Is de afwijzing van homoseksualiteit je geloofsidentiteit?

Update 13-11-2020:
Afgelopen dinsdag, 10 november, publiceerde ik het onderstaande blog. Daar voeg ik twee opmerkingen vooraf aan toe.

Op 12 november schreef het Nederlands Dagblad dat de verklaring waarin sommige reformatorische scholen expliciet afstand namen van homoseksuele relaties gedateerd is. Vanaf 2018 is deze verklaring herzien en wordt hierin niet meer op een negatieve manier over homoseksualiteit, homoseksuele relaties, of LHBTI’ers gesproken. Willem de Potter, bestuurslid van het Van Lodenstein College zegt daarover: “Elf jaar geleden is op reformatorische middelbare scholen voor het eerst het personeel, op alle scholen, aangesproken op het besef om, uit naastenliefde, een arm te slaan om een worstelend medemens. Niemand mag uitgesloten worden. Voor die tijd was er te weinig aandacht voor homoseksuele leerlingen én docenten. Uiteindelijk resulteerde die ontwikkeling enkele jaren later in een wijziging in het identiteitsprofiel.
Daarmee komen sommige onderdelen van mijn onderstaande blog in een ander daglicht te staan, en blijkt dat ik voor mijn beurt heb gesproken. Met name mijn zin “Het laat goed zien dat de refowereld wegdrijft van haar eigen belijden.” klopt niet hier niet. De ‘refowereld’ herbezint zich en heeft beleid bijgesteld, waarvoor ik veel respect heb. Voor deze zin biedt ik mijn excuses aan.

In onderstaand blog verwijs ik naar mijn jeugd op het Revius College. Hoewel de inhoud van het blog niet ingaat op deze school is het goed om te delen dat ik n.a.v. dit blog contact heb gezocht met de directeur van deze school, nu de locatie Revius van het Wartburg College. In een prettige mailwisseling lichte dhr. Marijn van der Meijden toe dat het Revius geen verklaring vroeg van ouders waarin homoseksuele relaties worden afgewezen, en dat lhbti-leerlingen op school een veilig klimaat wordt geboden. Iets dat wordt bevestigd in een artikel in Trouw van 13 november 2020, waarin een aantal leerlingen en leraren van het Revius worden geinterviewd.

Hoewel de scholen in hun verklaringen homoseksuele relaties niet meer expliciet afwijzen, blijft dit impliciet wel het geval door enkel het huwelijk tussen één man en één vrouw als bijbels te zien. Deze opvatting is bekend en voor mij een reden om blijvend in gesprek te gaan. De pijn die dit voor LHBTI’ers kan betekenen is mij bekend. Tegelijk geloof ik dat Mijn eigen bijbelse visie alleen kan bestaan als ik mijn broeders en zusters respecteer en liefheb, ondanks dat zij een andere visie hebben, zelfs als ik deze visie volledig afkeur. Bovendien zijn reformatorische scholen op veel vlakken voor lhbti’ers veiliger dan veel openbare scholen, sportverenigingen, etc.

————————————

Is de afwijzing van homoseksualiteit je geloofsidentiteit?

Omdat wij aangesloten waren bij een “bondsgemeente” hoefden mijn ouders geen verklaringen te tekenen toen ik naar de reformatorische middelbareschool “Jacobus Revius” ging. De ouders van mijn vriendje Marck waren Evangelisch, aan hen werd gevraagd de 3 formulieren van enigheid te onderschrijven. Op die manier werd de reformatorische identiteit van de school gewaarborgd. Het is ontzettend mooi en belangrijk dat we in Nederland onze kinderen naar een school kunnen sturen die past bij onze diepste geloofsopvattingen. De overheid bepaalt niet hoe wij onze kinderen opvoeden, en de school heeft veel invloed op die opvoeding. Soms schuurt dat enorm omdat je sommige opvoedmethoden en opvattingen van anderen ontzettend verkeerd vindt, maar juist dan is dit principe belangrijk.

