Niet verloren gaan
|
Af en toe ga ik met Johan den Hartogh naar De Kuip. Twee jaar geleden zaten we nog in de auto toen hij zijn mobieltje tevoorschijn haalde. Hij liet me een vroege versie horen van een van zijn nieuwe liedjes. (Recent gepubliceerd op zijn CD “De Vader die geniet“.) Mijn brallerige kuipsfeer sloeg om toen ik het refrein hoorde:
“Want alzo lief heeft God de wereld gehad,
dat hij zijn enig geboren zoon
voor ons gegeven heeft
opdat een ieder die in hem gelooft niet verloren gaat
maar eeuwig leven heeft.“
De bekende tekst uit Johannes 3 raakt me altijd, maar nu met deze prachtige melodie kwam de betekenis dieper dan ooit.
Deze woorden zijn volgens velen (ook volgens mij) de kern van het Evangelie. God stuurde zijn zoon omdat hij van ons hield, om ons het leven te geven. Hoe lief? Zo lief dat hij zijn eigen toekomst op het spel zette om ons toekomst te geven.
De enig geboren zoon was in de oudheid de toekomst van de vader. Hij zette de familienaam en het geslacht voort, maar zorgde ook voor zijn vader als die oud geworden was. Als je die zoon offert, dan zet je voor jezelf alles op het spel. Zonder zoon bestaat de God Die Is niet meer.
Toen Abram zijn zoon Izak wilde offeren voor God, gaf Abraham zijn toekomst op om God te dienen. Maar God greep in en gaf in Jezus Christus zichzelf om Abraham, en alle mensen van de wereld, toekomst te geven. Ik geloof dat het kernpunt is in de geschiedenis is waar metafoor en historische werkelijkheid hand in hand gaan.
De allerhoogste God, met al zijn onmetelijke kennis, kunde, vermogens en wijsheid, keek naar ons mensen. Hij zag ons hopeloos falen, al onze goede bedoelingen, pogingen tot liefde en recht braken ons bij de handen af. Hij zag waar het mis ging, waarom het mis gaat, waar het ons aan kennis, kunde, capaciteiten en wijsheid ontbreekt. En hij hield van ons. Hij kwam in Jezus Christus naar ons toe, niet om ons de les te lezen, niet om het ons allemaal uit te leggen, of om ons te wijzen op ons falen, maar om één van ons te worden, en zichzelf voor ons te geven. De allergrootste weter kwam niet als een betweter, maar gaf zijn eigen toekomst op om ons toekomst te geven.
Johannes 3:16 is een verticale tekst. Het gaat over Gods liefde voor ons en ons geloof in hem. Johan den Hartogh koppelt hier in zijn lied het horizontale element aan. Hij kijkt naar de verdrinkende vluchtelingen op de zee, naar het leed in Syrië, en aan terreur om de hoek. Dat alles koppelt hij aan Jezus’ opdracht aan ons om onze vijanden lief te hebben.
Waar is hij, die ons zo lief had? Hij gaf zijn eigen zoon, maar waar is hij op de Middelandse Zee? Waar is hij als wij elkaar haten? Waar is hij in de burgeroorlog?
Het antwoord ligt in het refrein. God heeft ons zo lief dat hij zichzelf gaf. Hij loste niet al onze problemen op, legde het ons niet uit, stopte de oorlogen niet, maar gaf ons toekomst door in zijn zoon zijn eigen toekomst op te geven. Gods antwoord was groter dan wereldvrede, groter dan naastenliefde, groter dan een thuis voor alle vluchtelingen.
Is daarmee de waarom vraag beantwoord? Nee. Want onze toekomst is dan wel veilig gesteld, het heden is nog steeds ellendig voor velen. Daar ligt onze taak. “Waar is Hij die sprak, heb je vijand lief… / Help ons om te helpen / Vul ons met uw Kracht / Om Licht te laten schijnen / In hun donkere nacht.”