Evolutie en de historiciteit van de zondeval

worldpuzzle2Vragen
Ds. C. Blenk is mijn jeugdheld. Als geen ander kan hij je aan het denken zetten. Altijd weer kwam hij met verrassende inzichten en vragen. Hij veroordeelde tegengestelde ideeën niet, maar stuurde ons, dankzij een paar kanttekeningen, met huiswerk de kerk uit. Hij gaf niet alleen antwoorden, maar ook goed voorbereide vragen. Het recente interview met Blenk in de Waarheidsvriend las ik dan ook met veel plezier.
Aan het eind gaat hij in op de problematiek rondom schepping en evolutie: “Ik kan haar [evolutie] niet op één lijn krijgen met schepping en Bijbel. Daarbij gaat het niet over de dagen, ook niet over de boom en de slang op zichzelf, maar over het begin, over de schepping, de goede Schepper en de werkelijkheid van de zondeval. [..] Zet als christenen de stand van het probleem neer en probeer deze niet op te lossen door kortsluiting. Maar zeg: Wij kunnen dit niet bij elkaar krijgen, nog niet”. Blenk geeft ons geen antwoord, maar schetst een probleemstelling. Daarbij laat hij het belang van de klassieke zondeval staan terwijl hij ruimte maakt voor het niet letterlijk interpreteren van Genesis. Hij legt de vinger op de kern van het probleem: hoe kan de gruwelijke werkelijkheid van de evolutie bestaan als onderdeel van het plan van de goede God? Wat is de impact van de zondeval als deze niet in de historische werkelijkheid heeft plaatsgevonden? Ik ga proberen mijn huiswerk te maken.

Theodicee
De vraag van de goede schepping en de wrede evolutie is in haar kern niets anders dan de eeuwenoude vraag van de theodicee. Hoe kan het kwaad bestaan als God goed en almachtig is? Wel is er sprake van een accentverschil: bij de klassieke theodicee staat God ter discussie. Bewijst het kwaad niet dat er geen goede god kan bestaan? Nu staat de evolutietheorie ter discussie, kan het wrede concept van evolutie bestaan als onderdeel van een goede schepping? Bij de klassieke theodicee is het de atheïst die het probleem van het kwaad gebruikt om God te ontkennen. Nu zijn het orthodoxe gelovigen die dezelfde vraagstelling gebruiken om evolutie te ontkennen. De klassieke en de orthodoxe theodicee hebben dus alles met elkaar te maken.
In het verleden werd het kwaad dat mensen overkwam nog weleens weggeredeneerd. Dan werd het slachtoffer met een kluitje in het riet gestuurd om de goedheid van God te kunnen redden. Pastoraal gezien een drama. Op diezelfde manier werkt het ontkennen van evolutie contraproductief in het helpen en bereiken van onze medemens. Voor de meeste Nederlanders is het afwijzen van evolutie een teken van achterlijkheid. Of ze daar gelijk in hebben doet er niet eens toe. In plaats van in te gaan op de vragen en twijfels die iemand heeft stuur je ze met een kluitje het riet in.

Waarheid en liefde
Blenk preekte regelmatig: “Waarheid zonder liefde is fanatisme, maar liefde zonder waarheid is vervoering.” De evolutietheorie zonder kritische vragen overnemen en integreren in de theologie zou de waarheid tekort doen. Terechte vragen dus, waar ik in dit blog op in wil gaan. Maar hoeveel naastenliefde blijft er over als we koste wat het kost vast willen blijven houden aan onze eigen scheppingsinterpretatie?
Talloze christenen lopen vast door de kloof die ze ervaren tussen wetenschap en Bijbel, juist vanwege fanatieke conservatieve waarheidsclaims. Hebben we nog oog voor hen? Willen we een discussie aangaan over waarheden, of willen we het geloofsgesprek voeren over het evangelie?
In plaats van het probleem van het kwaad te gebruiken als middel om evolutie af te wijzen, kun je het ook gebruiken om meer inzicht te krijgen in Bijbel en geloof. Dan kunnen we ook anderen helpen die met dit probleem tobben. Ik proef bij Blenk dat hij, hoewel hij sceptisch staat tegenover evolutie, het laatste wil doen: “Zet als christenen de stand van het probleem neer en probeer deze niet op te lossen door kortsluiting. Maar zeg: Wij kunnen dit niet bij elkaar krijgen, nog niet”. De evolutietheorie is voor postmoderne christenen de theodicee van onze tijd. Er zijn geen makkelijke antwoorden. Misschien leren we wel meer over God door het probleem te doordenken, dan door het op te lossen. Net zoals we de vraag van het kwaad in de wereld nooit opgelost hebben.
Het probleem van schepping en evolutie gaat in essentie niet over scheppingsdagen en een pratende slang, het gaat om de vraag hoe het kwaad gekomen is in een goede schepping. Heeft God dat zo gewild en bedacht, of is dat buiten hem om gekomen? En als dat laatste het geval is, wil dat dan zeggen dat God niet almachtig is?