Nu vragen sommige reformatorische scholen aan ouders om ook te verklaren dat zij homoseksuele relaties afwijzen. Los van wat je vindt van deze afwijzing is dat zeer opmerkelijk. De identiteit van de school gaat hiermee heel expliciet zitten in een bepaald standpunt. Waar je vroeger leerlingen toeliet op basis van hun kerkelijke achtergrond, of in ieder geval omdat ze affiniteit hadden met het belijden, gaat het nu om expliciete standpunten. Niet alleen dwing je ouders nu om na te denken over moeilijke vragen die zij niet volledig kunnen bevatten of begrijpen, maar ook om zich daarover uit te spreken. Het idee dat je met elkaar een groep vormt en met elkaar een school hebt is verdwenen. Ik ben nog steeds lid van dezelfde kerk als vroeger, en mijn geloof is niet veranderd, toch zouden mijn kinderen nu niet meer naar zo’n school kunnen gaan.

Maar het gaat verder dan dat. Terwijl de identiteit vroeger werd bepaald door de belijdenis is daar nu expliciet een bepaald standpunt bijgekomen. Het is tekenend dat het om een standpunt gaat dat niet eens voorkomt in de drie formulieren van enigheid. Het laat goed zien dat de refowereld wegdrijft van haar eigen belijden. Niet het gereformeerd zijn staat meer centraal, maar de opvattingen rondom persoonlijke seksuele identiteiten. Hiermee is er een barst gekomen in de reformatorische orthodoxie. Je kunt op zondag samen in de kerk zitten, maar op maandag je kinderen niet meer naar dezelfde school sturen. Je kunt samen bidden, samen zingen, samen geloven, zelfs op dezelfde manier, maar niet meer samen aardrijkskunde krijgen.

In mijn jeugd ondertekende sommige meisjes een reinheidsverklaring. Ze waren 11 of 12 jaar maar schreven al zwart op wit dat ze seksueel rein zouden blijven tot hun huwelijk. Achter het idee om seks volledig aan het huwelijk te koppelen sta ik volledig, inclusief de notitie dat dit een ideaal is dat vaak alleen in gebrokenheid kan bestaan. Maar om van iemand die zo jong is te vragen iets te verklaren dat zij nog niet kan overzien is onbezonnen. Hetzelfde geldt voor een verklaring over homoseksuele relaties. Als je je kinderen inschrijft voor de middelbare school zijn ze 11 of 12. Een leeftijd waarop sommige LHBTI’ers wel worstelen met of nadenken over hun seksuele identiteit, maar vaak zonder dat zelf echt te begrijpen of door te hebben. Laat staan dat ze dat met hun ouders hebben gedeeld. Voor de meeste ouders is het geven van een verklaring over homoseksualiteit een ver van hun bed show. Een stukje theorie dat zij nog niet in het leven geproefd hebben.

De echte zoektocht begint voor ouders bijna altijd pas op het moment dat hun kind uit de kast komt. De kans is groot dat dat gebeurt in die middelbare schooltijd. Veel ouders gaan dan lezen en nadenken over homoseksualiteit. Zij gaan dan ervaren hoe het is om in tweeën getrokken te worden tussen hun liefde voor hun kind, en wat dat betekent voor hun dierbare geloof. Een strijd soms tussen het standpunt van de gemeente waar ze bij horen, en het kind dat zij zien worstelen en twijfelen. Sommige ouders ervaren de druk van kerkenraden om bepaalde uitspraken te doen, wat invloed heeft op hun ambt en hun kerkelijke activiteiten.
Maar nu hebben ouders al verklaringen getekend voor ze in deze storm terecht kwamen. Een verklaring die ineens als een loden last aan hun nek kan komen te hangen, en het eerlijke gesprek met hun kind vanaf het begin onder druk zet. Bovendien kunnen ouders en kind in deze worsteling door de school gewezen worden op deze handtekening. Een homopuber kan zomaar middenin de moeilijkste fase van zijn of haar leven gedwongen worden om ook nog eens van school gestuurd te worden, en het contact met vrienden en vriendinnen kwijtraken.

Ik ben een groot voorstander van het bijzonder onderwijs, en een tegenstander van overheidsdwang. Maar refoscholen moeten zichzelf bezinnen op de vraag of een LHBTI-standpunt werkelijk hun identiteit en belijden bepaalt, en of het ethisch verandwoord is om van jonge ouders verklaringen te vragen die zij niet kunnen overzien.

Reacties