Reactie op Vergunsts bespreking van “Geschapen om te regeren” in het RD

In het Reformatorisch Dagblad van 2 juli besprak dhr. P.J. Vergunst, Algemeen Secretaris van de Gereformeerde Bond, mijn boek “Geschapen om te regeren“. Hoewel ik nog niet eerder officieel heb gereageerd op recensies van mijn boeken, denk ik dat het van belang is dat nu wel te doen.

Eén van de belangrijkste doelen van mijn recent uitgekomen boekje “Geschapen om te regeren, in gesprek over vrouw en ambt” is het stimuleren van het gesprek rondom een opengeslagen Bijbel. Daarom ben ik dankbaar dat dhr. P.J. Vergunst de tijd heeft genomen om mijn publicatie te lezen en te bespreken in het Reformatorisch Dagblad. Als standpunten tegenover elkaar liggen is het moeilijk om de wil te vinden om de ander te begrijpen. Daarom begint het geloofsgesprek, zoals Paulus het schrijft, door de ander uitnemender te achten dan jezelf. Dat is de verwachtingsvolle houding die je aanneemt omdat je hoopt dat de Heilige Geest je iets te zeggen heeft door je zuster of broeder. prof. dr. J. Hoek was tijdens het schrijven voor mij zo’n tegenover. Zijn visie op de plaats van de vrouw in de gemeente is anders dan de mijne. Ik was onder de indruk van de integere wijze waarop hij mijn concepten las en mij kritisch feedback gaf als ik te snel conclusies trok of dingen las die er niet staan. Ook erkende hij het voluit als hij mijn vragen terecht vond, en mijn bevindingen goed onderbouwd waren. Een gesprek waarin je probeert om elkaars schrijven en visie recht te doen is niet alleen constructief, het verdiept ook het geloof en verbetert het begrijpen van de Bijbel.
Daarom was ik erg teleurgesteld dat Dhr. Vergunst het Woord Vooraf dat dr. Hoek schreef voor mijn boekje niet noemde, juist omdat Hoek één van de schrijvers is van de Gereformeerde Bond brochures waar ik op reageerde, lijkt mij dat toch essentiële informatie. Ook omdat een bron waarnaar ik in een voetnoot verwijs voor informatie rondom de gnostiek in de bespreking wel sterk uitvergroot wordt.

Terecht merkt dhr. Vergunst op dat mijn reactie op deze brochures erg laat is. De eerste kwam namelijk al in 2012 uit. Ook vindt hij het jammer dat ik de drie artikelen van ds. C.H. Hogendoorn, die De Waarheidsvriend in 2019 publiceerde, niet bespreek. Begin 2020 verwees bondsvoorzitter drs. A.J. Mensink naar de brochures voor de inhoudelijke onderbouwing van het standpunt rondom de plaats van de vrouw. Daarmee maakte de Gereformeerde Bond deze zelf actueel. In de inleiding van mijn publicatie leg ik uit dat ik dat serieus wil nemen, en daarom deze brochures heb opgepakt om inhoudelijk te bespreken. In 98 pagina’s verwijs en citeer ik er 131 keer uit, regelmatig instemmend en positief, bijvoorbeeld door de vijf hermeneutische regels die de Gereformeerde Bond geeft te bespreken en volledig te onderschrijven. Daarmee hoop ik de Bond recht gedaan te hebben op grond van haar eigen verwijzing, ondanks dat de drie artikelen waar dhr. Vergunst naar verwijst niet ook expliciet genoemd worden.

Daarom kijk ik erg uit naar het inhoudelijke, integere gesprek, en hoop dat de brochures en mijn boekje daar van dienst bij kunnen zijn. Als dhr. Vergunst schrijft dat de vragen die ik de Bond stel van wisselend niveau zijn geeft me dat hoop dat ten minste een aantal daarvan onderwerp kunnen zijn van een integer gesprek. Daarbij gaat het niet om de vraag wie er gelijk heeft, en of we allemaal het ambt kunnen bekleden waarop we hopen. Maar om de vraag hoe de Waarheid, die Jezus Christus is, centraal kan staan in de Gereformeerde Bond, in de Protestantste Kerk, en in Nederland. God zij dank dat wij aan elkaar gegeven zijn om elkaar te bevragen, te beproeven, te corrigeren en op te bouwen. Niet omdat we hetzelfde denken, maar omdat de Heilige Geest ons aan elkaar gegeven heeft.

Reacties