Kloppen jouw dogma’s nog wel met de realiteit of leef je in een theoretische schijnwereld?

Rond de eeuwwisseling werkte ik in een kantoor direct naast rijksweg A13. Vanuit het raam zagen mijn collega’s en ik het verkeer langsrazen door weer en onweer. Over diezelfde A13 moesten wij ook naar huis, dus aan het einde van de dag bekeken we de file-informatie en de weersverwachting op het prille internet. In die tijd kwam die informatie nog niet live tot stand, liep vaak achter, en was gebrekkig. Dan zagen we buiten het verkeer muurvast staan in de regen, maar volgens de websites was het droog en was er geen sprake van file. “Er is geen file”, zeiden we dan met stalen gezicht tegen elkaar. “Het regent ook niet!” was dan het antwoord. Kantoorhumor. Zelfs wij als ICT’ers begrepen dat de informatie die we door het raam zagen betrouwbaarder was dan de digitale interpretatie van computer-simulaties.

“Je bent man of je bent vrouw. Meer smaken zijn er niet.” tweette rechtsfilosoof Raise Blommestijn. Een bericht dat talloze keren werd geliked, gedeeld, en in reactie werd bejubeld. Ook door christenen. Zelfs door dominees. Het klinkt natuurlijk lekker stoer, maar feitelijk klopt er geen hout van. Biologisch gezien heeft niet iedereen twee dezelfde geslachtschromosomen (vrouw) of twee verschillende (man). Sommige mensen hebben bijvoorbeeld drie geslachtschromosomen. Ook als het gaat om de geslachtskenmerken is er variatie, bijvoorbeeld mensen die worden geboren met een penis en een vulva. En dan is er natuurlijk een groep mensen bij wie er een verschil is tussen het biologische geslacht en het beleefde geslacht. Nu kunnen we deze feiten verschillend interpreteren. Je kunt deze diversiteit in DNA, biologie en gender positief inschatten als gewenste diversiteit, of kwalificeren als afwijking of ziekte. Maar je kunt het bestaan hiervan niet ontkennen.

Voor de mensen die dit betreft is hun sekse-identiteit hun dagelijkse realiteit. In een wereld die (begrijpelijkerwijs) is georganiseerd op basis van het man of vrouw-zijn, is het niet alleen vaak onduidelijk wat hun plek is, ook moeten ze dealen met het anders zijn, het onbegrepen worden, en het conformeren aan afspraken die hen zeer ongemakkelijk maken. Niet al die problemen kan de maatschappij voor hen oplossen, en soms is dat ook niet wenselijk in verband met het algemeen belang, of de kwetsbaarheid van anderen. Wel kunnen we hun bestaan en hun worsteling erkennen, proberen om hen zoveel mogelijk ruimte te geven, en indien mogelijk een stapje extra te doen om het leven toch aangenamer voor hen te maken. Vanzelfsprekend levert dit terechte discussies op. Willen we bijvoorbeeld dat een trans-vrouw met een penis aanwezig is in een vrouwenkleedkamer? Hoe kunnen we jongeren met een intersekse conditie of genderdysforie zo vroeg mogelijk helpen, zonder in te grijpen op een manier waar ze later spijt van krijgen. Complexe vragen waarbij zowel de bezwaren als de aanmoedigingen ruimte moeten krijgen om tot een afgewogen invulling te kunnen komen. In die zin zijn we als maatschappij hier ook in transitie, en helaas niet altijd op een constructieve manier.

Voor sommige christenen is dit ook een diep theologisch probleem. Het gegeven dat God de mens mannelijk en vrouwelijk schiep is voor hen ook normerend. Zij interpreteren dit gegeven op zo’n manier dat er geen ruimte is, of mag zijn voor variatie. Allereerst is dit theologisch gezien een zeer problematische interpretatie. De schepping van de mens op de zesde dag kan niet los gelezen worden van de andere vijf scheppingsdagen. Bij de schepping van dag en nacht concluderen we ook niet dat de schemering niet door God gewild is. Als God zegt dat de maan over de nacht heerst en de zon over de dag betekent dat ook niet dat een zonsverduistering tegen Gods scheppingswil in gaat. Tussen land en zee aanvaarden we ook de wadden en de branding. En als God van alle dieren de mannetjes en de vrouwtjes bij Noach brengt leidt dat ook niet tot de opvatting dat tweeslachtige en geslachtsloze dieren niet mogen of kunnen bestaan. Kortom, een theologische interpretatie die het man- of vrouw-zij normerend of dwingend oplegt is bijbels zeer inconsequent. Ook vinden we nergens in de Bijbel enige aanleiding om sekse-diversiteit af te wijzen of als ongewenst te verklaren. In de praktijk van het Nieuwe Testament wordt juist ruimte, mildheid en genade gegeven aan de eunuch, de lhbti-er van die tijd.

Belangrijker dan de ondoordachtheid van deze theologie zijn de pastorale consequenties. Want je kunt op basis van een website wel concluderen dat het droog is en dat er geen file staat, de praktijk is dat er mensen natgeregend vast komen te staan. Wat doet het met hen als voorgangers in de kerk beweren dat God ons enkel mannelijk en vrouwelijk maakte? Zijn zij dan niet geschapen door God, niet gewild, niet gemaakt naar Zijn beeld? Kan op die manier de maatschappelijke worsteling ook een geloofsstrijd worden voor hen? Op welke manier kun je pastoraat geven aan iemand wiens ontstaan je ontkent, of zo afwijkend vindt dat je er over spreekt alsof het niet bestaat. Zelfs al zou het waar zijn, wat voegt het dan toe om dit zo hard te herhalen? Waar komt die wens toch vandaan om je zo helder uit te spreken over gevoelige thema’s die voor velen het leven zo moeilijk maken. Is dat dan stoer of zo? Is het zo prachtig rechthouden van de rug dan ook voor christenen zo belangrijk geworden?

De informatie die de weer- en verkeerssites ons gaven was niets anders dan een foute interpretatie van incomplete feiten. Algoritmes gebouwd door mensen, en dus per definitie feilbaar. Geloven wij als christenen nog dat wij zondaars zijn, en dus falen? Dat ons begrijpen van de Bijbel gebaseerd kan zijn op onze eigen slechte exegese? Dat wij niet lezen wat er staat, maar wat we denken dat er staat? Wie heeft er nooit schoorvoetend moeten toegeven dat hij een boodschap verkeerd begrepen had? Talloze keren heb ik de meest simpele text-berichtjes verkeerd geïnterpreteerd. Wie is er geen zoon of dochter van de toren van Babel?
Ik was en ben dolblij met de informatie op het internet, maar als de realiteit anders blijkt te zijn, dan controleer ik toch waar het mis kan gaan. Kijk als christen eens wat vaker uit het raam, en sluit de dagelijkse realiteit van het leven niet buiten. Bevraag je eigen Bijbel-interpretatie, en houd niet domweg vol wat niet vol te houden is. Laat mensen niet buiten vaststaan in de regen maar begrijp hen, aanvaard hen, en help hen. Zelfs al dat zou betekenen dat je je eigen weten en begrijpen zou moeten begraven. “al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten maar ik had de liefde niet, dan was ik niets.”

Reacties