Eredienst en de 21ste eeuw – 2. Het huis van God

Tempel van Salomo
Dit blog is het tweede in een serie over de vormgeving van christelijke kerkdiensten in de 21ste eeuw
1. Niet voor buitenstaanders
2. Het huis van God
3. Zuiver vals zingen
4. Willen we de Psalmen echt bewaren?
5. Wat voor mening-type ben jij?
——-

Marktplein
De hele dag hadden er allemaal activiteiten plaatsgevonden rondom het kerkgebouw. Kinderen hadden spelletjes gespeeld, volwassenen hadden koffie gedronken. Er waren kraampjes van zendingsorganisaties en goede doelen. Helaas was het gaan regenen. Voor het slotstuk van de dag was de hele gemeente naar binnen gegaan de grote kerkzaal in. Een onderdeel van de afsluiting was een veiling. Met de verkoop van de overgebleven rommelmarktartikelen werd een poging gedaan om de dagopbrengst te vergroten. Een schilderij ging voor 20 gulden weg, een appeltaart voor 15. Als laatste kwam er een oude, versleten luie stoel onder de hamer. De leden van de jeugdvereniging zagen die stoel wel ‘zitten’ voor hun jeugdruimte en legde geld bij elkaar. Ze moesten het opnemen tegen een vrijgezelle dertiger en een kerkenraadslid van in de vijftig. De prijs liep aardig op, met stappen van 25 gulden van 100 naar 200 gulden, 400 gulden… Uiteindelijk kon de jeugd niet op tegen het grote geld en ging de bank voor 800 gulden met het kerkenraadslid mee.
Iedereen leek voldaan te zijn met de grote zak geld die er was opgehaald, maar toen stond er een vrouw op uit de kerkbanken, ze liep naar voren en pakte duidelijk geëmotioneerd de microfoon. “Ik vind het heel erg dat het huis van God als een marktplein wordt gebruikt!” Een ongemakkelijke stilte viel over de gemeente. De sfeer werd nog ongemakkelijker toen het kerkenraadslid dat zojuist de stoel gekocht had de dag moest afsluiten. Voordat hij het gebed uitsprak zei hij dat hij begrip had voor de vrouw maar zelf geen moeite had met een veiling voor het goede doel in de kerkzaal. De discussie ging na het gebed nog lang door in verschillende groepjes.

Eredienst
De dienst rondom de tempel en de tabernakel wordt in het Nieuwe Testament de eredienst genoemd. Door o.a. de offers en de rituelen wordt God de eer bewezen. Paulus koppelt deze eredienst expliciet aan het volk van Israël: “Zij zijn immers Israëlieten; voor hen geldt de aanneming tot kinderen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften.” (Romeinen 9:4). Ook de schrijver van de brief aan de Hebreeën koppelt de eredienst expliciet aan het heiligdom (Hebreeën 9:1,24). De originele betekenis van het woord ‘eredienst’ betreft dus het hele gebeuren rondom de tempel in Jeruzalem. Paulus gebruikt het woord één keer in de context van de nieuwtestamentische gemeente, in Romeinen 12:1. Daar noemt hij het wijden van ons lichaam aan God de redelijke eredienst. Ons hele leven wordt op die manier dus één grote eredienst.

Tempel van de Heilige Geest
Dat Paulus ons hele leven noemt als eredienst voor God past helemaal bij zijn nieuwtestamentische tempelvisie. Waar in het Oude Testament de tempel nog in Jeruzalem stond, en God daar zijn intrek daar ingenomen had, dient nu elke christen als tempel voor de Heilige Geest (Zie 1 Korinthe 3:16, 6:19). God woont in ons, ons leven is tot eer van hem. Daarom bidt een christen ook niet enkel in Jeruzalem maar waar ook ter wereld. Het kerkgebouw is geen tempel en het is al helemaal niet het huis van God. Ons lichaam is het huis van God. Waar christenen samenkomen is Jezus aanwezig, dat kan in een schuurtje zijn of in een sportzaal. Dat kan op zondagmorgen zijn maar ook op woensdagmiddag. Dat kan in een officiële setting zijn maar ook ad hoc. Jezus zegt niet voor niets dat hij daar aanwezig is waar twee of drie in zijn naam aanwezig zijn.

Zondagse eredienst
Wat er op zondag gebeurt in het kerkgebouw is belangrijk. Het is hét moment in de week dat de hele gemeente bij elkaar komt en dus uniek. Door de weeks komen christenen in losse verbanden bij elkaar, op zondag is iedereen er. In de kerkdienst kiezen we niet naast wie we zitten en en hebben we elkaar niet uitgekozen. Dat maakt de kerkdienst uniek en onvervangbaar. Maar tegelijkertijd is het gebed op zondag niet wezenlijk meer van belang dan een schietgebed in de auto. De zondagse dienst is niet meer eredienst dan het Bijbellezen aan tafel, het liefhebben van je naaste of het uitvoeren van je werk. Hoewel er dus heel veel positiefs gezegd kan worden over de zondagse eredienst, we mogen haar niet vergelijken met de tempeldienst. Ze heeft geen bepaalde mate van heiligheid waardoor we een een soort sacrale voorzichtigheid in acht moeten nemen als we over de invulling daarvan praten. Het kerkgebouw is niet heilig, het is niet bijzonder, het is gewoon een stapel stenen. Overigens wel vaak wel een hele mooie stapel stenen. En natuurlijk mag je als gemeente blij zijn als je een mooi gebouw hebt.

