Voltooid leven: geen makkelijke christelijke oplossingen

alloneatnight“Stop er toch mee!”
Ze begon er zelf over, over de politieke discussie rondom het voltooide leven. Tot twee keer toe zelfs, er zat een uur tussen. Een erg oude vrouw, een christen. Ze haastte zich om te zeggen dat alleen God beslist wanneer het leven voltooid is, dat wij het leven niet mogen nemen. “Maar ik begrijp het wel”, verzuchtte ze. “Nu zit ik hier, met mensen om me heen, maar ik zie er al tegenop om straks weer alleen te zijn. Die uren voordat ik naar bed ga, alleen in de kamer.” Ze vertelde dat er niemand meer leefde van haar broers en zussen, haar vrienden en vriendinnen. De mensen uit de kerk die haar bezochten waren jong, niet meer die ouderling van vroeger. Ze had er geen behoefte aan om haar hart voor hen uit te storten, dus stelde ze vooral maar vragen. Ik vroeg of er nog iets waar ze naar uit keek. Eigenlijk niet. Het lopen ging zo goed niet meer, liever had ze dat de Heere haar thuis haalde. Toen ze een keer ’s nachts schrok van een geluid bonkte haar hart in haar keel. “Stop er toch eens mee” had ze toen gezegd. Ze keek er naar uit om naar haar Heere te gaan. Om Hem te zien, en bij Hem te zijn.
Ook voelde ze zich teveel. Teveel voor haar kinderen, omdat ze hen zo vaak nodig had. Ze was dankbaar voor haar kinderen, maar voelde zich er niet goed bij dat zij voor haar moesten zorgen. Dat hoorde andersom te zijn.
Een gezonde vrouw. Pijntjes, lopen ging moeilijker, maar geen uitzichtloos lichamelijk lijden. Precies zo’n vrouw waar we het over hebben. Dat voelde ze ook aan, ze begon er later nog een keer over. Toen er meer mensen bij zaten was ze christelijk correct en wees ze actieve levensbeëindiging af. Toen we samen waren zei ze opnieuw dat ze het wel begreep. Ook was ze bang voor wat er komen zou. Niet voor de dood zelf, maar voor wat er aan vooraf ging.

Voorzichtig probeerde ik de christelijke oplossingen aan te dragen. Het stokte in mijn keel. Ik moest een beetje denken aan vroeger, toen mijn moeder zei dat ik die spruiten echt wel lekker vond. Dat ik ze moest eten was tot daar aan toe. Ik begreep ook heus wel dat het goed voor me was. Maar ik vond het gewoon vies, en dan moest mijn moeder niet gaan beweren dat ik het eigenlijk diep in mijn hart wel lekker vond. Zoiets, maar dan 1000x erger. “U wilt helemaal niet sterven, u wilt gewoon een keertje lekker uit eten”. Een karikatuur, die laatste zin, maar daar komt het toch ook wel een beetje bij in de buurt. Voor de ander beslissen.

Twee gevaren
Als het om problemen gaat zijn er twee valkuilen. De een is dat we iemands probleem ontkennen, de ander dat we iemand een probleem aanpraten.
Als het gaat om actieve levensbeëindiging zijn die twee gevaren: Iemand de dood in praten, of ontkennen dat iemands stervenswens reëel is. In het debat richt de ene helft zich op het eerste gevaar, en de andere helft op het andere. Dat zijn dus twee valide standpunten!
Het was dan ook echt storend om de tweet van Pia Dijkstra te lezen.

tweetpiadijkstra

De D66’er ontkende met dit bericht dat de ‘christelijke partijen’ een terecht punt aankaarten, het belang van een groep mensen behartigde, en met liefde en betrokkenheid zich uitspraken over dit moeilijke onderwerp. Of deze partijen gelijk hebben is een andere vraag, maar op z’n minst moet erkend kunnen worden, en ruimte gegeven worden, aan deze partijen om hun standpunt uit te dragen en proberen te verwezenlijken.

Minstens net zo storend, ondanks dat het vriendelijker was geformuleerd, was de motie van afkeuring die de SGP samen met de ChristenUnie indiende. Door dit zware, door de SGP zelden gebruikte politieke instrument te gebruiken stelden zij hiermee dat de poging van de regering om mensen die lijden aan hun voltooide leven te helpen, niet legitiem is. Dat is een grove miskenning van het probleem dat aangekaart wordt, en de oprechte poging om daar een oplossing voor te bieden. Of deze partijen gelijk hebben is een andere vraag, maar op z’n minst moet erkend kunnen worden, en ruimte gegeven worden, aan deze partijen om hun standpunt uit te kunnen dragen en proberen te verwezenlijken.

