Interview door ‘Prijs met Johannes de Heer’ voor het herfst-magazine van 2022

Dit interview werd mij door ‘Prijs met Johannes de Heer’ afgenomen voor plaatsing in het PMJDH-magazine (herfst 2022) en voor plaatsing in hun online-rubriek ‘het Johannes de Heer-lied van…’ Meer informatie: www.pmjdh.nl
————————————————————————-

HET JOHANNES DE HEER-LIED VAN…

Naam: R.M. (Robert) Plomp
Leeftijd: 44
Kerkelijke achtergrond: Protestantse Kerk Nederland
(richting: Gereformeerde Bond)
Wellicht kent u hem als: christelijk blogger, spreker, schrijver
(van o.a. de boeken Nederlander met de Nederlanders en Geschapen om te regeren ’)

Geïnterviewd: 3 augustus 2022

Robert Plomp (1978) woont in Delft, is getrouwd met Nelleke Plomp met wie hij samen 3 kinderen heeft. Robert is lid van de ‘gereformeerde bonds’ gemeente Mattheüs in Delft, waar hij jarenlang jeugdleider en jeugdouderling is geweest. Sinds 1997 werkt hij als zelfstandige in de ICT. Na veel studie, zelfstudie en gesprekken is Robert Plomp gaan spreken en publiceren over theologische en christelijke onderwerpen die ook in zijn blog ‘vromepraatjes.nl‘ behandeld worden. Robert noemt zichzelf ‘progressief orthodox’.

Robert, als je naar de lijst met 1011 Johannes de Heer-liederen kijkt,
welk Johannes de Heer lied spreekt jou dan het meeste aan? 

96 – Ik bouw op U, mijn Schild en mijn Verlosser
Dit lied leerde ik op de basisschool. De meester vertelde het verhaal van de 5 zendelingen die gedood werden door de stam aan wie ze het Evangelie wilden vertellen. Ze wisten dat de stam agressief was, maar toch wilden ze hen bereiken, en zongen dit lied toen ze op weg gingen. Ondanks dat werden zij vermoord. Later zouden hun vrouwen en zussen alsnog in contact komen met deze stam, hen het Evangelie vertellen, en velen zich bekeren.

Dat vond ik een indrukwekkend verhaal. Het vertrouwen op God dat niet uitgaat van het eigen welzijn, en zelfs blijft bestaan als God niet beschermt. De liefde voor de moordenaars van je geliefde, en de bijzondere manier waarop het plan ondanks alles uiteindelijk toch kan worden uitgevoerd. Het liet me zien dat het geloof in Jezus Christus geen goedkoop succesverhaaltje is. Het leerde me ook dat naastenliefde pas echt bestaat als je het aan je vijanden kunt geven.

Thuisgekomen leerde ik het lied meteen aan mijn ouders en broer en zussen.
Nog steeds vertelt mijn moeder af en toe hoe ik toen geraakt werd door dat verhaal.
Dankzij haar heb ik het waarschijnlijk ook onthouden.

Op welk moment in jouw leven kwam je in aanraking met de liederen van Johannes de Heer?
Op school en op de clubs van de kerk zongen we veel. Juf Adrie in groep 4 had een piano en het was een feest om met haar van alles te zingen. Ik wist niet welk lied waar vandaan kwam, maar als ik nu terugkijk zat daar ook veel Johannes de Heer bij. Meester Frank was dirigent van het kinderkoor van onze kerk en hij zong ook veel. Hoewel ik nooit lid werd van het koor (dat vond ik helemaal niks) vond ik het wel gaaf om met hem in de klas te zingen.

Johannes de Heer overleed in 1961.
Heb je (van thuis uit) iets meegekregen van zijn leven, activiteiten of radio-uitzendingen?
Of ging dit aan jullie (ouderlijk gezin) voorbij?
We zongen graag met elkaar, maar hadden het niet over de mensen die de liederen hadden geschreven. In onze hervormde context was Johannes de Heer ook niet iemand van wie de theologie werd aangehaald.

