Kan de menswording van God ook symbolisch worden uitgelegd?
Christenen debatteren regelmatig over de vraag of een bepaald bijbels verhaal historisch / letterlijk gelezen moet worden of symbolisch / allegorisch. Veel discussies over de wonderen van Jezus, Genesis 1, of bijvoorbeeld de zondvloed, eindigen met de vraag of men dan nog wel gelooft dat Jezus echt is opgestaan uit de dood. Voor de meeste christenen is dat een van de belangrijkste elementen van het Evangelie: Werd God wel echt mens in Jezus Christus? Is hij wel echt gestorven en opgestaan? Paulus schrijft namelijk: “En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden. (..) Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen.” (1 Kor 15:17,19)
Progressieve christenen gruwen een beetje van die obsessie met het hiernamaals. Dat leidt af van onze roeping om nu te leven vanuit Gods liefde en genade, in harmonie met de mensen om ons heen. Als wij alleen maar leven voor de eeuwigheid gaat dat ten koste van onze opdracht in de huidige realiteit. Daar hebben ze natuurlijk helemaal gelijk in. Het leven met Christus is niet iets voor later, dat begint nu al. Dat is een van de redenen dat zij het leven, sterven en opstaan van Jezus zien als een allegorische verwijzing naar onze eigen opdracht. Zoals God naar ons toekwam om mens te worden, zo moeten wij naar onze naasten toegaan. Zoals Jezus de pijn van ons droeg, zo moeten wij ook lijden met hen die het moeilijk hebben. Zoals Christus opstond uit de dood, zo moeten wij ook opstaan uit de dood van ons oude bestaan en ons leven omgooien. Die praktische toepassing voor ons leven is goed. Daar kunnen orthodoxe christenen veel van leren. Maar betekent dat ook dat God niet echt mens werd, en dat Jezus niet letterlijk is opgestaan uit de dood? Nee.
Veel Bijbel verhalen verliezen hun inhoudelijke kracht niet als zij enkel allegorisch gelezen worden. Of Jezus nu wel of niet letterlijk de storm op het meer stilde verandert niets aan de boodschap dat hij macht heeft over de natuur. Orthodoxe en vrijzinnige christenen kunnen het eens zijn dat de boodschap van het verhaal belangrijker is dan de historiciteit, zelfs als het historisch werkelijk plaats heeft gevonden. Dat Jezus macht heeft is van een groter belang dan de vraag of hij die macht op dat moment ook op deze wijze uitgevoerd heeft. Persoonlijk geloof ik dat Jezus wonderen heeft gedaan toen hij op aarde was, juist omdat dat in die cultuur de manier bij uitstek was om zijn boodschap kracht bij te zetten. Of elk wonder dat beschreven is in de evangeliën ook echt heeft plaatsgevonden kan ik niet weten. Wat voor mij belangrijker is is dat het kán hebben plaatsgevonden.
Maar bij de menswording en de opstanding ligt dat anders. Eén van Jezus’ namen is Immanuël. Dat betekent ‘God met ons’. In Jezus werd God mens met de mensen, en woonde hij onder ons. Als dit enkel een allegorie is, wat is dan de betekenis van die allegorie? Blijft God dan in de werkelijkheid op afstand, maar drukt hij ons met dit verhaal op het hart dat hij, hoewel hij dus ver weg is, toch dichtbij is? Dan lijkt het een beetje op die vader die van onderaan de trap naar zijn bange dochtertje schreeuwt: “Je hoeft niet bang te zijn, doe maar net alsof pappa bij je is!” De allegorie is dan sterker dan de werkelijkheid. Het roept dan ook de vraag op wat wij er mee moeten? Als God niet echt naar ons toegekomen is, hoeven wij dan ook niet echt naar onze naasten toe te gaan? Is een ‘ik zal voor je bidden’ of een ‘ik leef op afstand met je mee’ dan ook genoeg?
Dat God echt mens werd geeft andersom extra kracht aan de allegorische toespelingen hierop in het Oude Testament. Bijvoorbeeld de ontmoeting van Abraham met de 3 vreemdelingen die op weg zijn naar Sodom en Gomorra, of de wolkkolom die in de tempel neerdaalt als teken van Gods aanwezigheid. De oudtestamentische toespeling en de nieuwtestamentische vervulling onderstrepen gezamenlijk dat de kracht van het christelijk geloof juist is dat God de metafoor ontstijgt. God is niet enkel een literaire constructie die ons inspireert, hij is het vleesgeworden woord.