Klassieke problemen
Voordat we onze pijlen op de evolutietheorie richten moeten we eerst iets erkennen. De klassieke, letterlijke uitleg van Genesis lost ook het probleem van het kwaad niet op. De hele theodicee is er juist mee geboren. Waarom kunnen mensen die God zeer goed geschapen heeft, toch in zonde vallen? Is het rechtvaardig dat elk mens slachtoffer is van de zondeval van Adam en Eva? Is het eerlijk dat mensen die buiten hun toedoen in zonde zijn gevallen, enkel gered kunnen worden door genade die buiten henzelf om, op basis van uitverkiezing wordt gegeven? Waarom heeft God niet voorkomen dat de mens viel? Hoe kan er een schepping bestaan hebben voor de zondeval, die niet volledig draaide rondom de ‘circle of life’, zonder dat er na de val een complete herschepping plaatsgevonden heeft? Hoeveel continuïteit is er tussen zo’n idyllische pre-wereld en de huidige wereld?
Over al die vragen is nagedacht, en er zijn antwoorden gevonden. Toch zijn de genoemde vragen daarmee nooit echt opgelost. Ze blijven schuren, ze blijven irriteren, ze blijven mensen van het geloof afstoten. Maar omdat het bekende vragen zijn hebben we ze geaccepteerd. Eigenlijk is het niet eerlijk om de evolutietheorie af te wijzen omdat er knellende vragen zijn, terwijl ook de klassieke uitleg haar moeilijke thema’s kent. Als ongemakkelijke problemen een reden zijn voor het afwijzen van een hypothese, dan staan we sowieso met lege handen.

Snoeien
De Bijbel kent het begrip snoeien. Snoeien doet pijn, maar leidt tot meer vrucht. Is snoeien kwaad, of is snoeien goed? Het snoeien van een appelboom wordt door niemand als slecht gezien. De slechte takken worden afgesneden zodat de goede meer ruimte krijgen en meer vruchten kunnen voortbrengen. Hoe zit dat met kleine eendjes? De reiger eet de zwakste op zodat er voor de sterkere eendjes meer ruimte is om groot en sterk te groeien. Is de voedselpiramide van de natuur goed of slecht?
Als ik mijn teen hard stoot doet dat pijn, is dat goed of slecht? Er zijn kinderen die geen pijn voelen. Dat is een vreselijke ziekte. Ze branden hun handen zonder het te weten. Ons zenuwstelsel met pijnprikkels is dus juist buitengewoon goed. Dan hebben we het nog niet over het herstelvermogen van ons lichaam. Als je je huid verwondt kan je lichaam dat zelf herstellen. Het kost een paar dagen, het is niet zonder pijn en jeuk, maar daarna heb je weer een prachtige sluitende huid. Onze pijnprikkels, ons genezingssysteem, ons immuunsysteem, is dat van voor of van na de zondeval? Heeft God eerst de schepping vervloekt, en ons vervolgens biologische systemen gegeven om met de vervloeking om te kunnen gaan?
Heeft een boom gevoel, kan een boom lijden? Lijdt een kikker die wordt opgegeten door een reiger? Hoe kwaadaardig is evolutie in zichzelf? Of is evolutie gewoon te vergelijken met snoeien? Hoe moeilijk is het om goed hier van kwaad te onderscheiden?
Het evolutionaire proces komt wreed over. Als je niet genoeg bent aangepast, dan overleef je het niet. Maar is het ook theologisch gezien als slecht te kwalificeren? Het lijkt me nogal een onderneming om op Bijbelse gronden vast te durven stellen wat goed is en wat kwaad is in de natuur. Dat gaat ook helemaal in tegen de kernboodschap van Genesis 2-4, waar het juist mis gaat als de mens het oordeel over goed en kwaad gaat beheersen. Als je Genesis echt serieus neemt, kun je dan nog wel oordelen over welke biologische processen er goed en kwaad zijn? Kunnen wij als mens de stelling wel innemen dat een goede God geen evolutie zou gebruiken?