In de Johannes de Heer-liederen nemen 2 thema’s een belangrijke plaats in:
1. De persoonlijke bekering / het persoonlijk geloof dat Jezus Christus ook jou vrijmaakt.
2. De verwachting van Jezus’ wederkomst.
Hoe kijk jij naar deze thema’s / wat zeggen deze thema’s jou persoonlijk? 

Als kind groeide ik op in een gezin waar het christen-zijn enorm belangrijk was en is.
Mijn moeder bezocht veel vrouwendagen en luisterde vaak naar toespraken en lezingen van vrouwen bij de EO. Daar was ze zo enthousiast over dat ik het aan haar kon zien.
Het geloof was daardoor erg belangrijk voor mij als kind. Als 16-jarige werd ik actief lid van de jeugdvereniging. Het kinder-geloof werd daar een volwassen-geloof. Door met leeftijdsgenoten door te praten en door te denken ging ik automatisch reflecteren, en begrijpen en geloven dat het Evangelie ook over mij persoonlijk gaat.
Terugkijkend denk ik dat ik altijd christen was, mijn kinder-geloof was eerlijk en oprecht, en daardoor hoorde ik toen al bij Jezus, Hij had me al vrijgemaakt. Maar het is denk ik goed en belangrijk dat er ook een periode kwam waarin ik leerde dát Hij mijn persoonlijke Verlosser is, en dat ik Hem nodig heb voor vergeving en het leven.

Als twintiger heb ik me veel beziggehouden met Openbaring en de wederkomst. Toen heb ik ook gelezen wat Johannes de Heer hierover schreef, maar daar kon ik niet in meekomen.
Mijn eigen bijbelstudies leidden tot een uitleg dat het duizendjarig-rijk een metafoor is voor de periode waarin de Kerk kan groeien en de duivel, die het liefst de eindstrijd tegen Christus en Zijn Kerk direct al in de 1ste eeuw begonnen zou zijn, gebonden is.
Lang was ik er van overtuigd dat ik Jezus tijdens mijn leven terug zou zien komen, en keek daar erg naar uit. Op een dag droomde ik er zelfs heel realistisch over, dat was prachtig. Nu ik wat ouder word merk ik dat het persoonlijk mee willen maken van de wederkomst minder belangrijk voor me is geworden. Misschien is dat ook wel het proces van het aanvaarden van mijn eigen sterfelijkheid. Maar dat er een dag komt waarop Jezus terugkomt en het recht op aarde herstelt, en voor altijd onze Koning is, dat is van wezenlijk belang voor mij.

Op jouw blog / website ‘Vrome praatjes’ staan kernwoorden vermeld waarop de lezer kan zoeken. Wij pikten er een aantal woorden uit die we ook terugvinden in de zangbundel van Johannes de Heer.
We plaatsten ieder woord in de context van een Johannes de Heer-lied.
Aan jou de vraag om bij ieder woord, dat in een bepaalde context is geplaatst, een korte reactie te schrijven (het eerste dat in je opkomt)!

ALLEEN (JdH-150 couplet 3) ‘Als soms vrienden ons verlaten’
De Naam van God is “Ik Ben” en “Ik Ben Erbij”. God die ons opzoekt in onze tijd en context is een belangrijk thema in mijn publicaties. Het spoort mij ook aan om op mijn beurt de mensen van onze tijd te zoeken in hun tijd en context. Daarom heet mijn 1ste boek ook “Nederlander met de Nederlanders”. Als vrienden ons verlaten, Hij is bij mij!

BIJBEL (JdH-108a) ‘Woord van God dat in ’t verleden / het heden / de toekomst’
Hoe meer ik lees en studeer in de Bijbel, hoe meer ik er van onder de indruk kom. De Bijbel is tijdloos, in tegenstelling tot alles wat christenen ooit schreven en deden. In elke tekst en elk hoofdstuk ontwaar ik meer en meer de Heilige Geest.

