Waarom doet God dit eigenlijk?

“Waarom doet God dit eigenlijk?” vroeg Arjen Lubach. Ik ga hier niet flauw doen door de atheïst te vragen welke God hij bedoelt of wat ‘dit’ is. Het is namelijk een redelijke vraag. Lubach bedoelt de God van de Bijbel en het Corona virus. Waarom laat een goede God de hele mensheid zuchten onder een akelig virus, waarom laat God mensen eraan sterven, waarom dompelt hij ons onder in rouw en verdriet. Waarom laat de God van liefde de wereldeconomie in elkaar storten waar straks de zwaksten en de armsten het meest onder zullen lijden? Waarom laat God zo’n virus los in vluchtelingenkampen?

De vraag is natuurlijk oneindig breder en groter dan ‘dit’. Als kind vroeg ik me al af waarom God die zendelingen vermoord liet worden. Waarom stierf dat kind? Waarom de holocaust en de slavernij? Zoveel verdriet als jonge ouders sterven en hun kinderen alleen achterlaten. Waarom groeien vrouwen op als bezit in postmoderne slavernij en worden ze elke dag misbruikt? Waarom is er kanker en AIDS? Waarom vindt er misbruik plaats in kerken? Waarom mishandelen vaders hun kinderen? Waarom zijn er zwervers? Als God zo goed is en zo liefdevol, waarom stelt hij dan niet vandaag orde op zaken?

Ik ga de vraag niet beantwoorden. Ik kan niet in Gods hoofd kijken en dus ook niet begrijpen waarom hij wel of niet doet wat hij wel of niet doet. De echte vraag gaat ook niet over waarom God het doet, de echte vraag is waarom christenen nog christen zijn terwijl ze die vraag niet kunnen beantwoorden.
Maar eerst de vraag of ‘dit’ een straf van God is. Het antwoord daarop is ‘ja’, maar eigenlijk ‘nee’. In Genesis 3 staat dat de mens er voor koos voortaan autonoom te bepalen wat goed en wat kwaad is, en voortaan haar eigen god zou zijn. Als straf daarop ontnam God de mens de toegang tot het leven. (Let op: de dood bestond dus al! Alleen de weg naar het leven werd versperd). Ons lijden en onze permanente dood zijn dus een gevolg van onze eigen keuze, een straf zou je kunnen zeggen.

Maar daarmee is ‘Corona’, of welke ellende er ook is, op zichzelf nog niet een straf van God. Als Jezus wordt gevraagd of de slachtoffers van een moordpartij door de Romeinen, of het instorten van een toren, gezondigd hebben, antwoordt hij dat daar geen sprake van is. Als Jezus gevraagd wordt of een blinde man gezondigd heeft ontkent hij het opnieuw. Het bekt zo lekker om te zeggen dat een ramp een straf van God is. Vaak omdat het zo goed overeenkomt met de waarschuwing die de onheilsprofeet altijd al verkondigde. De ramp lijkt haast wel koren op de molen te zijn. Je ziet de ‘profeet’ al zitten buiten de stad in de schaduw van de boom kijkend naar de ellende die zich voor zijn ogen voltrekt. Maar de God van de Bijbel wil niet straffen, hij wil redden en leven geven. De christenen worden eropuit gestuurd om goed nieuws te brengen: het Evangelie! Niet het nieuws van de straffende God, maar van de God die leven wil geven.

Daarom is de echte vraag is het belangrijkst: Waarom blijven christenen in deze God geloven, ondanks dat we geen antwoord hebben op de vraag waarom God al die ellende toelaat. Want dat is de vraag achter de vraag van Arjen Lubach. (Er zijn overigens best wel veel antwoorden gegeven op deze beroemde vraag. Maar ook het beste antwoord doet geen recht aan bijvoorbeeld de vraag waarom je kind gestorven is). Dus waarom blijf ik vertrouwen op God? Omdat ik van hem houd! Omdat ik er op vertrouw dat hij het antwoord weet dat ik niet ken. Omdat ik geloof dat het leven mét hem beter is dan het leven zonder hem. Omdat ik geloof dat al dit lijden zin heeft op een manier die ik niet begrijp, maar God wel.

Het heeft eigenlijk allemaal te maken met die ‘zondeval’ waar het net al over ging. Toen zei de mens tegen God dat hij en zij het beter wisten: “Beste God, het is wel mooi geweest, wij bepalen voortaan wel zelf wat goed is en wat kwaad is!” (Dat liep overigens niet heel goed af, Adam begon meteen Eva te overheersen en Kaïn sloeg zijn broer dood, maar dat terzijde.)
Christen zijn is dat omdraaien. Dan zeg je: “Vergeef me God! Ik had het mis, ik weet het niet beter, wilt u weer heersen?”
Dat een christen tot die ontdekking komt ging overigens niet zonder slag of stoot. Want hoewel God misschien beter die ellendige mensen het beste direct uit had kunnen roeien (Dat had pas een hoop ellende gescheeld!), deed hij iets onverwachts: Hij werd mens en zei: “Geef mij maar de schuld van al die ellende!” In mensvorm stierf God een gruwelijke dood. Waarom deed hij dit eigenlijk? Omdat hij van ons houdt. En als ik naar die God kijk dan breek ik. Dan kan ik alleen nog maar buigen en erkennen: die God is de God van wie ik hou en die ik vertrouw.

Dus beste Arjen Lubach, even los van de vraag of God bestaat of niet, stel dat hij er is, vertrouw je God dan meer dan jezelf? Als je die vraag met ‘nee’ beantwoordt, dan kun je inderdaad beter geen christen worden. En als je zegt: “Ja, als die God er zou zijn, dan vertrouw ik erop dat hij de antwoorden heeft die ik niet snap”, dan ben je een christen, zelfs als je denkt dat die God er toch niet is (of daaraan twijfelt). Een atheïst kan dus christen zijn.

Reacties