Het gelijk van Petrus betekende bijna het einde van de Kerk
|Petrus is een held. Als er 200 soldaten met fakkels en wapens op zijn Heer afkomen, trekt hij zijn zwaard en gaat hij de vijand te lijf. “Mijn leven zal ik voor U geven.” had hij tegen Jezus gezegd, en Petrus is een man van zijn woord. Met getrokken zwaard gaat hij in Gethsémané doelbewust de dood tegemoet. Sommige christenen denken dat Petrus eerst een grote mond had, maar slappe knieën kreeg toen het er op aankwam, en vluchtte. Het tegendeel is waar. Petrus stond voor zijn zaak.
Petrus had natuurlijk gelijk. Dat Jezus met zoveel machtsvertoon opgepakt werd was onrechtvaardig. Jezus was onschuldig en Judas een vuile verrader. Jezus stond juist op het punt om het écht rechtvaardige koninkrijk van God te stichten, waarin voor altijd recht gedaan zou worden aan ieder mens. Petrus streed voor de goede zaak, precies zoals hij beloofd had. In Jezus naam.
Als Jezus hem opdraagt om de strijd te stoppen, en ook nog eens zijn vijand geneest, dan knapt er wat in Petrus. Wil hij die Jezus nog wel volgen? Jaren van zijn leven had hij gegeven aan de hoop van een betere samenleving onder leiding van koning Jezus, die het recht echt zou laten gelden. Allemaal voor niks, want Jezus wil niet strijden, overwinnen en regeren, maar lijden, sterven en ten onder gaan. En met Jezus zou het plan voor de eerlijke maatschappij sterven. Daarom verlaat Petrus Jezus. Niet uit angst, maar uit pure verwarring en verongelijktheid. Petrus had gelijk, hij streed voor de goede zaak.
Als Petrus Jezus over had kunnen halen, of Jezus niet op tijd had ingegrepen, dan was de strijd geëscaleerd, daar in Gethsémané. Dan was de groep rondom Jezus midden in de nacht zonder getuigen geliquideerd als criminele opstandelingen. Petrus’ gelijk betekende bijna het einde van de kerk en het Evangelie. Daar moest ik aan denken toen ik het interview met Sjoerd Pasterkamp op CIP las: “Veel kerken zijn kapot gegaan door mensen die gelijk hadden”.
Er zijn nog steeds veel christenen die gelijk hebben. We verschillen onderling van mening over welk gelijk het allergelijkst is, maar zelf zijn we overtuigd van onszelf. En hoewel er een hoop gekkies rondlopen met dwaze ideeën, zitten er ook echte gelijkhebbers tussen.
Gelijkhebben kan op veel onderwerpen. Als het om moslims gaat kun je gelijk hebben dat God afgoderij haat, en je kunt gelijk hebben dat God de vreemdelingen en de vluchtelingen liefheeft, en moslims ook God zoeken om hem te dienen. Je kunt gelijk hebben dat we de zwakken in de samenleving beter moeten helpen, en je kunt gelijk hebben dat mensen die de boel bedriegen en profiteren van anderen goed moeten worden aangepakt. Gelijk over ethische normen rondom de positie van de vrouw, homoseksualiteit, schepping of evolutie, het aanbod van genade, de uitverkiezing, Israël en de Palestijnen, de doop, gebedsgenezing, tongentaal, de datum waarop Jezus terugkomt, samenwonen of trouwen, etc. etc. Echt, de onderwerpen waarop je gelijk kunt hebben zijn eindeloos. Maar wat doe je dan?
Gelukkig pakken steeds minder christenen het fysieke zwaard, maar met scherpe woorden wordt er nog veel gevochten in Jezus naam. Hel en verdoemenis, veroordeling en woede, allemaal om het koninkrijk van God te beschermen. Verbaal geweld in de naam van Jezus. Echt niet alleen van hele conservatieve dominees in zwarte pakken, ook door linkse christenhipsters die in het GroenLinks programma het politiek-geworden-woord van God zien. Er wordt wat afgehakt op de oren van broeders en zusters.
Wat zou jij doen, als Jezus jou opdraagt je tong in te slikken, en hij je ongelijkhebbende broeder liefheeft en geneest? Als Jezus zou zeggen dat zijn koninkrijk niet van deze wereld is, en dat iedere burger van dat koninkrijk niet onder dwang genationaliseerd kan worden, maar zo (opnieuw) geboren moet worden? Dat het zinloos is om je gelijk met verbaal geweld te halen, en dat dé christelijke weg is om zelf het koninkrijk voor te leven? Dat je naaste je buurman is, ook al heeft hij ongelijk. (ongelijk volgens jou dan hé, maar dat was hopelijk al duidelijk).
Jezus vraagt Petrus uiteindelijk of hij hem lief heeft. Meer dan al die anderen? Dat dacht Petrus namelijk, dat hij als oppergelijkhebber Jezus meer liefhad dan de rest. Maar Petrus is bescheiden geworden. Hij zwakt zijn liefde af, en kan Jezus alleen nog maar bescheiden liefde geven. Dat is het enige dat Jezus van hem vraagt, bescheiden, geen grootse liefde. Pas dan, als Petrus al zijn pretenties aan de kant geschoven heeft, is hij geschikt om de kerk te leiden. Dat betekent niet dat Petrus zich voortaan op de vlakte houdt over controversiële onderwerpen, dat deed Jezus ook niet. Hij strijdt niet meer, maar getuigt. Paradoxaal genoeg is dat de manier die voor een langzame maar duidelijke verspreiding van recht en liefde in de wereld zorgde. Petrus is een held.