CHRISTUS (JdH-496) ‘Christus, onze Heer verrees’
Halleluja! Als Jezus niet zou zijn opgestaan dan zullen wij ook niet opstaan en is ons geloof zinloos!

DOOD (JdH-19 couplet 3) ‘Daar (in de toekomst, bij Christus) is geen dood, geen rouw’
Het denken over het leven op de nieuwe aarde legt mijn gedachten nog weleens in de knoop. Je kunt bijvoorbeeld écht genieten ná het overwinnen van tegenslag, moeite en strijd.
Daarom geloof en hoop ik dat de nieuwe aarde geen idylle is; geen luilekkerland.
Geen utopisch gebeuren waarin je met een rietje drijft op een limonaderivier.
Op de nieuwe aarde is de dood volgens mij niet afwezig; de dood was altijd al een onderdeel van Gods schepping. Het leven is als Gods gift aanwezig, zoals de boom van het leven in het paradijs. Twaalf levensbomen waarmee God ons de vrucht van het leven geeft!
Daar kijk ik naar uit. Gods schepping is zo enorm groot en mooi, ik heb een eeuwigheid nodig om het hele heelal te ontdekken!

GEEST (JdH-300) ‘Geest van God, maak in dit uur, al Uw kind’ren vrij’
Ik hoop dat de Heilige Geest in onze harten woont en ons vrijmaakt van het idee dat wij alles weten, snappen en kunnen.

GELOOF (JdH-543) ‘k Heb geloofd en daarom zing ik’
Bij mij is het meestal andersom; zingen helpt me om (weer) te geloven!

GENADE (JdH-140 refrein) ‘Genade Gods, zo rijk en vrij,…’
Paulus schrijft: “Uw genade is mij genoeg”. Nu heb ik best een hoop wensen en verlangens, maar als het puntje bij paaltje zo is dat daar allemaal niets van uitkomt, maar Gods genade wel volledig is, dan is de rest onbelangrijk. Maar doordat ik leef in een tijd van atheïsme, en het bestaan van God en dus van Zijn genade, telkens onder druk staat, wordt ik toch telkens weer door die bijzaken afgeleid. Misschien dat het daarom ook zo mooi is om uiteindelijk echt voor Gods troon te staan, en Hem te zien zoals Hij is!

GOD (JdH-533) ‘God is tegenwoordig!’
Dat is wie Hij is! Hij is bij ons!

IDENTITEIT (JdH-303 couplet 3) ‘Ik, onrein, in schuld verloren, ben in U opnieuw geboren!’
Onze postmoderne identiteit lijkt te liggen in onze standpunten en in hoe we denken.
Daarom strijden we ook zo over onze standpunten. Mensen, ook christenen, willen anderen belemmeren en in een hokje stoppen vanwege hun gender, hun geaardheid, hun afkomst of hun ras. Door mensen op te willen sluiten in zo’n identiteit, dwing je hen om emancipatie te zoeken. Maar in Christus doet ons gender, onze geaardheid, onze status en onze afkomst er niet toe. Het christelijk geloof emancipeert ons niet in onze menselijke identiteiten, maar door ons daar helemaal los van te maken. Wie ik ben wordt alleen nog maar gedefinieerd door dat ik van Hem ben. Daarom is het belangrijk dat we in de kerk stoppen met deze seculiere identiteitsstrijd.
Het is jammer dat we hierin helemaal wereldgelijkvormig zijn geworden.
Dat is de schuld van de kerk in de 21ste eeuw.

JEZUS (JdH-650) ‘Jezus ga ons voor, op het levensspoor!’
Als ik Jezus zie, dan zie ik de vrucht van de Geest: mildheid, genade, geduld, liefde, etc.
De Kerk zal bloeien als we ook zo bekend zouden staan. Vanzelfsprekend wel met een stevig vermanende houding jegens de farizeeërs en schriftgeleerden in de kerk.

