Orthodoxe christenen en homoseksualiteit: 7. Genezing?

naturenurture

Dit blog is het zevende in een serie blogs over orthodoxe christenen en homoseksualiteit

1. Leviticus 8. Pastoraat
2. Paulus en Korinthe 9. Kinderen
3. Romeinen 10. Aan de vruchten herken je de boom
4. Een scheppingsorde? 11. De wet van de liefde
5. Christus en de Kerk 12. Gij geheel anders
6. Het Bijbelse huwelijk 13. Relaties draaien niet om seks
7. Genezing? 14. Waarom schiep God ons als man en vrouw?

Deze artikelen schreef Robert Plomp naar aanleiding van zijn boek Nederlander met de Nederlanders, een positieve, orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders
——–

Complex

Er loopt een decennia lang debat over de vraag of homoseksualiteit erfelijk bepaald is of dat het door een combinatie van factoren ontstaat tijdens het opgroeien. De uitkomst van dit debat is voor veel christenen die tegen homoseksuele relaties zijn van essentieel belang. Als homoseksualiteit aangeleerd is zou het namelijk ook weer afgeleerd kunnen worden. Er zijn dan ook cursussen en therapieën die gericht zijn op het genezen van homoseksuelen. Jeffrey Satinover verdedigt dit en schrijft: “de wetenschap heeft bijna niets aangetoond wat we met gewoon verstand nog niet wisten: iemands karakterkenmerken zijn deels aangeboren, maar ze zijn onder invloed van ervaring en keuze te veranderen”(1).
Er is veel onderzoek gedaan naar de factoren die een homoseksuele gerichtheid zouden kunnen verklaren. Ik wil daar niet al te diep op ingaan, maar het is ondertussen wel duidelijk geworden dat er niet zoiets is als ‘een homo-gen’ of een andere duidelijk aanwijsbare oorzaak voor homoseksualiteit(2). Wel is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat er bepaalde erfelijke factoren zijn die bijdragen aan de seksuele oriëntatie(3). Ook is er een significant aanwijsbaar verschil in het DNA van moeders van homoseksuele zoons(4), draagt het aantal oudere broers dat een man heeft bij aan zijn kans op een homoseksuele geaardheid(5) en is er een verschil in de structuur van de hersenen gevonden tussen heteroseksuelen en homoseksuelen(6). Aan de andere kant is het ook aangetoond dat de relatie die een man met zijn vader(7) of zijn moeder(8) heeft bijdraagt aan zijn geaardheid en dat mensen die in verstedelijkte gebieden opgroeien vaker homo zijn(9).
Maar geen van deze factoren is doorslaggevend. Het is niet zo de 7e zoon, de man met een slechte vader relatie, dat ene specifieke gen of je jeugd in Amsterdam er altijd voor zorgt dat je homoseksueel bent. Het is kennelijk nogal complex. En juist die complexiteit leidt tot een levendig nature/nurture debat omdat iedereen zijn eigen voorkeur wel met een wetenschappelijk onderzoek naar eigen keuze kan onderbouwen.

