Orthodoxe christenen en homoseksualiteit: 5. Christus en de Kerk
|Dit blog is het vijfde in een serie blogs over orthodoxe christenen en homoseksualiteit
Deze artikelen schreef Robert Plomp naar aanleiding van zijn boek Nederlander met de Nederlanders, een positieve, orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders
——–
Drie grote voorbeelden
Het christendom kent drie grote voorbeelden om de relatie tussen God en de christenen uit te beelden; die van vader en kind, bruidegom en bruid en meester en slaaf. Een kind is afhankelijk van zijn vader en er is natuurlijk een gezagsverhouding, maar diezelfde vader houdt zoveel van het kind dat hij er zelfs zijn leven voor wil geven. De vader kan streng zijn maar doet dat omdat hij het beste voor heeft met zijn kind. Het kind lijkt op zijn vader! Het voorbeeld van bruid en bruidegom is natuurlijk prachtig, al moet je je realiseren dat ons beeld van een bruidspaar niet hetzelfde is als in de tijd van bijvoorbeeld de Griekse stad Efeze. Een Griekse man was de baas en de eigenaar van zijn vrouw(1), het waren geen twee gelijken zoals in het Nederland van de 21ste eeuw. Op die manier spiegelt Paulus de relatie tussen Christus en de Kerk als die van de Griekse bruid en bruidegom. De relatie tussen slaaf en meester is natuurlijk het moeilijkst voor ons, het idee dat een mens het bezit is van een ander vinden we barbaars. Maar in de tijd van het Nieuwe Testament was slavernij de gewoonste zaak van de wereld. Twee derde van alle inwoners van de Griekse stad Korinthe was bijvoorbeeld slaaf(2). Er waren natuurlijk goede en slechte meesters. Een goede meester zorgde goed voor zijn slaaf en had dus een goede relatie. Het spreekt voor zich dat God in het voorbeeld zo’n goede meester is.
Brute mannen
Zoals je al kon lezen in de eerste drie blogs waren de de mannen van toen nogal bruut. Vooral de vrouwen en de slaven hadden daar veel onder te lijden. In (o.a.) de brief aan Efeze komt Paulus hen te hulp! Niet door de revolutie te preken en de vrouwen en de slaven op te roepen om in verzet te komen. Nee, hij troost die vrouwen en die slaven door hen te wijzen op Jezus. Dien je man en je meester maar alsof je het voor Jezus doet. Maar vooral helpt Paulus deze slachtoffers door de christelijke mannen en meesters op te roepen om voorzichtig en liefdevol om te gaan met hun vrouwen en slaven. Tegen de mannen zegt hij “Zo moeten de mannen hun eigen vrouwen liefhebben als hun eigen lichamen. (..) zoals ook de Heere de gemeente. (..) Dit geheimenis is groot; maar ik spreek met het oog op Christus en de gemeente.” (Efeze 5:28-32). En in hoofdstuk 6 adresseert hij de kinderen en de vaders en de slaven en de meesters op een soortgelijke manier. De drie voorbeelden worden in optima forma ingezet om de onderdrukten te hulp te schieten. Je kunt het ook omkeren, een vader die zijn kind mishandelt of misbruikt maakt het beeld van God als vader kapot. Een meester die zijn slaven mishandelt of misbruikt maakt het beeld van Jezus als Heer kapot. Een man die zijn vrouw mishandelt of misbruikt maakt het beeld kapot van Christus als de bruidegom van de Kerk. Het Bijbelgedeelte heeft zo twee doelen: het helpen van de onderdrukten en het herstellen van het goede beeld van God.