KERK (JdH-478) ‘Eén Naam is onze hope, één grond heeft Christus’ kerk’
Jezus Christus is de enige grond van de kerk. We zijn geen gereformeerde kerk of een evangelische, we zijn niet aan plaats of tijd gebonden, we zijn niet inclusief of exclusief, we zijn niet postmodern en ook niet middeleeuws of van net voor de verlichting. Er past maar één Naam op de kerk, en dat is die van Christus.

KWAAD (JdH-6) ‘Als de levensstormen woeden’ / ‘God zorgt, dat ook zelfs het kwade meewerkt, tot mijn eeuwig goed’
Dat is een geloofsuitspraak die we denk ik niet wiskundig moeten gaan toepassen op ons leven. Wij leven een leven waarin we onszelf los van God hebben gemaakt, dat maakt Hem niet machteloos, maar het zorgt er wel voor dat we zelf onze weg gaan, en daardoor ook het kwaad veroorzaken en ondergaan. Ondanks dat kwaad geeft God ons het eeuwig goed, maar ik wil niet doen alsof al het kwaad bij Gods plan hoort, of door God gebruikt wordt. Het meeste kwaad is gewoon ons kwaad, onze schuld en onze verantwoordelijkheid, al kunnen we die niet dragen.

LIEFDE (JdH-548) ‘Liefde was het, onuitputtelijk,…’ / ‘toen de Levensvorst Zijn bloed vergoot’
Het mysterie van God is dat Hij liever Zelf de verantwoordelijkheid droeg van ons kwaad, dan dat Hij ons de consequenties van dat kwaad liet ondergaan. Dat kan alleen doordat God echt zoveel van ons mensen houdt.

MENS (JdH-70 refrein) ‘God heeft in de mens behagen’
Het is de heilige graal van de computer-wetenschap, het maken van een denkend, bewust algoritme. Als ICT’er begrijp ik dat (voor mij schijnbare) onmogelijkheid hiervan, maar ook de enorme satisfactie die het op zou leveren om iets te kunnen maken dat zo’n ziel heeft. God is enorm veel groter dan dat, en wat Hij heeft geschapen gaat elke vergelijking met een computer-algoritme te boven, toch kan ik als ontwikkelaar (en als vader) mezelf iets indenken van hoe enorm veel behagen het moet opleveren om echt zulke kinderen te kunnen scheppen.

Het is de onontkoombare consequentie van de ultieme intelligentie om zelf intelligentie voort te willen brengen. Daarmee wil ik God niet beredeneren, maar het helpt mij wel om iets van de grootheid van God te zien.

NAASTENLIEFDE (JdH-538) (stond in de bundel van 1905 tot en met de uitgave van 1940) ‘Heb als u zelf uw naasten lief!’
Als je bij je doen en laten niet alleen handelt vanuit je eigenbelang, maar ook dat van je naaste, dan ben je tot een zegen. Het is een eenvoudige levensles die wij kunnen begrijpen en proberen toe te passen. Met hangen en wurgen, maar het legt in ieder geval de verantwoordelijkheid bij onszelf. Als we denken Gods wet te kunnen begrijpen dan leidt dat niet tot het goede voor onze naasten, maar tot veel ellende en vooral discussies. Het bijzondere is dat het liefdesgebod niet ten koste gaat van ons eigen belang. Wij mogen bestaan, ik mag een belang hebben.
Jezus vraagt van mij alleen om dit belang net zo groot te maken als dat van mijn naasten.
Wat een genade.

SAMEN (JdH-98) ‘Samen in de Naam van Jezus’
Als wij als christenen één zijn dan laat dat de genade en de liefde van de Vader zien.
Zo zegt Jezus het in het hogepriesterlijk gebed. Elkaar een hand en een voet zijn, een ieder zoals hij / zij is. Met elkaar zijn we dan in staat om veel vrucht te dragen.