Genezen?
In de afgelopen jaren is het aantal christenen dat denkt dat homoseksualiteit genezen kan worden afgenomen. Herman van Wijngaarden zegt: “meestal is de homofiele gerichtheid zó verweven met iemands persoonlijkheid, dat je er beter maar van uit kunt gaan dat je nu eenmaal zo bent. De goede vraag is dan niet: ‘Hoe kom ik ervan af’, maar: ‘Hoe ga ik ermee om?'”(10). Het visierapport van de Christelijk Gereformeerde Kerk stelt: “In het algemeen geldt dat iemand die van jongs af aan een homoseksuele gerichtheid heeft, deze niet of nauwelijks kan veranderen”(11). Zowel het Van Wijngaarden als het Visierapport wijzen homoseksuele handelingen af maar zetten zich in voor de acceptatie van de homoseksueel als mens zonder dat deze genezen hoeft te worden. Deze acceptatie is een logisch gevolg van het groeiend besef dat homoseksuelen in de praktijk vrijwel nooit heteroseksueel worden als ze de daarvoor bestemde therapieën volgen. Shidlo en Schroeder onderzochten 202 homoseksuelen die zo’n therapie gevolgd hadden en kwamen tot de conclusie dat 87% van de deelnemers het resultaat als een mislukking zagen. Van de 26 die de therapie wel als een succes zagen waren er 8 heteroseksueel geworden, de overigen bleven strijden met hun gevoelens of weigerden hun seksuele oriëntatie te benoemen(12). In 2013 sloot Exodus International, één van de grootste christelijke netwerken dat zich richtte op genezing van homoseksualiteit, de deuren. Alan Chambers, de voorzitter van de organisatie, verklaarde: “Ik schaam mij voor de pijn en het verdriet dat velen van jullie ervaren hebben. Het spijt me dat sommigen van jullie jarenlang schaamte en schuld ervoeren doordat jullie oriëntatie niet veranderde. Het spijt mij dat we het veranderen van de seksuele oriëntatie promootte en de herstelhypotheses over seksuele oriëntatie die jullie ouders stigmatiseerden”(13). De verklaring van Chambers raakt me niet alleen doordat het kwam van iemand die zo lang streed voor verandering en genezing maar vooral door de gevoelige manier waarop hij het verwoordt.

Pastoraat
Chambers heeft overigens zijn opvatting dat de Bijbel homoseksuele relaties afwijst niet veranderd, enkel zijn opvatting dat homo’s te genezen zijn. Zijn excuses gaan dan ook niet in de richting van christenen die homoseksuele relaties accepteren (hoewel hij wel aangeeft niet meer tegen hen te strijden en hen te respecteren als medechristenen met een andere opvatting(13)). De excuses gaan naar al de pijn die is veroorzaakt bij homoseksuelen zelf die lijden onder het genezingspastoraat. Allereerst omdat er een schuldvraag komt als je na jaren van behandeling toch niet genezen bent. Geloof ik wel genoeg? Wil ik wel van mijn ‘zonden’ afkomen? Houdt Jezus wel van mij? De strijd op stille zolderkamers van christenen die overdag horen dat God genade aan hen wil geven maar die in de praktijk die genade niet ervaren. Uit schaamte wordt deze strijd zo vaak niet gedeeld met anderen, een eenzame strijd tegen je eigen ik die je niet kunt winnen maar waarvan je elke dag hoort dat je die wel moet winnen. Of wat denk je van de ouders die zich afvragen of het hun schuld is dat hun zoon of dochter niet voldoet aan de criteria die gesteld worden? Waren we te afstandelijk? Heb ik te weinig liefde gegeven? Was ik te streng of kon hij niet genoeg tegen me opkijken? Heb ik mijn moederrol verkeerd ingevuld? Minder dan 4% van de mensen die aan genezingstherapie meededen wordt daadwerkelijk heteroseksueel, voor 87% geldt een mogelijk diep pastoraal gat, voor hen en hun geliefden.

Wensdenken
De hoop op genezing is voor de hand liggend als je homoseksuele relaties afwijst. Het is een stuk eenvoudiger om iets af te wijzen als datgene wat je afwijst ook af te leren is. Nog gecompliceerder wordt het als bijvoorbeeld de afstandelijke houding van een vader de oorzaak zou kunnen zijn van homoseksualiteit bij zijn zoon. Niet iedere man heeft hetzelfde karakter. Ieder mens is anders, en dat anders zijn zorgt voor een diversiteit in de mensheid die juist veel zegen brengt. Gaan we dan ook onze karakters onder het vergrootglas leggen? Gaan we mensen die nu eenmaal een wat gereserveerder karakter hebben een schuldcomplex aanpraten terwijl er voorlopig enkel een correlatie is aangetoond die lang niet voor alle homoseksuelen geldt? Dit leidt tot een vorm van een perfectionistisch christendom die wel heel dicht aan schuurt tegen het welvaartsevangelie; als je in Jezus gelooft dan wordt je genezen en pas je bij het ‘ideale’ plaatje van het christelijke gezin. De ‘genezing van homoseksuelen’ lijkt dan eerder een middel om een bepaalde waarheid vol proberen te houden dan een poging om de ander echt te helpen. De wens van een geïdealiseerd huwelijk is dan de vader van de gedachte dat homo’s genezen kunnen en moeten worden. Therapieën en gebedssessies hebben dan het doel om de karakters en de eigenschappen van de gezinsleden zo te veranderen dat de hypothetische(!) kans op zo’n geïdealiseerd gezin toeneemt.