Homohuwelijk
Het is ironisch om te constateren dat juist dit Bijbelgedeelte wordt ingezet tegen het homohuwelijk. Sommige christenen beweren dat het huwelijk alleen uit een man en een vrouw kan bestaan omdat anders het beeld van Christus en de gemeente als bruidegom en bruid wordt geschaad. De woorden die bedoeld waren om te troosten worden gebruikt om nieuwe beperkingen en regels op te leggen. De woorden zijn bemoedigend bedoeld maar worden algemeen normatief toegepast door diezelfde notabele mannen die juist moesten inbinden. Waarom zou een huwelijk tussen twee mannen of twee vrouwen het beeld van Jezus als bruidegom ontkrachten? (Of wat voor beeld krijgt een niet-christen van Jezus als de kerk homo’s een liefdevolle relatie ontzegt?). De Bijbel kent heel veel verschillende soorten huwelijken. Het belangrijkste huwelijk is misschien wel dat van Jakob met Lea, Rachel, Bilha en Zilpa. Juist uit dit polygame huwelijk met vier vrouwen kwamen de 12 stammen van Israël voort. Twee(!) vrouwen en twee bijvrouwen(!) vormen het fundament van het volk Israël en geven daarmee ook de aanzet tot het fundament van de twaalf apostelen van het Nieuwe Testament. En niet alleen de kinderen van Jakobs eerste vrouw Lea worden door God gebruikt om zichzelf te tonen aan de heidenvolken maar alle twaalf de kinderen. Niet alleen accepteert de Bijbel dit huwelijk zonder commentaar, het wordt zelfs op een essentiële manier ingezet in het heilsplan van God. Een cynicus zou kunnen zeggen dat dit polygame huwelijk impliciet wordt afgwezen omdat het voor erg veel ellende zorgt maar dat argument houdt geen stand. Jakobs vader Izak had een monogaam huwelijk met Rebecca en in dat gezin liep ook niet alles op een rolletje. Op dit en andere bijzondere Bijbelse huwelijken kom ik terug in het volgende blog, nu wil ik alleen laten zien dat het dus niet vol te houden is dat de Bijbel maar één huwelijk kent, dat van één man met één vrouw en dat alleen zo’n huwelijk ingezet kan worden door God om te laten zien wie hij is. Sterker nog, Leviticus 18 (wat ik al eerder behandelde vanwege de homoseksuele handelingen die hierin worden genoemd) geeft zelfs een aantal wetten waaraan een polygaam huwelijk moet voldoen. Het beeld van Christus en de Kerk kan niet bestaan zonder het huwelijk van Jakob en zijn vier (bij)vrouwen. Het beeld van Christus en de Kerk kan en mag je dus ook niet normatief opvoeren als argument tegen het homohuwelijk.
Heer
Ik werk als ZZP’er: Zelfstandige Zonder Personeel (en zonder baas). Ik heb geen slaven en zelfs geen werknemers en er is niemand tegen wie ik ‘meester’ zeg. Ja toch: Jezus is mijn Heer. Hoewel dat woordje ‘heer’ dus helemaal geen enkele concrete waarde meer heeft in mijn dagelijks leven is het toch van het grootste belang voor mijn geloofsleven. Onze maatschappij kent geen slaven en geen meesters meer, geen dienaars en geen heren. Toch is dat woordje ‘Heer’ nog steeds erg waardevol voor alle christenen. De Kurios/doulos (=Heer/slaaf) relatie uit de oudheid blijkt totaal niet normatief te zijn voor onze werkrelaties, en gelukkig maar! Gelukkig leven we in een tijd waarin werknemers rechten hebben en zij hun werk moeten doen volgens arbo regels. Stel je voor dat we als christenen ons in zouden gaan zetten voor de slavernij omdat Jezus onze Heer is. Wat voor beeld zouden de Nederlanders dan wel niet krijgen van het christelijk geloof? Welke christen zou in zijn lunchpauze die stelling durven te verdedigen dat hij voor het houden van slaven is omdat hijzelf een slaaf van Christus is. Jezus is onze Heer, ongeacht de maatschappelijke verhoudingen van de tijd waarin we leven. Paulus roept in de Efeze brief de christenen op om enerzijds zich aan te passen aan de maatschappelijke normen. Dus vrouwen, slaven, kinderen: kom niet in opstand. Anderzijds roept hij christelijke meesters/mannen/vaders op in een onrechtvaardige maatschappij zich toch liefdevol op te stellen tegenover hun ondergeschikten. Juist op die manier laten christenen zien wie Christus is.
Bruid en Bruidegom
Het beeld van Christus als bruidegom en zijn gemeente als bruid is prachtig. Het komt in onze postmoderne cultuur waar man en vrouw echt van elkaar houden misschien nog wel meer tot zijn recht dan ooit. Het huwelijk wordt niet meer gearrangeerd door de ouders en heeft zich dus allang aangepast aan de tijd. Het is een voorbeeld waar we blij van mogen worden, een voorbeeld dat ons hoop geeft en iets om voor te leven. Ook voor singles en voor werklozen. Voor mensen zonder kinderen en voor weduwen. Ook voor wezen en voor werklozen. Voor heteroseksuelen en voor homoseksuelen.
Lees het boek van dezelfde auteur: Nederlander met de Nederlanders, een positieve, orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders. |
——–
Dit blog is het vijfde in een serie blogs over orthodoxe christenen en homoseksualiteit
——–
Voetnoten
(1) Evy Johanne Håland, Women, Death and the Body in some of Plutarch’s writings, Mediterranean Review vol. 4 No. 2 December 2011, p3
(2) S. Scott Bartchy, First-Century slavery & 1 Corinthians 7:21, Wipf and Stock Publishers, Eugene, Oregon, 1973, republished 2003, p58