Orthodoxe christenen en homoseksualiteit: 2. Paulus en Korinthe
|Dit blog is het tweede in een serie blogs over orthodoxe christenen en homoseksualiteit
Deze artikelen schreef Robert Plomp naar aanleiding van zijn boek Nederlander met de Nederlanders, een positieve, orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders
———-
Mannenliggers en zachten
Drie keer schrijft Paulus in het Nieuwe Testament over homoseksuele handelingen; in de brief aan de gemeente van Rome, in de eerste brief aan de gemeente van Korinthe en in de eerste brief aan Timotheüs. Omdat de gedeelten in 1 Korinthe en 1 Timotheüs erg op elkaar lijken zijn behandel ik die samen in dit blog, de brief aan de Romeinen behandel ik in het volgende blog.
1 Korinthe 6:13: “Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven.”
Het gaat dus om de twee termen die met ‘die bij mannen liggen’ en ‘schandknapen’ vertaald worden. Allereerst kijken we naar die eerste categorie. In het het Grieks staat ‘arsenokoitēs’, een woord dat buiten de Bijbel niet gebruikt wordt in de Griekse literatuur. Pas later komen we het tegen in commentaren van de kerkvaders op Paulus. Het is een woord dat Paulus misschien zelf geconstrueerd heeft en het betekent inderdaad letterlijk ‘mannenliggers’. Vrijwel iedereen is het er over eens dat dit woord gebaseerd is op de tekst van Leviticus 18/20 zoals we die vinden in de Septuagint(1)(2). In het vorige blog maakte ik al duidelijk dat hier in Leviticus letterlijk ‘met een man zult u niet liggen de liggingen van een vrouw’ staat en heb ik uitgelegd hoe dit gelezen moet worden in de context van vruchtbaarheidsriten in de tempels van de Kanaänitische afgoden.
Het tweede Griekse woord is ‘malakoi‘ dat letterlijk ‘zacht(en)’ betekent in de breedste zin van het woord(3). Het kan verwijzen naar de passieve partner bij homoseksuele handelingen(4), naar personen zonder zelfbeheersing(5), naar een Romeinse modetrend van die tijd waarbij mannen een soort klucht opvoerden en zich als vrouwen gingen gedragen en bij hun slaven fellatio uitvoerden(6). maar ook kun je denken aan een groep tempel prostituees die bij de tempel van Aphrodite in Korinthe hoorden, verderop meer daarover. Je begrijpt dat een woord dat zoiets als ‘softie’ betekent heel veel bedoelingen kan hebben.
Cultische maaltijden
Twee woorden, één woord dat buiten de Bijbel nergens voorkomt in de Griekse literatuur en één woord dat breed interpreteerbaar is. Beide woorden staan in een opsomming van meerdere zonden zonder dat er een impliciete toelichting gegeven wordt door Paulus. Dit alles zorgt ervoor dat het onmogelijk is om tot een conclusie te komen over de bedoeling van Paulus zonder dat we de tekstuele context van 1 Korinthe en de historische situatie van de stad erbij betrekken.
In de brief gaat Paulus in op een aantal conflicten binnen de christelijke gemeente van Korinthe. De conflicten gaan over onrecht dat de christenen elkaar aandoen en over de vraag of christenen deel mogen nemen aan de maaltijden in de context van de afgodenverering. In Korinthe stond o.a. de tempel van Aphrodite en in de Griekse tijd stond de stad daarom wereldwijd bekend vanwege de massale tempelprostitutie die daar bij hoorde(7). De godin en de stad werden sterk met elkaar geïdentificeerd(8). Ook in de tijd van het Nieuwe Testament was de afgodenverering nog een belangrijk kenmerk van de stad(9), daarbij hoorde ook de cultische maaltijden die een belangrijke rol speelden in het sociale leven in de stad(10). Een onderdeel van deze maaltijden waren allerlei vormen van sacrale prostitutie(11). Kortom: er werd niet alleen gegeten en geofferd, er vonden ook orgies plaats, en dat allemaal in het kader van het vereren van de goden.
Een bepaalde groep tempelprostituees waren de hermaphrodieten. De godin Aphrodite had een zoon gekregen met de god Hermes die zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken had: Hermaphrodite (Hermes + Aphrodite = Hermaphrodite)(12). Het gaat bij de volgelingen van deze cultus dus niet om biologisch tweeslachtige mensen maar om mannen die zich als vrouwelijke tempelprostituees gedroegen.
Christenen en de cultische maaltijden
Mochten christenen nu wel of niet bij dit soort maaltijden aanwezig zijn, dat was de grote vraag. Als ze er niet zouden komen dan zouden de christenen helemaal buiten het sociale leven komen te staan. Aan de andere kant is het te begrijpen dat veel christenen niets meer te maken wilde hebben met deze afgodendienst. het antwoord van Paulus op deze vraag is erg uitgebreid en genuanceerd. In hoofdstuk 8 stelt hij duidelijk dat deze afgoden niets zijn en dat het eten van afgodenoffers of het verblijf in tempels dus ook niets voorstelt. Op zich kan het dus geen kwaad om bij de maaltijden aanwezig te zijn. In hoofdstuk 6 maakt hij wel een scherp onderscheid tussen het eten in de tempels en het meedoen met de rituele orgies. Dat laatste is absoluut niet de bedoeling omdat het lichaam van een christen juist een tempel van de Heilige Geest is. Ook schrijft Paulus dat christenen in principe alles kunnen en mogen doen maar dat ze zich door wat ze doen niet onder de macht van de afgoden mogen laten brengen: “Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar ik zal mij niet onder de macht van ook maar iets laten brengen” (1 Kor 6:12). De boodschap is helder: je kunt naar de cultische maaltijden gaan, Griek met de Grieken zijn in Korinthe, deel nemen aan het sociale leven en omgaan met je stadsgenoten (zie ook 1 Kor 5:9-10). Er is bij Paulus geen sprake van Pak niet, proef niet en raak niet aan (Kol 2:21). Maar doe niet mee aan de sacrale orgies, vereer de afgoden niet en als je jezelf niet in kunt houden, blijf er dan helemaal bij weg.