Wantrouwen
Er is veel wantrouwen tegen elkaar. Dat blijkt expliciet uit het nare tweetje van Pia Dijkstra, maar ook bij veel christenen zit dat wantrouwen tegen de overheid diep. Zeker nu die overheid niet ‘christelijk’ is. Ook is er veel wantrouwen richting de maatschappij, waarvan gedacht wordt dat die niet zoveel om het leven geeft.

Dit is een blog voor christenen, waar ik christenen ook graag een spiegel voorhoud. Een beetje zelfreflectie kan geen kwaad. Daarom laat ik Pia Dijkstra nu verder liggen, en ga ik in op de vraag of ons wantrouwen liefdevol en eerlijk is. Daarbij kan ik gelukkig allereerst zelf reflecteren. Ik hoor zelf bij die hoek van de kerk waar euthanasie sterk wordt afgewezen, en heb van jongst af aan door alle discussies heen ook een lange tijd zelf dat wantrouwen ervaren.
Op een dag reed ik naar Amsterdam over de A4 vlakbij Schiphol. De weg is daar 5 banen breed, en altijd kon je er goed doorrijden. Maar die dag stond alles urenlang muurvast. Toen ik langs het ongeluk reed zag ik midden op de weg een motorrijder liggen, een deken over zijn lijf, hulpverleners bij zijn hoofd die met hem praten. Duidelijk een zeer ernstig ongeluk. Er stonden nog meer ambulances, politiewagens, een bergingsbedrijf, een brandweerwagen. En wij, de forenzen, reden met een hele, grote, eerbiedwaardige boog om die man heen die voor zijn leven aan het vechten was. Over de vluchtstrook. Niemand dacht: ik kan wel eventjes wat tijdswinst pakken door langs de file te rijden (waar op zich best wat ruimte voor was). Niemand toeterde, niemand foeterde. Dat ene leven kostte op dat moment miljoenen euro’s en tienduizenden uren, en wij als maatschappij hadden dat er voor over.
Een andere keer reed ik over de A20 bij Rotterdam. Het reed langzaam, verderop was een ongeluk gebeurt, direct naast het Franciscus ziekenhuis. Ik stond in de kijkersfile. Ineens sprongen er een paar agenten over de weg om ons tot stoppen te manen. Aan beide kanten was de weg nu dicht. Ik stond helemaal vooraan, maar achter mij volgde vele kilometers file. Waarom? Er kwam een helikopter aangevlogen, en die moest landen, het slachtoffer inladen, en weer wegvliegen. Wij moesten wachten tot dat gebeurd was. Indrukwekkend om te zien hoe kosten nog moeite gespaard worden om iemands leven te redden. Miljoenen euro’s en tienduizenden verloren uren in de file. Een helikopter zelfs. Niemand toeterde, niemand foeterde. Niemand probeerde langs de agenten te rijden ‘want het was toch allemaal op de andere baan’. Nee, wij waren onder de indruk van de vergankelijkheid van het leven en de strijd die voerde. Niemand zei dat het slachtoffer ook even op een brancard naar het Franciscus gelopen had kunnen worden.

Afgod
Wij leven helemaal niet in een maatschappij waar niet om het leven wordt gegeven.
Wij leven helemaal niet in een maatschappij waar mensen onverschillig zijn over het leven van de ander.
Sterker nog, het is heel vaak een stukje christelijke kritiek, dat er in onze maatschappij te veel aan het leven wordt gehangen!
In hoeveel preken heb ik niet gehoord dat de maatschappij het ‘gezond zijn’ te hoog waardeert en vergoddelijkt!
Je moet in Nederland een duidelijk zichtbare ‘niet reanimeren’ verklaring hebben, zelfs als je 98 bent, anders worden kosten nog moeite gespaard om die persoon het leven te redden.

Dan is het tergend om te horen dat sommige christenen heel expliciet de suggestie wekken dat niet-christenen door euthanasie enkel van oude mensen af willen ‘door ze een spuitje te geven’. Het is niet eerlijk om onze niet-christelijke landgenoten te beschuldigen van zaken die aantoonbaar niet waar zijn. En als wij dit soort grove beschuldigingen zelfs op politiek niveau doen, hoe kan diezelfde maatschappij dan ons appel op zonde en genade nog op waarde schatten? Dan valt het met die zonden waar christenen het over hebben in de praktijk kennelijk nogal mee.

