en-ingrid. Kunnen we van hen ook houden en hen ook respecteren, of vissen wij enkel met ons netje aan de kant van ons eigen gelijk?
Schijn-reinigheid
De eenvoudigste manier om je geweten schijn-rein te houden is het demoniseren van de ander. Als je opponent een kwaadaardig monster is, dan hoef je je eigen opvattingen niet aan die van hem te spiegelen. Dan is het niet nodig om haar argumenten te wegen en je eigen mening te nuanceren. Dat is precies de reden waarom onze onderbuik ons dat influistert. Lekker overzichtelijk, de goede tegen de slechterikken. Dan lees je alleen de opvattingen van je eigen peer-groep en preek je lekker voor eigen parochie. Wij tegen zij. Goed tegen slecht. Alsof er een boom staat met kennis van goed en van kwaad. Alsof er alleen maar simpele oplossingen zijn, en wij die toevallig net in ons bezit hebben.
Gelijk
Die man van de achtbaan had helemaal gelijk. Ik had het niet moeten doen, ik had het goede voorbeeld moeten geven aan mijn kinderen. En als hij me het park uit had gezet had hij nog gelijk gehad ook. Toch lukte het hem niet om zijn gelijk om te zetten in een goed gesprek. Hij wilde namelijk niet alleen zijn gelijk bewijzen, hij wilde ook kostte wat het kost mij neerzetten als een slechte vader die zonder nadenken slechte dingen deed. Daardoor ging het ook in mijn onderbuik weer borrelen, wilde ik me gaan verdedigen, begon ik allemaal smoesjes te verzinnen over waarom het allemaal wel meeviel. En dat terwijl het eigenlijk een vrij zwart/witte goed/fout situatie was. Kun je nagaan hoe gek het is dat wij zelfs in onze grijs-gebied discussies de ander demoniseren. Alsof een minister zomaar even enkel algemeen acceptabele wetten op kan stellen waarbij iedereen juichend van vreugde staat te applaudisseren. Alsof het niet moeilijk is om belastingen af te wegen tegenover bezuinigingen. Om vrijheden af te wegen tegenover normeringen. Alsof het eenvoudig is om de lichamelijke integriteit volledig overeind te houden als er kinderen sterven. Als het bij mij al ging borrelen terwijl mijn hersens vonden dat de man gelijk had, hoeveel meer gaat het dan niet koken in de onderbuik van onze maatschappij als we alles op de spits drijven, en de ander zijn integriteit niet gunnen?
“Kom pap, ga nou mee” zei mijn zoon. Tien jaar, en een stuk verstandiger dan zijn vader. Is dat geloven als een kind?