Scheuren vanwege vrouw en ambt is niet christelijk
|Kun je samen lid zijn van hetzelfde kerkverband als je het fundamenteel oneens bent met elkaar over de positie van de vrouw? Kun je samen je geloof belijden en bidden als de standpunten tegenover elkaar staan? Ik geloof dat juist ook als we verschillend in deze discussie staan geroepen zijn om één te blijven en de eenheid te zoeken. De Gemeente van Christus is gebaat bij voortdurende bezinning en toetsing van oude en nieuwe ideeën en overtuigingen. Vanuit verschillende standpunten kunnen we voor elkaar daarbij een tegenover zijn.
In de kerk zijn we aan elkaar gegeven. We zijn geen groep vrienden van dezelfde sociale klasse met dezelfde opvattingen over kerk en maatschappij. Wat ons bindt is het geloof in Jezus Christus als onze opgestane Heere en Verlosser, en de wens om ons leven te Heiligen in Zijn dienst, onder het gezag van de Bijbel.
In de kerk van het Nieuwe Testament zat de slaaf naast zijn meester, de Jood naast de Griek en de ‘barbaar’, de vrouw naast de man. Mensen met totaal verschillende maatschappelijke posities en culturele achtergronden. Ze stonden verschillend in veranderende opvattingen over de Bijbelse geboden rondom het eten van vlees en het houden van de Sabbat. Ook de veranderende visie op de plaats van de vrouw in de Grieks-Romeinse wereld kon de kerk verdelen. Maar zij hielden elkaar vast omdat ze geloofden dat de belijdenis dat Jezus Heer is, hen door de Heilige Geest gegeven werd.
Als onze meningen botsen groeit het wederzijdse wantrouwen. Dan zien we in de ander enkel nog koppigheid of wereldgelijkvormigheid. We geloven de ander niet meer als hij zegt de Bijbel te gehoorzamen. Een verkeerde interpretatie interpreteren we dan niet als een welwillende fout, maar als een moedwillige zonde. Heiligheid en gerechtigheid kunnen dan zomaar tegen elkaar uitgespeeld worden. Maar als de Heilige Geest ons het geloof geeft moeten we verder kijken dan standpunten en opvattingen. We kunnen niet breken met onze broeder of zuster als De Geest hen Christus laat belijden.
Jezus leert ons dat een verdeeld huis niet kan bestaan. Hoe kunnen we een licht voor de wereld zijn als we elkaar verduisteren? Als Jezus tot Zijn Vader bidt, bidt Hij om eenheid zodat de wereld zal zien dat de Vader de Zoon gezonden heeft. Onze eenheid bouwt Gods koninkrijk, onze verdeeldheid breekt het af. Het is eenvoudig om eenheid vol te houden als je hetzelfde denkt. De ander uitnemender achten dan jezelf wordt pas op de proef gesteld als de ander op iets fundamenteels ernaast lijkt te zitten. In het conflict lijkt het belang van het bediscussieerde onderwerp te groeien. De urgentie neemt toe om je wil door te zetten, desnoods zonder de ander. Wisselende onderwerpen kunnen daardoor ons geloof in Christus in de schaduw zetten. Eigen waarheden worden belangrijker dan de Waarheid die Christus is. Het is begrijpelijk, het is menselijk. Uit elkaar gaan lijkt de heiligste, de rechtvaardigste oplossing. Maar de wereld raakt in de war van al die verschillende lichten die elk hun eigen schaduw werpen.
Samen kerk zijn vraagt wat van ons. Het dwingt ons te sterven aan onze eigen opvattingen en meningen. Maar samen kerk zijn geeft ons aan elkaar. De zuster en broeder die wij zelf niet hebben uitgekozen kan ons helpen meer van God en het geloof te leren, juist doordat zij of hij anders is en denkt. Door naast elkaar te blijven zitten kunnen we elkaar blijven bevragen. Juist die ander helpt ons verder te kijken dan onze favouriete Bijbelverzen. Een kritische vraag dwingt tot zelfbezinning, terwijl een preek voor eigen parochie kan tot zelfbevestiging leiden. De hand en de voet vormen samen het lichaam, juist omdat ze elkaar aanvullen. We hebben elkaar nodig.
In de post-christelijke wereld hebben we de luxe niet meer om ons te organiseren in verschillende kerkverbanden. Het is tijd om steeds meer één te worden, zodat het licht op Christus centraal staat. Maak van de verschillende standpunten geen reden om te scheuren, maar grijp ze aan om meer te leren, van elkaar, van de Bijbel, en van God en Zijn Koninkrijk.
Jezus bidt: “Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn, zoals Wij Eén zijn; Ik in hen, en U in Mij, opdat zij volmaakt één zijn en opdat de wereld erkent dat U Mij gezonden hebt en hen liefgehad hebt, zoals U Mij hebt liefgehad.”