Dat wantrouwen is oneerlijk, en de minister die met dit wetsvoorstel kwam verdient dat wantrouwen niet. Of ze onze steun verdient is een tweede vraag, maar ze verdient het respect omdat ze iets agendeert dat bij christenen kennelijk nog niet eens op het netvlies is.
Toen de euthanasie wet werd ingediend door minister Borst waren dezelfde geluiden te horen. Ernstig zieke mensen zouden niet meer behandeld worden, kinderen zouden hun ouders aansporen om er maar een einde aan te maken. Mensen zouden zich bezwaard voelen om een kostbare behandeling te ondergaan, mede door de druk van de maatschappij. Uit niets is dat gebleken. De krant staat elke dag vol met protest tegen de manier waarop onze ouderen behandeld worden.
Wel is er een reële mogelijkheid dat in individuele gevallen mensen ten prooi zullen vallen aan de doodsdruk van hun sociale omgeving, maar een maatschappelijk wantrouwen is niet gerechtvaardigd. Sterker nog, ons morele vingertje werpt een schaduw op het Evangelie van Jezus Christus. Zo als ons morele beter-weten al zo vaak gedaan heeft. Vonden we niet dat homo’s ook best genezen konden worden? Dat vrouwen achter het aanrecht ook heel gelukkig konden zijn? Dat sommige rassen beter af waren als slaaf?
Wat dat betreft is een beetje wantrouwen jegens ons zelf wel gerechtvaardigd. Is ons kennen van goed en kwaad werkelijk zo hoog ontwikkeld dat het onze verontwaardigde morele afwijzing van de ander rechtvaardigt?

Begrijpen
Om een probleem werkelijk bij de kop te pakken is het belangrijk om die ander met die andere opvatting eerst echt goed te begrijpen. De kans is groot dat je een blinde vlek hebt. De kans dat twee totaal verschillende opvattingen meer zicht hebben op de breedte van de problematiek is altijd groter. Pia Dijkstra deed niet haar best om de terechte bezwaren van de christenen te begrijpen.

Gaan sociale contacten niet aandringen op levensbeëindiging vanaf een bepaalde leeftijd?
Gaan ouderen zich niet nog meer teveel voelen als zij niet willen kiezen voor euthanasie?
Hoe kunnen we zeker zijn dat iemand niet tijdelijk depressief is, terwijl er nog wel levensperspectief is?
Zijn veel ouderen niet gewoon eenzaam doordat wij als maatschappij te weinig oog voor hen hebben?
Kunnen wij niet meer doen om mensen langer levensperspectief te geven?

Vriend en vijand moeten het er over eens zijn dat dat redelijke vragen zijn, die gehoord moeten worden en een antwoord verdienen?
Maar ook dat mes snijdt aan twee kanten.
Want we moeten ook begrijpen dat het heel goed mogelijk is dat iemand werkelijk geen levensperspectief meer heeft. Sterker nog, er zijn genoeg mensen die dit uitspreken. Ook als een aantal van hen eigenlijk een ander probleem heeft, blijven er helaas nog velen over. Dat is ook begrijpelijk. Want weten we hoe het is als je hele sociale netwerk gestorven is, en jij alleen over bent? Dat niemand je meer als gelijkwaardige aanspreekt? Als je kinderen zelf oud geworden zijn, en je kleinkinderen 40’ers. Als er niemand meer actief voetbalt die jij kent bij de vereniging waar jij je altijd voor ingezet hebt? Er is dus niks meer om naar uit te kijken. Geen “Wint het team zaterdag?” of “Haalt mijn dochter haar diploma, promotie, of nieuwe baan?” Je bent te oud om rondjes te lopen, en rondgereden worden rond het meer benadrukt je afhankelijkheid. Want afhankelijk ben je. Je begrijpt heel goed dat niemand jou meer nodig heeft, maar jij wel iedereen nodig hebt. Voor de goede orde: daar is niks mis mee! Zeker niet voor onze ouderen die zo veel voor ons betekend hebben, daar mogen wij ons nu voor inzetten! Maar voor sommigen is dat ondraaglijk.

Oplossingen
Realiseer je je dat het niet altijd gaat om de vraag ‘hoe vaak is er iemand bij je’. Soms kan het zijn dat er zoveel aandacht aan je geschonken wordt, maar dat die paar uurtjes dat je alleen bent in de week, of dat je in je bed ligt, dat de stilte dan enorm is. Waar moet je van dromen als je enige droom is dat je hart er mee stopt? Kon je maar slapen, maar je hebt niet zoveel slaap meer nodig.
Gelukkig geldt voor zoveel ouderen dat dit alles niet geldt. Een 100-jarige die bidt, een 90 jarige die zijn kinderen steunt door hen een oor te verlenen. Een vrouw die politiek betrokken is en plezier heeft in het doordenken van alle problemen. Een ander die gewoon geniet van muziek of het bekijken van de bomen aan de overkant van de straat. Maar wij mogen het levensgeluk van de een niet gebruiken om de lege diepte van de ander mee te vullen. “U bent niet levensmoe, u heeft gewoon een hobby of een buddy nodig”. Niet iedereen is politiek betrokken, houdt van bomen, denkt graag na, luistert muziek. En sommigen zijn uitgedacht, hebben het wel gezien, of kunnen zich gewoon niet meer motiveren om politiek te volgen over een toekomst die zij toch niet mee gaan meemaken.