Ook op het lijden en sterven van Christus wordt vooruit gewezen in het Oude Testament. Abraham die Izak offert, maar dit niet hoeft te doen omdat er een plaatsvervanger is. Het offerlam en de cultus rondom de tempeldienst, de slang in de woestijn. Wat is de waarde van deze verwijzingen als de allegorische betekenis nooit werkelijkheid werd? Waar verwijst dat bokje bij Izak dan naar? Er is niet echt een plaatsvervanger, je staat er alleen voor? Juist het heilsfeit dat God de verantwoordelijkheid nam voor de ellende die wij als mensen veroorzaken geeft waarde en diepte aan de vooruit wijzende metaforen. Wat blijft daar van over als de mens wel echt god wilde zijn, maar God niet echt de moeite nam om mens te worden. Wat heeft het voor zin als God de verantwoordelijkheid enkel bij wijze van spreken nam? Jezus inspireert ons doordat hij werkelijk onze last wilde dragen. Dat helpt ons om de lasten van onze naasten de dragen. Als Jezus niet werkelijk geleden heeft, wat weet hij dan eigenlijk van ons lijden en onze pijn?
Als Jezus enkel symbolisch is opgestaan, wat voor zin heeft het dan eigenlijk dat wij nu opstaan en ons leven veranderen? Wij kunnen toch niemand definitief helpen. Er zijn mensen die zich ondanks onze gedoemde sterfelijkheid toch willen inzetten om anderen te helpen. Maar de meeste van hen hebben daar helemaal geen allegorische inspirator van 2000 jaar geleden voor nodig. Mensen vinden die inspiratie in zichzelf of in een gemeenschap waar ze bij willen horen.
Hoewel progressieve christenen enorm veel goeds gedaan hebben, blijkt toch uit alles dat de kerken waarbij zij horen in de breedte niet horen tot de meest vitale en toekomstbestendige geloofsgemeenschappen. Een symbolisch opstandingsgeloof lijkt niet echt op grote schaal mensen te drijven tot het volgen van deze allegorische Jezus. De gedachte dat wij moeten opstaan zonder dat Jezus de sterfelijkheid werkelijk overwon, slaat dood. De metafoor van het leven is niet gediend door de werkelijkheid van de dood. Het is juist de historische opstanding die het verschil maakt voor christenen van alle tijden. Het is die hoop en die verwachting die mensen 2000 jaar lang gedreven heeft om hun leven in het hier-nu-maals in te zetten voor de goede zaak en hun naasten. Het licht van de eeuwigheid geeft juist waarde aan de tijdelijkheid.
De historische werkelijkheid van Gods menswording, zijn sterven en opstanding in Christus Jezus, zijn van een totaal andere orde dan al die andere wonderen en gebeurtenissen in de Bijbel. Die krijgen namelijk juist betekenis vanuit de opgestane Heer. Jona, Daniël, Seth, Hizkia, Izak, Abraham, en al die andere (historische) allegorieën uit het Oude Testament krijgen juist glans doordat ze niet verwijzen naar een andere, gelijksoortige metafoor, maar naar de historische werkelijkheid.
Want God is de vader die de trap opklom, en naast ons kwam zitten op de rand van ons bed. Daarom heet de Christus Immanuël, God met ons. Daarom heet hij Jezus. Dat betekent niet ‘God inspireert’ maar ‘God redt!’, letterlijk!
Over de auteur
Robert
Robert Plomp (1978) woont op de rand van Den Haag maar voelt zich een Delftenaar, is getrouwd met Nelleke Plomp met wie hij samen 3 kinderen heeft. Robert is lid van de 'gereformeerde bonds' gemeente Mattheüs in Delft maar publiceert op persoonlijke titel en eigen verantwoordelijkheid. Sinds 1997 werkt hij als zelfstandige in de ICT. Na veel studie, zelfstudie en gesprekken is Robert Plomp gaan spreken en publiceren over theologische en christelijke onderwerpen die ook in dit blog behandeld worden.