Bijbelse hermeneutiek: lezen zonder biblicisme en relativering

Henk van den Belt legt in zijn opiniestuk in het Nederlands Dagblad de vinger bij de problematiek van een relativerende manier van hermeneutiek beoefenen. Een waarschuwing die Arnold Huijgen een dag eerder al liet horen. Maar deze terechte waarschuwingen mogen niet losstaan van een waarschuwing tegen een net zo gevaarlijke biblicistische manier van bijbellezen.

Prof. Van Asselt leerde me dat hermeneutiek een sleutel is die ons helpt om de tekst te openen. Dat is een eenvoudig uitgangspunt dat recht doet aan het gezag van de door de Geest geïnspireerde Bijbel, die ons wat te zeggen heeft. Ook erkent het dat we de betekenis van de bijbelse woorden alleen kunnen begrijpen als we op zoek gaan naar hun culturele, literaire, en inhoudelijke context. Wie zegt dat hij de tekst leest zoals die er staat past alleen de hermeneutiek van de eigen context toe, en maakt van zijn eigen begrijpen de sleutel tot het lezen van de Bijbel. Daarmee staat de biblicist niet zo heel ver af van iemand die vanuit zijn eigen postmoderne denken de Bijbel juist relativeert.

Het begrijpen van een tekst begint al bij de vertaling. Laat ik een voorbeeld geven; Paulus schrijft in 1 Korinthe 11 het woord ἀκατακαλύπτῳ. Zonder kennis van het Grieks zie je alleen onbegrijpelijke krabbeltjes staan. Als je met behulp van de taalwetenschap op zoek gaat naar de betekenis leer je dat er zoiets als ‘onbedekt’ mee bedoeld wordt. Uit de context blijkt dat daar het woord ‘hoofd’ aan toegevoegd moet worden; een onbedekt hoofd.
Kennis van het Grieks en contextueel lezen geven ons sleutels in handen om van betekenisloze krabbeltjes een beeld te maken. Als Hervormd kind zag ik dan een kerkhoedje voor me. Mijn vriendje uit de Vergadering der gelovigen dacht aan de hoofddoek die zijn moeder bij het lunchgebed omdeed. Is die eenvoudige opdracht om iets op je hoofd te doen de werkelijke boodschap van de Heilige Geest? Paulus schrijft ook over schande, gezag en engelen. Er lijkt meer aan de hand dan een eenvoudig gebod.
De Griekse schrijver Plutarchus uit de 1ste eeuw levert nog een sleutel aan in zijn beschrijvingen van de Griekse mores. Uitgebreid vertelt hij hoe het gebruik van hoofdbedekkingen door mannen en vrouwen in verschillende situaties en gezelschappen verschillende maatschappelijke betekennissen heeft. De ‘[hoofd]bedekking’ heeft kennelijk niet alleen een letterlijke, maar vooral ook een maatschappelijke betekenis. Die kennis kun je gebruiken als een sleutel om te zien wat de tekst ons werkelijk te zeggen heeft. Wat heeft Paulus te zeggen over de manier waarop de Korinthiërs om moeten gaan met de gebruiken en verhoudingen van hun tijd, en kan die manier ons ook iets leren voor vandaag?

Als je hermeneutiek op die manier gebruikt relativeer je de tekst niet, maar ga je juist op zoek naar haar werkelijke betekenis. Je doet recht aan de boodschap van de Heilige Geest door verder te kijken dan de Griekse krabbeltjes en hun taalkundige betekenis, of een platte toepassing die je invult vanuit je eigen begrijpen. Wat heeft Paulus mij als postmoderne Nederlander te vertellen?
Als we vanwege een onbewust conservatieve grondhouding vast blijven houden aan bepaalde gebruiken drijft dat veel orthodoxe gelovigen juist in de armen van de vrijzinnigheid. De starre letterlijke lezing van de tekst leverde zo weinig liefde op voor de boodschap, en zoveel weerzin tegen de onbedoelde consequenties, dat het respect voor de tekst verdwijnt. Het conservatisme is vaak de moeder van de vrijzinnigheid.
Een waarschuwing tegen relativering is op zijn plaats, maar het echte gevaar in de orthodoxie zit in de menselijke reflex om in een snel veranderende wereld te zoeken naar de schijnzekerheden van een contextloze letterlijke lezing.
De Bijbel is geen juridisch boek met bepalingen die wij ondoordacht gehoorzaam moeten volgen, geen ‘doet dit en gij zult leven’. De Geest wil ons met de Bijbel juist helpen om biddend, overleggend, en onderzoekend onze weg te zoeken in veranderende, complexe sociologische en maatschappelijke situaties. Hermeneutiek moet een zoektocht zijn om voorbij de letter te zoeken naar de boodschap van de Geest. De letter doodt, de Geest maakt levend.

God is eeuwig dezelfde, onze woorden en gebruiken zijn dat niet. De betekenis en gevoelswaarde van wat wij zeggen en doen is afhankelijk van tijd en context. Het woord ‘bankier’ had in 2004 een totaal andere gevoelswaarde dan in 2009, ook al bleef de betekenis in het woordenboek hetzelfde. Wie in 1900 in klederdracht door Zeeland liep viel niet op, maar als je het nu doet wordt je een toeristische attractie.
De gezagsgetrouwe lezing van de Bijbel zit in het geloof dat God door zijn Geest ons in 2019 iets te zeggen heeft met de woorden van toen. Niet door Grieken van ons te maken, maar door zijn eeuwige genade en vergeving zichtbaar te maken in de tijdelijkheid van het nu. Door voor het oog hetzelfde te blijven hebben we in de orthodoxie vaak het tegenovergestelde voor elkaar gekregen. Door ons vast te houden aan gebruiken die een andere betekenis kregen gaven we juist een andere betekenis aan het Evangelie van Jezus Christus. We dachten dat we hetzelfde bleven, maar werden totaal anders, en in plaats van de Levende God maakten we van menselijke gebruiken en instellingen de kern van ons geloof.

Een hermeneutische lezing gaat op zoek naar sleutels om de tekst te openen en te zoeken naar haar betekenis en doel. In hoofdstuk 9 van de eerste Korinthebrief geeft Paulus ons een blik op zijn doel: “Voor allen ben ik alles geworden, om in ieder geval enigen te behouden. En dit doe ik ter wille van het Evangelie, opdat ik daarvan ook zelf deelgenoot zou worden.” Niet de hoofdbedekking of de positie van de vrouw zijn het hoofdonderwerp van zijn brief. Dat zijn allemaal hulpmiddelen om bij Christus te komen. Dat is de belangrijkste sleutel voor het lezen van de Bijbel, Jezus Christus en die gekruisigd, het vlees geworden Woord van God.

Reacties