Evangelie van zonde en genade, naastenliefde en gerechtigheid

Urgentie
Ik ben opgegroeid met het begrip: “Evangelie van zonde en genade”. Een prachtige typering die zowel de ernst van de zonde als de liefde van God laat zien. Als de nadruk, zoals in mijn jeugd, meer op de genade dan op de zonde ligt, leidt dat niet tot een somber godsbeeld of een negatieve levensinstelling. Daar ben ik ontzettend blij mee.
Toch is het nog niet zo lang dat ik me ging realiseren dat “zonde en genade” toch een incomplete typering van het Evangelie is. Door het schrijven van mijn boek kwam ik in contact met predikanten zoals Jan Wolsheimer en Wielie Elhorst. Predikanten buiten mijn directe geloofsgroep die hele andere accenten legden dan ik gewend was. Tot op het (soms voor mij) overdrevene af drukten ze mijn neus op het belang van de naastenliefde en gerechtigheid.

Nu!
Ik wist heus wel wat naastenliefde was. Zeker geen onbelangrijk thema bij ‘mijn soort christenen’. Toch kreeg het begrip nu een nieuw soort urgentie. Zonder dat ik het altijd eens was met hun invulling, kon ik niet ontkennen dat deze kant van het Evangelie bij mij onderbelicht was geweest. Als het Evangelie ten diepste enkel over zonde en genade gaat, dan staat alleen de manier waarop ik tegenover God sta centraal. Maar als je daar “naastenliefde en gerechtigheid” aan toevoegt, dan maak je het kruis met een dwarsbalk compleet. Het is fantastisch en hoopvol dat mijn zonden zijn vergeven, en ik straks voor altijd bij God mag zijn, maar het Koninkrijk van God is niet iets voor later, het begint nu al.

God én je naaste
Christen zijn gaat niet alleen over mijn relatie met God, het gaat ook over de mensen om me heen. Niet alleen omdat God dat wil, want dan ben je via een omweg nog steeds verticaal bezig. Van je naaste houden doe je omdat je echt om hem geeft. De mensen die je tegenkomt zien zoals Jezus hen ziet. Niet als lastpakken of tijd verspillende aandachtszuigers, maar als personen die zoeken naar liefde en erkenning, net als ik.
Als Jezus het gebod van de liefde geeft, vertelt hij niets nieuws. In Deuteronomium 6:5 lezen we al dat we God lief moeten hebben met heel ons hart, heel onze ziel en al onze kracht. In Leviticus 19:18 staat al dat we onze naaste lief moeten hebben als onszelf. Wat Jezus doet is deze twee geboden aan elkaar koppelen. Je kunt God niet liefhebben, als je niet ook je naaste liefhebt.

Zonder naastenliefde loopt onze liefde voor God het risico om fundamentalistisch te worden. Dan willen we Gods wil uitvoeren, zonder oog te hebben op de noden van de mensen om ons heen. Onze normen worden doelen in zichzelf: “Omdat God het wil”. Maar het zijn middelen om op een rechtvaardige wijze samen ten leven. Jezus en Paulus leren ons dat de wet om de liefde draait. Zonder de liefde voor de naaste, is het gebod leeg. Dan lijkt het leven net een spelletje met strenge regels, waar we ons maar naar hebben te voegen. Gelukkig is het niet zo, de liefde is de vervulling van de wet! Er is geen enkel gebod, leert Paulus ons, dat niet vervuld wordt in dat ene: “Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf!”. Als er geen liefde in onze geboden en onze godsdienst zit, dan klinken we als schallende cimbalen, dan zijn we niets.

Naast je
Maar sommige christenen raken zo in de ban van die naastenliefde, dat de aandacht voor zonde en genade in de marge komt te staan. Dat is niet alleen een slecht idee omdat dan je blik op God op de tocht kan komen te staan. Zonde en genade zijn ook van groot belang omdat ze ons helpen om onze naasten gelijkwaardig lief te hebben. Juist als je je bewust bent van je eigen faalcapaciteiten, kost het minder moeite om dwars door de fouten van de ander heen te kijken, en hem als mens te zien en lief te hebben. Naastenliefde dankzij zonde en genade is gelijkwaardig. Dan houd je van me, omdat ik ben zoals jij. Naastenliefde zonder zelfkennis loopt het risico om paternalistisch of betuttelend te worden. Dan wordt het liefde die ik van boven over die ander uitstort, als een gunst.
Liefde voor elkaar als gevolg van de genade van God loopt je dat risico niet. Dan wordt naastenliefde gerechtigheid. Je geeft de ander wat hem toekomt, omdat hij is als jij. Dan staat je naaste naast je. Daarmee zijn alle discussies nog lang de wereld niet uit, want wat is recht en wat komt die ander precies toe? Het is dan ook geen oplossing, maar een uitgangspunt, een levenswijze.

En / én!
Leven vanuit het Evangelie van “zonde en genade, naastenliefde en gerechtigheid”. Ik hoop dat alle 4 die woorden zullen blijven hangen, en geen van die woorden vergeten worden, of de anderen zal overschaduwen. Vier woordjes, dat moet toch wel te doen zijn?

Reacties