SCHEPPING (JdH-89) ‘Heer, onze God, die aard’ en hemel schiep…’
Het is vooral belangrijk dat wij God dienen als de Schepper van hemel en aarde, en niet verzanden in allerlei theorieën en discussies over hoe Hij die hemel en aarde schiep.

STERVEN (JdH-5) ‘Al de weg leidt mij mijn Heiland’ / ‘Troost geeft Hij tot in de dood’
De vloek van onze tijd is de maatschappelijke atheïstische vanzelfsprekendheid. Bij mij leidt dat regelmatig tot twijfel over de vraag óf die troostende God wel echt bestaat, of dat ik mezelf een illusie voorhoud. De dood is dan een donker, macaber toekomst-idee dat juist wordt veroorzaakt door de twijfel aan die troost. Wat er overblijft op dat soort momenten is dan de hoop dat die God, Die ik zo nodig heb, er ook werkelijk is.

TROUW (JdH-149) ‘Groot is Uw trouw, o HEER, mijn God en Vader’ én VERTROUWEN (JdH-133) ‘Hij die rustig en stil’ / ‘blijf maar rustig vertrouwen, altijd ziende op Hem!’
Gods trouw is, naast Zijn liefde, de kern van Wie Hij voor ons is. Hij zal nooit Zijn beloften breken. Volledige betrouwbaarheid is ongekend onder mensen. Gods trouw stempelt ons geloof.
Het christelijk geloof is het volledig vertrouwen op God én in het spoor van Jezus zelf ook betrouwbaar zijn. Op bepaalde momenten mag je daar best rustig en stil van worden, maar stil en lijdzaam het leven ondergaan is volgens mij geen christelijke houding.

VERDRIET (JdH-19 refrein) ‘Geen smart meer daar omhoog’
Geen echte, diepe smart. Maar ik hoop af en toe wel een wedstrijdje korfbal te kunnen verliezen op de nieuwe aarde en daar van te kunnen balen. Verdriet is ook een mooie emotie, het toont ons dat wij waarde kunnen hechten aan wat God ons geeft.

VRUCHTEN (JdH-666) ‘Laat m’ in U blijven, groeien, bloeien’
Liefde, blijdschap, vrede, geduld, mildheid, etc. Dat zijn de vruchten van de Geest; daarin hoop ik te blijven groeien. Het is opmerkelijk hoe de christelijke groei niet slechts zit in het beter leren kennen van Gods wil, maar in deze eenvoudige eigenschappen die we mogen ontvangen.
Je kunt ze niet eens aan jezelf geven. Desondanks zie ik ze vaak bij mijn medechristenen.

ZONDE (JdH-542) ‘Wilt gij van zonde en schuld zijn verlost?!’
Ooit gooide ik als tiener op een feest een hele tafel om; overal scherven en drank. Ik schaamde me kapot. Ik was ook nog eens één van de jongsten. Maar toen zei één van de oudere jongens die in de buurt stond: ‘Mijn schuld, ik deed het! Sorry!’ en hij begon het op te ruimen.
Ik was zomaar ineens van mijn schuld en schaamte verlost en een ander ging het opruimen.
Wat ontzettend fijn om zo bevrijd te worden! Met veel plezier heb ik hem geholpen met opruimen.

Robert, wat zou je tot slot nog willen zeggen?
Jaag naar de vrucht van de Geest! Jaag naar de liefde. Niet naar kennis, kunde, begrijpen, dat leidt allemaal nergens toe. Het Koninkrijk van God zit in de liefde van Jezus en de vrucht van de Geest. Al het andere wordt ons wellicht toegeworpen. 

Dit interview werd mij door ‘Prijs met Johannes de Heer’ afgenomen voor plaatsing in het PMJDH-magazine (herfst 2022) en voor plaatsing in hun online-rubriek ‘het Johannes de Heer-lied van…’ Meer informatie: www.pmjdh.nl

© Prijs met Johannes de Heer, 2022

Reacties