Geloofscrisis
Als je accepteert dat mensen zijn zoals ze zijn zonder dat daar iets aan gedaan hoeft te worden is het moeilijker om het gedrag dat daar uit voorkomt af te blijven wijzen. In de komende decennia zal de verbleking van de genezingsgedachte impact hebben op het homostandpunt van orthodox christelijke kerken. Uiteindelijk zal de afwijzing van homoseksuele relaties niet houdbaar blijken te zijn. De praktijk zal de theologische (conservatieve) theorie uiteindelijk inhalen. Veel christenen uit deze kerken voelen nu al een bepaalde verlegenheid met de thematiek maar kunnen afstand houden van de discussie omdat het onderwerp hen niet direct persoonlijk raakt. Wij moeten oppassen dat onze houding straks niet wijzigt zonder dat daar een goede Bijbelse onderbouwing aan ten grondslag ligt. Als de orthodox-christelijke kerken in 2040 het homohuwelijk accepteren ‘omdat het nu eenmaal 2040 is’ dan verliest de Bijbel haar gezag, dan hebben de ‘homoverzen’ in de Bijbel ons niets meer te vertellen en dan komen daardoor ook andere passages in de Bijbel onder druk te staan. Een reden te meer om ons nu juist wel goed te bezinnen en niet onder de druk van de tijd maar vanuit een actuele en pastorale noodzaak de moeilijke teksten uit de Bijbel opnieuw te bekijken. Leviticus en Romeinen gaan pas echt voor ons leven als we ze gaan lezen tegen de context van die tijd en gaan toepassen op onze tijd. De huwelijkse beelden van toen krijgen pas echt impact op ons als we ze door kunnen vertalen naar de huwelijken van onze tijd. Ons vasthouden aan de laatste strohalmen van het conservatisme zal uiteindelijk enkel leiden tot een grote geloofscrisis. Er is geen genezing nodig van bepaalde seksuele oriëntaties maar een genezing van een zondige waarheidsclaim die leidt tot veel individueel verdriet en een afwaardering van het Evangelie.

Conclusie
Of onze seksuele gerichtheid nu aangeboren is of in onze vroege levensjaren met ons vervlochten is geraakt doet er niet toe in de context van het Evangelie. Het zoeken van genezing is niet de juiste weg, allereerst omdat de Bijbel daar geen dwingende reden toe geeft. Daarnaast suggereert een genezingstheologie dat het christendom een bepaalde mate van ideaal-mens zijn nastreeft die bereikt kan worden door het volgen van de juiste therapie of door het hebben van een bepaalde mate van geloof. Ten derde is er geen eenduidige wetenschappelijke oorzaak aan te wijzen voor homoseksualiteit waar de genezing zich op zou kunnen richten en blijkt ook uit de praktijk dat homoseksuelen vrijwel nooit in hetero’s veranderen. Ook zijn het juist de (mislukte) genezingsprocessen die veel leed veroorzaken bij zowel de mensen zelf als bij hun naaste familieleden. Het vasthouden aan oude opvattingen pleegt op die manier een aanslag op het schriftgezag, ook voor christenen die de theologische conservatieve opvattingen steeds minder kunnen rijmen met de praktische situatie waarin zij leven. Als laatste schaadt de zoektocht naar genezing de naam van de Kerk en dus van Christus in de wereld. Die zien deze genezingspogingen als een achterhaalde en mensonterende manier om linkshandige te dwingen om met rechts te schrijven. Als de Kerk van Christus duisternis verspreid in de levens van homoseksuelen dan blokkeert zij het licht van het Evangelie en vertroebeld zij het beeld van God. Ik citeer als laatste nog eenmaal Alan Chambers hierover:

“Het allermeest spijt het mij dat zo velen deze religieuze afwijzing door christenen hebben begrepen als Gods afwijzing. Ik heb diepe spijt dat zo velen van het geloof weggelopen zijn en dat sommigen er voor gekozen hebben hun leven te beëindigen”(13)

—-
Originele complete verklaring van Alan Chambers:

To Members of the LGBTQ Community:

In 1993 I caused a four-car pileup. In a hurry to get to a friend’s house, I was driving when a bee started buzzing around the inside of my windshield. I hit the bee and it fell on the dashboard. A minute later it started buzzing again with a fury. Trying to swat it again I completely missed the fact that a city bus had stopped three cars in front of me. I also missed that those three cars were stopping, as well. Going 40 miles an hour I slammed into the car in front of me causing a chain reaction. I was injured and so were several others. I never intended for the accident to happen. I would never have knowingly hurt anyone. But I did. And it was my fault. In my rush to get to my destination, fear of being stung by a silly bee, and selfish distraction, I injured others.

I have no idea if any of the people injured in that accident have suffered long term effects. While I did not mean to hurt them, I did. The fact that my heart wasn’t malicious did not lessen their pain or their suffering. I am very sorry that I chose to be distracted that fall afternoon, and that I caused so much damage to people and property. If I could take it all back I absolutely would. But I cannot. I pray that everyone involved in the crash has been restored to health.

Recently, I have begun thinking again about how to apologize to the people that have been hurt by Exodus International through an experience or by a message. I have heard many firsthand stories from people called ex-gay survivors. Stories of people who went to Exodus affiliated ministries or ministers for help only to experience more trauma. I have heard stories of shame, sexual misconduct, and false hope. In every case that has been brought to my attention, there has been swift action resulting in the removal of these leaders and/or their organizations. But rarely was there an apology or a public acknowledgement by me.

And then there is the trauma that I have caused. There were several years that I conveniently omitted my ongoing same-sex attractions. I was afraid to share them as readily and easily as I do today. They brought me tremendous shame and I hid them in the hopes they would go away. Looking back, it seems so odd that I thought I could do something to make them stop. Today, however, I accept these feelings as parts of my life that will likely always be there. The days of feeling shame over being human in that way are long over, and I feel free simply accepting myself as my wife and family does. As my friends do. As God does.

Never in a million years would I intentionally hurt another person. Yet, here I sit having hurt so many by failing to acknowledge the pain some affiliated with Exodus International caused, and by failing to share the whole truth about my own story. My good intentions matter very little and fail to diminish the pain and hurt others have experienced on my watch. The good that we have done at Exodus is overshadowed by all of this.

Friends and critics alike have said it’s not enough to simply change our message or website. I agree. I cannot simply move on and pretend that I have always been the friend that I long to be today. I understand why I am distrusted and why Exodus is hated.

Please know that I am deeply sorry. I am sorry for the pain and hurt many of you have experienced. I am sorry that some of you spent years working through the shame and guilt you felt when your attractions didn’t change. I am sorry we promoted sexual orientation change efforts and reparative theories about sexual orientation that stigmatized parents. I am sorry that there were times I didn’t stand up to people publicly “on my side” who called you names like sodomite—or worse. I am sorry that I, knowing some of you so well, failed to share publicly that the gay and lesbian people I know were every bit as capable of being amazing parents as the straight people that I know. I am sorry that when I celebrated a person coming to Christ and surrendering their sexuality to Him that I callously celebrated the end of relationships that broke your heart. I am sorry that I have communicated that you and your families are less than me and mine.

More than anything, I am sorry that so many have interpreted this religious rejection by Christians as God’s rejection. I am profoundly sorry that many have walked away from their faith and that some have chosen to end their lives. For the rest of my life I will proclaim nothing but the whole truth of the Gospel, one of grace, mercy and open invitation to all to enter into an inseverable relationship with almighty God.

