Welke refo-leider toont lef rondom homoseksualiteit?

Ik was eens in een tuin vol appelbomen die niet of slecht onderhouden werden. De grond lag vol rotte appels. Het was gewoon smerig om er rond te lopen. De stank kwam je tegemoet.
Jezus zegt dat je naar de vrucht moet kijken om te zien of een boom goed is of niet. Want een slechte boom brengt geen goede vruchten voort, en een goede boom geen slechte. Iedere christen kent deze tekst, maar hoeveel christenen passen die tekst wel eens toe op zichzelf? Hoe vaak denkt een christen: “Ai, wat ik doe resulteert wel in heel veel slechts, misschien doe ik het niet goed?”. Want dat is het doel van Jezus’ gelijkenissen: ons aan het denken zetten over ons eigen handelen en denken.

Er zijn leiders nodig in de refo-wereld die Jezus’ woorden gaan toepassen op het eigen homo-beleid. Want verreweg de meeste leiders in die groep zijn integere mensen die op zoek zijn naar manieren om met liefde om te gaan met hun naaste, én God te gehoorzamen. Soms levert dat een innerlijk conflict op. Want wat als Gods geboden lijken te leiden tot een heel moeilijk en eenzaam leven voor homo’s? Dat is de worsteling van veel dominees, leraren, redacteuren, ouderlingen, politici, jeugdleiders, moeders en vaders. Ze zijn overtuigd van Gods geboden, én hebben veel liefde voor de homo’s die ze kennen. Daartussen proberen ze een weg te zoeken die recht doet aan beiden.

Maar van buiten worden ze bestookt met verwijten. Progressieve christenen en seculieren verwijten hen geen liefde te hebben voor homo’s, homofoob te zijn, en kwaad te berokkenen. Vanuit de eigen conservatieve achterban is er altijd de druk om stevig stelling te nemen tegen homo-relaties en tegen de postmoderne wereld die zou willen afrekenen met mannelijkheid en vrouwelijkheid. Altijd onder vuur.
Maar wat is wijsheid? De eigen theologen houden vol dat het ‘echt niet mag’ en citeren daar voor het oog toch duidelijke bijbelteksten bij. Maar reformatorische leiders zien het kwaad voor hun ogen gebeuren. Het is soms alsof ze elke dag door zo’n tuin lopen tussen de rotte vruchten door. Jongeren die de kerk verlaten, gezinnen die splijten, Gods Naam die door het slijk wordt gehaald, leerlingen die worden beschimpt, leraren die per ongeluk ongelukkige uitspraken doen, homo’s met suïcidale gedachten, het houdt niet op. Weer een artikel in de krant, weer een documentaire op tv. En op het moment dat je probeert over de ene rotte appel heen te stappen stap je in een andere die je niet zag liggen.

Dan kun je als integere gereformeerde boos worden op de buitenwereld die je altijd onder druk zet. Daar is genoeg reden voor want elk commentaar mist nuance, en heeft geen oog voor het hele plaatje. Maar de christelijke weg is altijd de hand in eigen boezem te steken. Op zoek gaan naar wat we zelf verkeerd doen. Luisteren naar wat Jezus ons heeft te zeggen. Wat vertellen de vruchten die ik voortbreng mij? Natuurlijk, niemand wil die rotte appels, niemand wil die smerige boomgaard. Het zijn altijd anderen die zo onvoorzichtig zijn, we worden verkeerd begrepen, onze goede bedoeligen worden door anderen verkeerd uitgevoerd. Dat kan allemaal waar zijn, maar toch komen ook die appels allemaal van onze eigen boom. Geen dominee wil dat een vader zijn homoseksuele zoon mishandelt, en toch is dat een vrucht van zijn prediking, zeker als het regelmatig gebeurt. Dat zijn nu precies de vruchten van de boom. Wie wind zaait zal storm oogsten.

Daarom is er leiderschap nodig in de refo-wereld. Welke directeur, welke politicus, welke ouderling en welke dominee, welke redacteur durft het aan om zijn eigen baan op de tocht te zetten? Wie durft het aan om te zeggen: Nu stop ik ermee, deze rotte vruchten wil ik niet meer voortbrengen. Als de vruchten rot zijn, zal ook de boom rot zijn. Het kan niet zo zijn dat gehoorzaamheid aan God leidt tot kwaad voor mijn naaste. Het kan niet anders dan dat ik God verkeerd begrepen heb. Wie durft het om Jezus’ woorden serieus te nemen en de eigen vruchten te bestuderen?
Het is tijd om te stoppen met excuses, te stoppen met naar anderen te wijzen. Toon leiderschap, doe het goede en accepteer de rottigheid niet langer. Zeker niet in de naam van God. Je zult zien dat je niet alleen staat. Talloze leraren, dominees, ouderlingen, redacteuren, politici vinden dit al veel langer in hun hart. Ik heb ze gesproken, ik heb hun mailtjes. “Robert, ik zou zo graag lhbti’ers volledig willen steunen, maar als ik dat doe verlies ik mijn baan.” en “ik zou het van de kansel willen roepen, maar dan wordt ik niet meer gevraagd om te komen preken.” Dat is begrijpelijk, en het is goed dat mensen op hun post blijven. Maar de tijd begint te dringen. Er is dienend leiderschap nodig.

Aan de vruchten herken je de boom. De boom van een afwijzend standpunt over homoseksuele relaties brengt zoveel slechte vruchten voort, het is niet te ontkennen. Alsof je door een boomgaard loopt die bezaaid is met rottigheid. Dat moet wel betekenen dat de Bijbel verkeerd is geïnterpreteerd. Dit kan nooit zijn wat God bedoelt. Anders kunnen we de woorden van Jezus wel uit de Bijbel knippen, want wanneer heeft het dan nog wel zin om naar de vruchten te kijken van ons handelen en denken?

Naschrift voor leiders die zich willen verdiepen in de bijbelse grond voor volledige aanvaarding van lhbti’ers:
– Kortere Frequently Asked Questions”: https://vromepraatjes.nl/faq-de-aanvaarding-van-homoseksuele-relaties-door-orthodoxe-christenen/
– Ook schreef ik een zeer uitgebreide bijbelstudie in 14 delen: https://vromepraatjes.nl/orthodoxe-christenen-en-homoseksualiteit-1-leviticus/
– In 2016 schreef ik erover in mijn boek Nederlander met de Nederlanders: https://vromepraatjes.nl/nu-te-koop-nederlander-met-de-nederlanders/
– in 2019 schreef ik een hoofdstuk voor de bundel “Homoseksualiteit en de kerk”: https://motief.buijten.nl/homoseksualiteit-en-de-kerk/

– Wie hierover door wil praten kan contact met mij zoeken via de contact-opties op deze website.

Reacties