Zondeval

De zondeval in Genesis 3 is van groot belang, juist ook voor de vraag van God en het kwaad. Doet het er werkelijk toe of die zondeval plaatsvond in de letterlijke geschiedenis, of metaforisch in ons mens zijn? Is er een kwalitatief onderscheid tussen het letterlijk planten van de verboden vrucht in de verboden boom, en het planten van verlangens naar autonomie in ons zelfbewustzijn?
In Romeinen 5 zet Paulus Adam en Jezus tegenover elkaar als de mens die de zonde bracht, en de mens die de verlossing bracht. Als Adam dan niet historisch zou zijn, dan zou dat betekenen dat Jezus ook niet historisch is, wordt dan gezegd. Dat roept allereerst de vraag op waar Eva dan is in Romeinen 5? Samen brachten Adam en Eva de zonde de wereld in. Als het gaat om de historiciteit van Genesis 3 is dat geen onbenullig detail. Sterker nog, in 1 Timotheüs 2 draait de zondeval bij Paulus enkel om Eva. Kennelijk is Paulus hoe dan ook niet bezig om Genesis 3 historisch letterlijk tegenover Jezus te zetten.
Het werkelijke probleem is theologisch. Als de historiciteit van zo’n groot belang is, dan suggereert dat dat de zonde werkelijk de wereld in kwam door het eten van een vrucht, en dat de verlossing werkelijk werd veroorzaakt door te sterven aan een kruis. Dat is wel een heel erg grove simplificatie van het evangelie van zonde en genade. De vrucht-etende Adam symboliseert het werkelijke probleem: de naar autonomie hunkerende mens die Gods autoriteit niet meer erkent en zijn eigen plaats niet meer weet. De aan het vloekhout stervende Jezus Christus verbeeldt Gods toorn over de zonde, en zijn grote liefde voor mensen, waardoor hij die vloek zelf op zich neemt.

Historische gelijkenis
Het kruis is niet de wezenlijke straf voor Jezus. Hoe erg de kruisdood ook is, het werkelijke lijden zit in de God verlatenheid. “Mijn God, Mijn God, Waarom hebt U Mij Verlaten?” De vloek van Christus wordt verbeeld door het kruis. Een beeld dat plaatsvond in de werkelijkheid om ons een beetje te helpen het te bevatten. De meest gruwelijke marteldood als middel om ons iets te laten proeven van de onmenselijke wijze waarop God de verantwoordelijkheid op zich neemt van de ellende die de mens veroorzaakt heeft. Golgotha is een gelijkenis die plaatsvindt in de werkelijke historie. Maar het is nog steeds een gelijkenis. We moeten verder kijken dan Golgotha. Het wordt niet voor niets volledig donker. Op het hoogtepunt gaat het licht uit, dan is er niets meer te zien, dan is er geen kruis meer, geen lichaam meer, geen spijkers meer en geen bloed meer. Het beeld verdwijnt, er is alleen nog maar de geestelijke werkelijkheid: Mijn God, Mijn God, Waarom hebt U Mij Verlaten?
In de Hof van Eden waren geen toeschouwers. Bovendien is er geen enkele reden om de dramatische impact van de zondeval uit te beelden in een historische gelijkenis. De werkelijkheid toont ons elke dag de impact van onze menselijke wens om goed en kwaad te beheersen. De loopgraven van de eerste wereld oorlog. De slavernij in het klassieke Griekse rijk. Hiroshima en Nagasaki. Auswitch en Rwanda. De vuren van Moloch en drugsoorlogen in Colombia. Fraude en misbruik. Ellebogenwerk en diefstal. Vreemdgaan en liefdeloosheid. Onbetrouwbaarheid en wantrouwen. Egoïsme en onhandigheid. Ik heb een kruis nodig om de diepte van Jezus’ offer een beetje te kunnen bevatten. Ik heb geen boom nodig om de impact van mijn eigen handelen te begrijpen. De hele menselijke geschiedenis is één grote boom van kennis van goed en kwaad. Genesis 3 is geen geschiedenis, het is de dagelijkse werkelijkheid. En zo werkelijk als het kwaad in mijn dagelijks leven is, zo werkelijk is het offer van Jezus nodig om het Recht te zetten.

