What would Jesus Vote?

Waarheid
Hét referendum zorgde voor nogal wat verdeeldheid in Nederland. Voorstemmers, tegenstemmers en principiële thuisblijvers. Argumenten, drogargumenten, onderbuikargumenten, populisme, elitairisme, het kwam van alle kanten. En uiteraard vond iedereen vooral de ander dom, populistisch, massa-mens, irrationeel, egoïstisch, kortzichtig of ondemocratisch. Prima, zo gaat dat met een debat. Het maakt wat in ons los. Het verdient niet allemaal de schoonheidsprijs, maar het laat zien dat we in ieder geval proberen om het goede te doen en het kwade te bestrijden. Voorstanders, tegenstanders, blanco stemmers en principiële thuisblijvers willen allemaal dat doen wat juist is. En dat is toch een mooi gegeven. Misschien begint de kwalitatieve verbetering van het debat bij het erkennen dat die ander ook het goede zoekt, zelfs al faalt hij daar zo miserabel in.

Jezus
Maar dat is allemaal politiek, en daar gaat dit blog niet over. Het werd pas echt interessant omdat sommige christenen hun geloof erbij haalden. What would Jesus vote? Sommigen heel expliciet, dat je als christen eigenlijk alleen maar zus of zo mag stemmen. Anderen wat meer impliciet tussen de regels door. Ook daar zijn christenen vaak meesters in. En het mooie van het Oekraïne debat is misschien wel dat er echt goede, zelfs op het oog christelijke redenen waren om de ene of de andere keuze te maken. Voor naastenliefde en economische kansen voor een land in oorlog. Tegen polariserende verdragen die een burgeroorlog aanwakkeren. Voor mensenrechten of tegen corruptie. Of voor het verminderen van die corruptie of tegen baanverlies voor kansarmen in Nederland. En zo kan je nog wel een tijdje doorgaan. Dus serieus, wat zou Jezus nu eigenlijk hebben gestemd?

Verboden vrucht
Sommige christenen gaan nu overigens heel boos worden. Die vinden namelijk dat al die voors of al die tegens nergens op slaan, maar die hebben kennelijk maar van de helft van de verboden vrucht gegeten. Die namen enkel een hap van de kennis van goed, en lieten de kennis van kwaad links (of rechts) liggen. Dat zijn christenen op wie de zondeval geen vat heeft, zij denken zuiver en kunnen haarscherp het onderscheid maken tussen goed en kwaad, of in dit geval tussen voor of tegen. Maar voor al die andere christenen, en eigenlijk voor al die andere mensen, geldt dat helaas niet. Die worstelen zich door het leven heen. We willen zo graag het goede doen, maar het kwade komt telkens toch weer om de hoek kijken. Help!

Goed
Volgens mij brengt ons dat heel dicht bij het wezenlijke van het christen zijn. Christenen zijn mensen die proberen om het goede te doen. Op te komen voor armen en verdrukten, opkomen voor recht en eerlijkheid, opkomen voor liefde, en vechten tegen zonden en kwaad. En dat allemaal vanuit de erkenning dat we allemaal genade nodig hebben. De voorstemmers, de tegenstemmers, de blanco stemmers, de principiële thuisblijvers, en natuurlijk in ieder geval de luie thuisblijvers. Als christen ga je het debat niet in met een dedain voor je opponent. Je vindt die persoon met die andere mening geen loser, geen populist, geen domme gans, geen elitaire snob, geen meeloper, etc. Je vindt die ander een mens die het goede wil en daarin net zo hard faalt als jijzelf, maar dan op een andere manier. En dat is best moeilijk, vind ik zelf. Maar het is belangrijk. Stel je voor dat tegenstemmers zich niet welkom zouden voelen in de kerk? Of dat thuisblijvers zich op zondag zouden moeten schamen?

Defect
Hebben christenen dan geen mening? Natuurlijk wel. Ik tenminste wel. Maar christenen hebben geen christelijke mening. Je mag je eigen overtuiging niet opzomeren door het woordje ‘christelijk’ er voor te zetten, hoe overtuigd je ook bent. Maar vorm een mening, denk na, overleg en discussieer. Ik ben er van overtuigd dat dat alles, vanuit die bescheiden grondhouding, heel positief zal werken. Dan pas kan je elkaar echt begrijpen en benaderen. En het helpt jezelf ook weer om eraan herinnerd te worden dat je toch echt een klein defect hebt in je goed en kwaad radar. En what would Jesus do? Ik denk dat hij zou zeggen: kom maar bij mij met dat defect.