We zijn nog steeds niet bij de euthanasie beland. Of dat de oplossing is is nog niet zeker.
Wat erger is op dit moment is dat met die motie van afkeuring, en de daarbij gegeven ontkenning van het probleem, deze mensen dus feitelijk niet begrepen worden. De minister wordt niet begrepen, en deze ouderen ook niet. Hoe denken we dan deze mensen te kunnen helpen om weer enig nut in hun leven te vinden, als we hen niet eens snappen? Als de diepte van hun troosteloosheid niet eens een beetje willen peilen?

Voor God spelen
Het echte argument van christenen is dat we ‘niet voor God mogen spelen’. God beslist wanneer wij leven en wanneer wij sterven. Een mooie, afhankelijke gedachte. Tegelijkertijd ook een onmogelijke gedachte. De realiteit van het leven na de zondeval is dàt we god geworden zijn toen we van de boom aten. Er zit nu niks anders meer op dan ook te kiezen. Telkens kiezen tussen goed en kwaad, hoe slecht we er ook in zijn. Dat is wat we moeten doen tot Jezus Christus komt. Dat doen we dan ook elke dag. Als we hoofdpijn hebben zeggen we niet dat het aan God is om de hoofdpijn weg te nemen, maar nemen we een pijnstiller. Als we ons been breken, dan zetten we het. We amputeren het als we denken dat dat nodig is. Dan zeggen we niet: “Het is aan God om een deel van ons lichaam weg te nemen”. Euthanasie is kiezen voor de dood, net zoals de hele medische wetenschap een keuze voor het leven is. Beide horen bij elkaar. Als we echt niet voor God willen spelen, dan moeten we ook de hele medische wetenschap stoppen. Dan is het probleem met voltooide levens ook opgelost. Maar je kunt niet stellen dat we wel het leven mogen rekken, zo ver mogen rekken dat mensen zich voelen als een broodbeleg dat is uitgesmeerd over te veel boterhammen. De vrouw die ik sprak is nu gezond, maar was al 2x gestorven als de artsen haar toen niet gered hadden.
Niet voor God willen spelen is een mooie gedachte, maar het is ook een hypocriete gedachte. Wij spelen al dagelijks voor God en hebben een verantwoordelijkheid genomen. Wij beslissen al over leven, de beslissing over de dood hoort daarbij.

Onze maatschappij is niet meer die van vroeger. Vroeger leefden ouderen bij hun kinderen. Toch moeten we dat niet idealiseren. Wij leven in het nu. Mensen worden veel ouder, er zijn minder kinderen waar deze opgevangen kunnen worden. De gezinnen zijn ook drukker met meer activiteiten, er is een groter verschil tussen de leefwereld van ouderen en kinderen. De levensstandaarden zijn ook hoger, willen ouderen wel op zolder wonen? Het zal de druk laten toenemen op broers en zussen: Neem jij ze maar in huis! Zal dat een gevoel van gewenstheid opleveren? Begrijp me goed, het is het overwegen waard, maar verwacht niet dat alle oplossingen gevonden kunnen worden op deze manier. Er is geen maakbaarheid. En trouwens, ook vroeger hadden mensen een stervenswens! Vroeger was het echt niet beter. Misschien moeten we eens gaan accepteren dat er nu veel juist wel beter is.

Vergeten
De vrouw die ik sprak was niet alleen. We waren op dat moment in een groot gezelschap, en telkens werd ze aan de praat gehouden. Dat klinkt naar, toch zit er waarheid en een goede bedoeling in. Toch was ze eenzaam. Ze kon soms het gezicht van haar man niet meer voor zich halen. Ze hield ooit zoveel van hem, maar nu was ze zelfs wezenlijke herinneringen kwijt. (Ze had geen dementie of alzheimer.) De herinneringen waren op, ze wachtte slechts tot God haar riep. Ze wachtte niet op goedbedoelde hulp, niet op gezelschap, niet op projectjes, en al helemaal niet op mijn smoesjes om haar voltooidheid weg te krijgen.
Er zijn mensen die wij verwaarlozen, als maatschappij of persoonlijk. Alle argumenten van de ‘christelijke partijen’ zijn daarop van toepassing. Het is goed dat er christenen (en niet-christenen!) zijn die zich voor hen inzetten! Maar we moeten dingen niet door elkaar halen, en met het beroep op de mogelijkheden voor de een het leed van de ander wegredeneren. Dan wordt het goedkoop en maakbaar. Dan zijn we niet eerlijk tegenover die mensen die juist die ander op het oog hebben.
Kunnen wij als christenen het debat ook op een respectabele manier aangaan? Of zijn wij eigenlijk ook gewoon Pia Dijkstra? Zo in de ban van ons eigen principiële gelijk dat we niet meer naar de ander kunnen luisteren?

 

 

Reacties