Adam en ik
Genesis 3 en Golgotha hebben alles met elkaar te maken. Het verband dat Paulus legt is de kern van het evangelie. Het gaat dan om de mens die god werd, en om de God die mens werd. Het gaat dan om de mens die zelfbestuur claimde en over de God die zich daarvoor offerde. Het gaat dan om alles, behalve om de historiciteit. Als wij de historiciteit van Genesis 3 koste wat het kost willen bewaren, dan gaat dat voor velen ten koste van de werkelijkheid van het evangelie. Dan wordt de boom een barrière om bij het kruis te komen. Willen we de historiciteit ook tegen die kosten bewaren?
De boodschap van Genesis 3 is werkelijkheid. Als ik naar mijzelf kijk dan ben ik Adam. Ik denk dat ik alles beter weet, ik denk dat ik goed en kwaad uit elkaar kan houden. Ik denk dat ik God niet nodig heb. Ik denk dat de ander het niet zo goed snapt als ik. Ik. Ik. Ik. Het is niet eens de schuld van Eva. In het Evangelie gaat het uiteindelijk om twee personen. De ene ben ik en de Ene is Jezus. Het gaat niet om Jezus en Adam, het gaat om Jezus en mij. Beiden werkelijk waar in de historische, maar vooral in de geestelijke werkelijkheid. Hij moet mijn God worden en mijn Heer. Hij moet beslissen over goed en kwaad, en niet ik.
Een metaforische Adam kan prima bestaan om de problematiek helder te maken die bij de historisch-werkelijke ik hoort. Adam betekent ook gewoon ‘mens’. En daarom hoeft Paulus het niet over Eva te hebben. Eva is ook een adam. Een metaforische Adam haalt de werkelijke Jezus Christus zeker niet onderuit. Adam moet wel metaforisch zijn, anders zou het niet meer over mij gaan, dan zou ik me af kunnen gaan vragen waarom ik zou moeten boeten voor zijn fout.

Schuren
Wie nadenkt over de theologische impact van een klassiek scheppingsgeloof of een postmodern evolutiebegrip komt in de knel. Welk antwoord je ook kiest, theologisch blijft het schuren. De vraag naar de manier waarop de prehistorie theologisch-historisch begrepen moet worden is geen puzzel. Het is niet zo dat wij even kunnen uitmaken welke wordings-geschiedenis goed is, en welke kwaad.
Wat we wel kunnen is ons eigen zelfbewustzijn tegen de boom en het kruis leggen. En ook de manier waarop buitenstaanders naar ons kijken. De orthodoxie staat op een belangrijke splitsing. Blijft zij de theodicee gebruiken als middel om de evolutie te ontkennen, of slaan we de weg in naar de ander, en gaan we het probleem doordenken in de hoop handvatten te vinden om de ander te bereiken. Durven wij het aan om het evangelie van zonde en genade te doordenken met behulp van de woorden en het begrijpen van onze tijd? Durven we het aan om Jezus Christus te preken tegen de achtergrond van evolutie en moderne wetenschap? Ook als die moderne wetenschap niet volledig is, en ongetwijfeld fouten zal bevatten?
Ds. Blenk gaf mij altijd huiswerk mee. Elk onderwerp gaf uiteindelijk meer vragen dan antwoorden. Daar is niks aan veranderd. Ik hoop dat we al onze antwoorden los durven te laten die hét Antwoord blokkeren. Ik hoop dat we ons durven te verwonderen over de schepping, ook via de wetenschap.

Lees het boek van dezelfde auteur: Nederlander met de Nederlanders, een positieve, orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders. Nederlander met de Nederlanders, Een positieve, orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders
Reacties