Conclusie
Paulus noemt in 1 Korinthe 6 een tiental wanpraktijken, 5 daarvan horen bij het thema van het onrecht dat de christenen van Korinthe elkaar aandeden: dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers. (zie oa. hoofdstuk 5 en 11) en 5 wanpraktijken die bij de afgoden-maaltijden horen: ontucht, afgodendienst, overspel met vrouwen, overspel met mannen en cultische hermaphrodieten. door deze beide categorieën samen te voegen laat Paulus zien dat het net zo erg is als christenen misdaden plegen tegen elkaar als wanneer ze mee doen aan de afgodenpraktijken van de stad Korinthe.
Als we met deze kennis in gedachten opnieuw gaan kijken naar de ‘mannenliggers’ en de ‘zachten’ van hoofdstuk 6:10 dan kunnen we dit veel beter plaatsen. Zeker ook omdat Paulus met zijn woordkeuze verwijst naar Leviticus 18/20 waar het ook gaat om homoseksuele activiteiten rondom de afgodencultus en er ook daar sprake was van mannen die zich voor sacrale rituelen voordeden als vrouwen. We mogen 1 Korinthe 6 dus niet toepassen op gelijkwaardige homoseksuele relaties die gebaseerd zijn op liefde en trouw, een relatievorm die helemaal niet bestond in het Korinthe van de 1ste eeuw. Zo’n toepassing zou volledig voorbij gaan aan de bedoeling van de brief en de genuanceerde blik van Paulus op de manier waarop christenen zich kunnen bewegen in de wereld om zich heen.
Lees het boek van dezelfde auteur: Nederlander met de Nederlanders, een positieve, orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders. |
—————————————————
Dit blog is het tweede in een serie blogs over orthodoxe christenen en homoseksualiteit
—————————————————
Voetnoten:
(1) De Septuagint is de Griekse vertaling van de Joodse Bijbel die al zo’n 200 jaar in gebruik was voor de geboorte van Jezus. De Bijbelschrijvers citeren vaak de Septuagint als ze het Oude Testament aanhalen. Zie ook Timothy Michael Law, When God Spoke Greek: The Septuagint and the Making of the Christian Bible, Oxford University Press, 2013, p100
(2) Mary Healy, Edited by Jane Adolphe, Robert Fastiggi and Michael Vacca. St. Paul, the natural law, and contemporary legal theory. Lexington Books, 2012, p159 en David F. Greenberg, The onstruction of homosexuality, The University of Chicago Press, Chicago, 1988, p214
(3) In Mattheüs 11:8 en Lukas 7:25 wordt het bijvoorbeeld gebruikt voor ‘zachte kleding’.
(4) Gordon D. Fee, The First Epistle to the Corinthians. Grand Rapids, MI: Wm. B. Eerdmans Publishing Company, 1987, p243
(5) Warren Lewis en Hans Rollman, Restoring the First-century Church in the Twenty-first Century: Essays on the Stone-Campbell Restoration Movement in Honor of Don Haymes, Wipf & Stock Pub, 2005, p98
(6) Randolph Trumbach, Are Modern Western Lesbian Women and Gay Men a Third Gender?, A Query World, The center for Lesbian and Gay Studies Reader, edited by Martin Duberman, New York University Press, New York en Londen, 1997, p88
(7) Randolph Trumbach, Sex and the Gender Revolution, Heterosexuality and the third gender in enlightenment London, The University of Chicago Press, Chicago, 1998, p89, Matthew Dillon en Lynda Garland, Ancient Greece, Social and Historical Documents from Archaic Times to the Death of Alexander the Great, Routledge, Abingdon, 1994 (3rd ed 2010), p172
(8) Donald Engels, Roman Corinth, An alternative model for the classical city, The University of Chicago Press, Chicago, 1990, p98
(9) John Fotopoulos, Food offered to idols in Roman Corinth, J.C.B. Mohr (Paul Siebeck), 2003, p172
(10) Panayotis Coutsoumpos, Community, Conflict, and the Eucharist in Roman Corinth, Wipf & Stock Publishers, 2015, p71, John Fotopoulos, Food offered to idols in Roman Corinth, 2003 by J.C.B. Mohr (Paul Siebeck), Tübingen, p39
(11) John Fotopoulos, The Blackwell Companion to The New Testament, edited by David E. Aune, Blackwell publishing ltd, 2010, p420
(12) Peter Charles Remondino, History of Circumcision From the Earliest Times to the Present: Moral and Physical Reasons for its performance, Library of Alexandria, Hoofdstuk 10 en Rebecca Anne Strong, The most shameful practice: temple prostitution in the ancient Greek World, University of California, Los Angeles, 1997, p44