Begrijpelijk
Het is begrijpelijk dat bepaalde uitdrukkingen gebruikt worden, zoal het spreken over het kerkgebouw als Gods huis en de kerkdienst als de eredienst. Toch is het belangrijk om het onderscheid wel in het oog te houden. Juist ons lichaam als tempel en ons leven als eredienst zijn van essentieel belang. Het helpt ons om niet alleen op zondag christen te zijn, of de dominee te zien als middelaar tussen God en jezelf. Het leert ons dat ook wat we door de weeks doen van belang is en dat we heilig moeten leven en niet alleen met een vroom hoofd in de kerk moeten zitten. Het laat ook duidelijk zien dat er in de kerk geen sprake meer is van een cultus waarbij het op de juiste manier uitvoeren van rituelen en instellingen van wezenlijk belang is. Het vertelt ons dat ons eigen Bijbellezen, interpreteren en toepassen van net zo’n groot belang is als wanneer de predikant het doet. Het woord van de dominee is niet heiliger of christelijker dan het woord van andere christenen. Natuurlijk heeft de predikant wel meer kennis, en zoals altijd is het veel waard om aandachtig te luisteren naar iemand met veel kennis en ervaring. Maar je komt niet pas in de kerkdienst onder het woord van God. Elke keer als iemand getuigt van Jezus Christus kom je in aanraking met het Woord, dat Jezus Christus is.

Ontspanning
Dat geeft ontzettend veel ontspanning bij het spreken over de invulling van de zondagse kerkdiensten. Natuurlijk vraagt het op een praktisch menselijk niveau meer voorzichtigheid en doordenking. We hebben het over een activiteit met een groter aantal deelnemers, meer diversiteit, een centrale functie in het gemeente zijn, etc. Het spreekt voor zich dat je daarom goed nadenkt over de invulling van de kerkdienst. Maar te vaak wordt er over de liturgie gesproken alsof het aan heiligere eisen moet voldoen dan onze door-de-weekse dienst aan God. Dan mogen er op zaterdagavond wel gezangen gezongen worden, maar niet in de kerkdienst, mogen mensen die op de club bidden niet in de samenkomst bidden, of durven we het niet aan om broodnodige veranderingen door te voeren in de liturgie terwijl we alle andere kerkelijke activiteiten al wel grootschalig hebben aangepast en bij de tijd gebracht. Deze gespannen manier van nadenken over de invulling van de dienst op zondag heeft in veel orthodoxe gemeenten ertoe geleidt dat de door-de-weekse dienst aan God heel anders ingevuld wordt dan de zondagse. Dan is er een groot verschil ontstaan tussen de eredienst op maandag en de eredienst op zondag.

Geld wapperen
Nadenken over wat er gebeurt op zondag in de kerk is belangrijk. Hoewel er dus geen religieuze of sacrale spanning hoeft te hangen rondom de invulling van de kerkdiensten, spreekt het voor zich dat we niet onbezonnen te werk moeten gaan. En hoewel die vrouw die de microfoon nam strict gesproken geen gelijk had toen ze de kerk het ‘huis van God’ noemde, was haar kritiek op een goedbedoeld wedstrijdje geld wapperen wel terecht. En misschien viel het extra op doordat het in het kerkgebouw plaatsvond. In het kerkgebouw zijn we ons extra bewust van wat we doen, en daar is op zich niets mis mee. Maar we moeten ons er ook bewust zijn van wat we laten. Een kind dat zich niet thuis voelt in een kerkgebouw, een jongere die door de preken niet geraakt wordt in zijn bestaan, een volwassene die de liederen niet uit zijn hart mee kan zingen, een gebed waarbij gemeenteleden in slaap vallen, ook dat hoort allemaal niet thuis in een kerkgebouw. En daarbuiten ook niet, want heel ons leven is de eredienst voor God. Op zondag in de kerk, op maandag op je werk, en voor de jongeren op zaterdagavond op de uiteindelijk aan hen geschonken luie stoel.

——-
Dit blog is het tweede in een serie over de vormgeving van christelijke kerkdiensten in de 21ste eeuw
1. Niet voor buitenstaanders
2. Het huis van God
3. Zuiver vals zingen
4. Willen we de Psalmen echt bewaren?
5. Wat voor mening-type ben jij?

 

Reacties