Eenzame supersterren en God: George Michael en Freddie Mercury
|Op 20 april 1992 trad George Michael op tijdens het Freddie Mercury Tribute. Freddie Mercury, de zanger van Queen, was een half jaar eerder overleden aan de gevolgen van AIDS, de overige bandleden hadden grote namen uit de muziekwereld bij elkaar geroepen voor een eerbetoon. De opbrengst ging naar AIDS onderzoek. Het evenement werd live uitgezonden op TV in 76 landen en had tegen de 1 miljard kijkers. Het was nog de tijd van de grote TV evenementen.
Zelf heb ik nooit wat gehad met George Michael, ik doe twee vingers in mijn oren als “Wake me up before you go go” of “Last christmas” op de radio klinkt. Maar het optreden van George Michael op het Freddie Mercury Tribute was fantastisch. Iedereen was het er over eens dat zijn optreden het hoogtepunt van het concert was. Als een van de weinigen was hij in staat om met zijn eigen draai aan de songs de stem van Freddie Mercury even te laten vergeten. Nog jarenlang hoopten Queen fans dat hij de nieuwe zanger van de band zou worden.
Nu zijn beide mannen dood. De rocksterren van de vorige eeuw sterven massaal. Rock & Roll is geen recept voor een lang en gezond leven. Maar was hun korte leven wel gelukkig? Ik herinner me nog dat in de jaren ’90 het gerucht ging dat Michael Jackson was gestorven. Mijn vader sprak vol mededogen over hem, en had oog voor de tragiek van zijn leven. Dat viel me op. Ik weet niet waarom, maar had als tiener niet verwacht dat mijn gelovige vader op zo’n liefdevolle manier over zo’n ‘zondaar’ zou spreken. Michael Jackson bleek (toen) trouwens nog te leven. Dat is de tragiek van de supersterren, een leven vol glamour en glitter, aanbeden en toegejuicht worden, geld, seks en drugs. Maar bovenal die eenzaamheid. Voor George Michael en Freddie Mercury kwam daar nog hun geheime homoseksualiteit bovenop.
Het lied dat George Michael zong op het tribute concert was Somebody to Love. Toen Freddie Mercury het schreef in de jaren ’70, en George Michael het zong in 1992, zaten ze nog diep in de kast. Freddie Mercury leefde samen met zijn vriendin, Mary Austin, George Michael was een tienermeisjes idool die het imago hoog hield van de stoere macho man. Aan de buitenkant een succesverhaal, van binnen een groot geheim. Van binnen een zoektocht naar liefde.
Het verbaast me telkens weer dat het lied zo nadrukkelijk God betrekt bij die zoektocht. De tekst spreekt over het gebed om liefde, tot de tranen over de wangen rollen. I have spent all my years in believing you But I just can’t get no relief, Lord. Somebody, can anybody find me somebody to love? Hun zoektocht naar geluk gaat via God, hun verdriet delen ze allereerst met hem. Hun hoop ligt ook bij hem. De tekst geeft mij als gelukkig getrouwde man een kijkje in het hart van een eenzame superster, op zoek naar liefde. Hoeveel ‘gewone mensen’ hebben ditzelfde gebed?
I work hard every day of my life
I work till I ache in my bones
at the end of the day
I take home my hard earned pay all on my own
I get down on my knees
And I start to pray
‘Till the tears run down from my eyes
Lord
somebody, oh somebody
Please can anybody find me somebody to love?
De relatie die supersterren met God hebben blijft intrigerend. Ze lijken vaak op het oog een leven te leiden dat volledig van God los is, tegelijkertijd zingen ze en spreken ze vaak over God, en betrekken ze hem in hun songs. Is dat misschien juist omdat ze ze eenzaam en alleen op grote hoogte staan, dat ze behoefte hebben aan een God die groter is dan zij, en over hen waakt? Het mooie van Somebody to Love vind ik dat het een moeilijk gebed is, het doet pijn, de schurende vraag wordt gesteld, er is wanhoop, er is diep verdriet, maar nooit komt er een kloof tussen God en de zanger. Het lied eindigt met de hoop dat hij ooit mag ontsnappen uit zijn gevangenis, ook daar betrekt hij God bij: I just got get out of this prison cell Someday I gonna be free Lord!
George Michael en Freddie Mercury, beiden zijn ontsnapt uit hun gevangenis, ik hoop dat ze de vrede die ze op aarde niet konden vinden, bij God gevonden hebben.