I cannot apologize for my deeply held biblical beliefs about the boundaries I see in scripture surrounding sex, but I will exercise my beliefs with great care and respect for those who do not share them. I cannot apologize for my beliefs about marriage. But I do not have any desire to fight you on your beliefs or the rights that you seek. My beliefs about these things will never again interfere with God’s command to love my neighbor as I love myself.

You have never been my enemy. I am very sorry that I have been yours. I hope the changes in my own life, as well as the ones we announce tonight regarding Exodus International, will bring resolution, and show that I am serious in both my regret and my offer of friendship. I pledge that future endeavors will be focused on peace and common good.

Moving forward, we will serve in our pluralistic culture by hosting thoughtful and safe conversations about gender and sexuality, while partnering with others to reduce fear, inspire hope, and cultivate human flourishing.(13)

Lees het boek van dezelfde auteur: Nederlander met de Nederlanders, een positieve, orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders. Nederlander met de Nederlanders, Een positieve, orthodoxe visie op homoseksualiteit, wetenschap en vrouwelijke leiders

——–
Dit blog is het zevende in een serie blogs over orthodoxe christenen en homoseksualiteit

1. Leviticus 8. Pastoraat
2. Paulus en Korinthe 9. Kinderen
3. Romeinen 10. Aan de vruchten herken je de boom
4. Een scheppingsorde? 11. De wet van de liefde
5. Christus en de Kerk 12. Gij geheel anders
6. Het Bijbelse huwelijk 13. Relaties draaien niet om seks
7. Genezing? 14. Waarom schiep God ons als man en vrouw?

——–
Voetnoten
(1) Jeffrey Satinover, Homosexuality and the Politics of Truth (h7), Hamewith Books, 1996, vertaald door Martin Tensen, Coconut, Almere 2015, p2
(2) G.D. Wilson and Q. Rahman, Born Gay: The Biology of Sex Orientation, Peter Owen Publishers, Londen, 2005 en E. Vilain, Genetics of sexual development, Annu Rev Sex 11, 1-25
(3) Brian S. Mustanski , Michael G. DuPree, Caroline M. Nievergelt, Sven Bocklandt, Nicholas J. Schork, Dean H. Hamer, A genomewide scan of male sexual orientation, Human Genetics Maart 2005
(4) Sven Bocklandt , Steve Horvath, Eric Vilain, Dean H. Hamer, Extreme skewing of X chromosome inactivation in mothers of homosexual men, Human Genetics Februari 2006
(5) Ray Blanchard, Philip Klassen, H-Y Antigen an Homosexuality in Men, Journal of Theoretical Biology, April 1997
(6) D.F. Swaab, M.A. Hofman, An enlarged suprachiasmatic nucleus in homosexual men, Brain Research, December 1990
(7) Morten Frisch , Anders Hviid, Childhood Family Correlates of Heterosexual and Homosexual Marriages: A National Cohort Study of Two Million Danes, Archives of Sexual Behavior, Oktober 2006
(8) Stacy R. Ridge, Judith A. Feeney, Relationship History and Relationship Attitudes in Gay Males and Lesbians: Attachment Style and Gender Differences, Australian & New Zealand Journal of Psychiatry, December 1998
(9) Edward O. Laumann, John H. Gagnon, Robert T. Michael, Stuart Michaels, The Social Organization of Sexuality: Sexual Practices in the United States, The University of Chicago Press, Chicago, 1994, p308
(10) Herman van Wijngaarden, Oké, ik ben dus homo, over homoseksualiteit en het volgen van Jezus, Uitgeverij Jes!, Zoetermeer, 2014, p22
(11) Visiedocument ‘Homoseksualiteit en homoseksuele relaties’, p10
(12) Ariel Shidlo, Michael Schroeder, Changing Sexual Orientation: A Consumers’ Report
(13) http://www.christianitytoday.com/gleanings/2013/june/alan-chambers-apologizes-to-gay-community-exodus.html?paging=off

Reacties