God komt naast ons zitten
|Mijn zoon is soms boos of verdrietig. Dan loopt hij naar boven en trekt zich terug in zijn kamer. Als ik achter hem aanloop roept hij vol woede: “Laat me nou toch eventjes met rust”. Dat doe ik dan, even terug de woonkamer in. Na 10 minuten doe ik een nieuwe poging, en loop ik zijn kamer in. Hij ligt op bed in zijn deken gerold. Dan klim ik zijn hoogslaper op, en ga naast hem liggen. Ik houd mijn mond. Gewoon liggen en zwijgen. Na verloop van tijd leg ik een arm om hem heen, rol hem uit zijn deken. Langzaam merk ik dat hij troost vindt in mijn aanwezigheid. Zo liggen we dan een tijd. Pas dan vraag ik hem: “Hoe is het?”
Van mijn vrouw heb ik geleerd dat dat place sharing is. Ze werkt voor de Jeugdorganisatie van de Protestantse kerk (JOP). Als er iets is met een kind of een jongere, niet direct in gesprek gaan, geen vragen en geen antwoorden, geen adviezen en al helemaal geen verwijten of beschuldigingen. Gewoon bij iemand zijn. Naast elkaar zitten. Zijn of haar plaats delen. Place sharing. Een prachtig begrip voor een van de beste manieren om met een ander om te gaan. Door zijn plaats te delen laat je zien dat je bij hem wilt zijn, met haar samen gezien wilt worden, het ‘samen zijn’ prioriteit heeft boven al het andere, en je tijd mag kosten. Je laat merken dat de ander je raakt, je oog hebt voor zijn leed, voor haar zorgen en verdriet. Dat je ook bij hem wil zijn in dat donkere hoekje. Dat je alles aan de kant zet om dat leed te delen. Place sharing is naast iemand staan. Je stelt je niet boven hem, je presenteert je niet als slachtoffer. Geen preek, geen advies, enkel de wil om te zijn waar die ander is.
Dat place sharing hoeft niet eens fysiek te gebeuren. Eerder blogde ik al over een moeder die er gewoon wilde zijn voor haar homoseksuele dochter. Ze begreep het niet, ze wist niet wat ze moest doen, ze wist niet wat goed en verkeerd was, maar wilde van haar dochter houden en haar steunen. Zo zat ze als het ware naast haar dochter in de kast. Ondertussen kraakte haar huwelijk omdat haar man het haar kwalijk nam.
Ook raakte het verhaal van Andries Knevel me. Op de website van de EO vertelt hij hoe hij ’s nachts wakker lag in het ziekenhuis, tijdens zijn legionella besmetting: “De nachten waren het moeilijkst. Ik moest plat op mijn rug liggen – wat ik thuis nooit doe –, zat onder de slangen en kon amper bewegen. Nachtenlang heb ik niet geslapen. Weet je wat me erdoorheen heeft gesleept? Het lied ‘Ik zal er zijn’ van Sela. Keer op keer heb ik dat gezongen. Hardop. Ik lag toch alleen. Ja, zelfs in de diepste diepten heb ik mooie momenten beleefd.”
Het lied gaat over Gods naam: JHWH, die letterlijk zoiets betekent als Ik ben, Aanwezige of Zijnde.
Dat is de grootste openbaring van God over zichzelf. Zijn naam is niet De Almachtige of De Alwetende. Ook niet De Rechtvaardige of De Onoverwinnelijke. Wie hij werkelijk is blijkt uit zijn naam: Hij is. Hij is bij ons. Dat zegt ook de naam die Jezus krijgt: Zijn naam zal zijn Immanuël, God met ons!
Kerst is de meest ultieme vorm van Place Sharing. God shared our place. Hij komt vanuit de hoge hemel naar de diepe aarde om mens met de mensen te zijn, om bij ons te wonen, om ons in alles gelijk te worden. Als God mens wordt, dan komt hij niet met een welverdiend oordeel. Hij komt niet om zijn gelijk te halen, om ons de les te lezen. Ja, hij spreekt, wijst ons op onze opdracht om lief te hebben. Maar het oordeel ondergaat hij zelf. Niet meteen, eerst is hij mens, 33 jaar lang. Dat vieren we met kerst, God is niet alleen in naam aanwezig, maar in het echt. Met kerst denken we nog niet aan Goede Vrijdag of Pasen, dat komt later pas.
Kerst is de Place Sharing van de Vader met zijn kinderen. God blijft niet op afstand, maar komt naar ons toe. Hij komt naast ons zitten. Hij spreekt onze taal, gebruikt onze uitdrukkingen, draagt onze kleding en loopt over onze wegen. Hij slaapt in een mensen-bed en eet mensen-voedsel. Hij spreekt met ons en luistert naar ons.
Daarom is God in Jezus Christus totaal anders dan elke andere menselijke verbeelding van een godheid. Daarom is het zo belangrijk dat God in Jezus letterlijk mens werd. De theorie moest in de praktijk gebracht worden. Even geen metaforen en gelijkenissen meer, geen diepzinnige boodschappen en visioenen. Dé God die echt mens werd, en echt onder ons woonde. Zonder kerst is het christendom maar een verhaaltje, een mooie gedachte, niet meer. Dan verwijst elk kaarsje dat we aansteken enkel symbolisch naar… een symbolische godsgeboorte. Dan stapelen we symbool op symbool, metafoor op metafoor, maar zit er uiteindelijk niets onder. Dan is God niets meer dan een vader die van boven naar beneden roept: “Hoe gaat het met je?”
Maar omdat God mens werd, en zo het licht echt in onze wereld kwam, kunnen we kerst vieren. Doe alle kaarsen aan, versier het huis. Vier feest, eet met elkaar. Wens elkaar vrede toe, geef elkaar vrede.
Hoe wij ook kerst vieren, het gaat pas mis als hij er niet bij is. Als we ons hart dichtgooien wanneer we verdrietig of boos zijn. Niet samen met hem willen huilen. Soms roepen we tegen God: “Laat me nou toch eventjes met rust”. Ik kan me zo voorstellen dat God dan even luistert, even terug naar de woonkamer, om dan later nog een keer bij ons binnen te komen, naast ons te komen zitten, om onze place te sharen.
———-
Ik zal er zijn
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.
Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.
De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan.
‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.
O Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer:
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.
2013, Stichting Sela Muziek, tekst: Hans Maat (link naar youtube)