Wat ik leerde op de Studiedag Nashvilleverklaring
|Waarom krijgt een homo niet de vrijheid om bewust en open te kiezen voor een heteroseksueel huwelijk? Waarom is er wantrouwen voor biseksuelen die zich steeds meer hetero voelen? Mogen conservatieve christenen straks nog wel hun geloof en identiteit uit blijven dragen, of wordt hen de mond gesnoerd? Donderdag 12 september bezocht ik de Studiedag ‘Bijbels denken over huwelijk en seksualiteit in 2019’ die werd georganiseerd door de werkgroep Nashvilleverklaring. Niet alleen had ik waardevolle gesprekken, ook kreeg ik een beter idee van de oorzaken van het conflict dat speelt rondom de plaats van LHBTQ’ers in orthodoxe kerken en evangelische gemeenten.
De ‘Nashville christenen’ voelen zich in het nauw gedreven. Terwijl in 2002 de halve VVD-fractie nog tegen het ‘homohuwelijk’ stemde, en er in voetbalkantine’s nu nog steeds harde homo-grappen worden gemaakt, krijgen zij rechtzaken en ontslagen aan hun broek als ze vasthouden aan een standpunt dat de kerk al 2000 jaar zou hebben. Homo’s uit eigen kring krijgen verwijten en hoon als ze vanuit hun geloof kiezen om als single te leven. Al die vijandigheid leidt tot vragen over de toekomst van de eigen geloofsidentiteit. Mogen orthodoxe christenen in de toekomst nog een eigen visie op huwelijk en gezin hebben? De houding is defensief, er wordt gesproken over complotachtige ideologieën en organisaties die het traditionele huwelijk, het mannelijk of vrouwelijk zijn, het gezin, en het ontzag voor Gods wil, planmatig omver zouden willen werpen.
Want dat is het tweede zorgpunt van de Nashvilleverklaarders. Houdt de Kerk het gezag van de Bijbel vast en willen christenen nog luisteren naar God en zijn geboden? Of vinden we wat we zelf voelen of ervaren belangrijker dan Gods oordeel? Voor het vaststellen of een christen of een kerk nog buigt onder Gods geboden lijkt homoseksualiteit* een uitstekend onderwerp te zijn. De Bijbel lijkt namelijk een glashelder verbod te geven. Dat verbod past bij het gevoel dat de meeste christen-hetero’s hebben over homoseksualiteit. Het is een onderwerp dat ook met seksualiteit te maken heeft, wat in orthodoxe kringen sowieso voorzichtig behandeld wordt. Bovendien lijkt de manier waarop de wereld omgaat met homoseksualiteit (bv. door het hedonistische beeld dat er is van de Canal Pride in combinatie met het promiscue imago van homo’s) lijnrecht tegenover het Koninkrijk van God te staan. Vanuit die gedachten lijkt het voor de hand te liggen dat christenen die homoseksualiteit aanvaarden het gezag van de Bijbel en de wil van God kennelijk hebben losgelaten.
Het gevoel aangevallen te worden in de eigen identiteit en de vragen rondom het gezag van de Bijbel zijn beide legitiem. Het zijn vragen waar christenen die pleiten voor volledige aanvaarding van LHBTQ’ers iets mee moeten. Tegelijk tonen deze bezwaren ook het grote gemis van zelfreflectie aan bij de Nashvilleverklaarders. Want over de eigen rol in het gepolariseerde debat rondom LHBTQ’ers wordt niet gesproken. Kan het zijn dat de hoon die single-homo’s over zich heen krijgen ook een reactie is op de dwang tot het celibaat vanuit de orthodoxie? En is men zich echt bewust van de grote geestelijke en psychische nood waarin veel homo’s uit eigen kring terecht komen? Dat ook hun goedbedoelde pastoraat daar vaak weinig hulp bij biedt? Kan het zijn dat de kerk daarmee een immoreel imago opbouwde waardoor de buitenwereld zich gedwongen voelt paal en perk te stellen? Begrijpen de Nashvilleverklaarders dat hun standpunt niet zozeer als ‘anders’ of ‘ongewenst’ wordt gezien, maar als ronduit barbaars en kwaadaardig, niet vanuit hedonistische motieven, maar vanwege mensenrechten en een groeiend oog voor het geestelijk welzijn van LHBTQ’ers? Of de buitenwereld daarmee recht doet aan deze conservatieve kerken is een vraag op zich, maar op de Studiedag zelf werd er met geen woord over gerept.
Ook bij de vragen rondom het gezag van de Bijbel en het duiden van dwaalleren werd de blik niet naar binnen gekeerd. Eén van de sprekers maakte terecht onderscheid tussen ons eigen subjectieve denken en exegetiseren, en de objectieve waarheid van de Bijbel. Daaruit volgde niet de logische reflectie of het eigen standpunt ook echt bijbels is. De eigen visie op LHBTQ’ers en de kerk wordt als vanzelfsprekend bijbels gezien, zonder na te denken of de eigen context, belangen en loyaliteiten misschien toch tot een subjectieve bijbeluitleg hebben geleid. Deze reflectie miste ik op de Studiedag terwijl het bewust zijn van de eigen zondigheid en de noodzaak tot het blijvend reformeren van de Kerk juist bij uitstek gereformeerde grondbeginselen zijn. De Bijbel gaat pas echt open als we hem allereerst gebruiken om vragen aan onszelf te stellen. Voordat we naar de ander kijken moeten we eerst onszelf in het licht van het Evangelie plaatsen.
De Studiedag in Putten was ook een unicum! Bevindelijk gereformeerden zongen zij aan zij met evangelicalen de nederlandse versie van Amazing Grace: “Genade, zo oneindig groot /
Dat ik, die ’t niet verdien / het leven vond, want ik was dood / en blind, maar nu kan ‘k zien.” Wie een beetje thuis is in kerken als de Gereformeerde Gemeente weet dat dit soort zekere geloofsuitspraken daar geen vanzelfsprekendheid zijn. En om dat samen te zingen met de ‘volwassendopers’ was denk ik een primeur. Ik hoop van harte dat over een niet al te lange tijd dit lied ook samen gezongen mag worden met de volledige Christus-belijdende LHBTQ gemeenschap. Dat christenen dan niet meer tegenover elkaar staan en elkaar verketteren, maar van elkaar leren, elkaar aanscherpen, en elkaar vinden bij het kruis: “Want Jezus droeg mijn zondelast / en tranen aan het kruis. / Hij houdt mij door genade vast / en brengt mij veilig thuis.” Op 12 september kregen één van de sprekers en ik daar onbewust alvast een voorschot op, toen we (zonder dat we elkaar herkenden) ’toevallig’ naast elkaar kwamen te zitten, en dat prachtige lied samen zongen van hetzelfde vel.
———————————————–
*Op de Studiedag werd voornamelijk over homo- en biseksualiteit gesproken. De vragen rondom de plaats van transgenders en interseksuelen in de Kerk kwamen vrijwel niet aan de orde. In de openingslezing door dr. Klaassen werd wel gesproken over de rol van niet binaire geslachts-identiteiten, maar dat werd niet in een bijbelse of kerkelijke context geplaatst.