Woorden zeggen niks!
|M/V
Ik moest een beetje lachen toen las dat ‘mijn eigen’ Lazarus op zoek is naar een “inspirerende kerk/dominee m/v die op vernieuwende wijze bezig is”. Decennialang was een ‘m/v’ achter je vacature hét teken van emancipatie en inclusieve gelijkheid. Op zoek zijn naar een dominee m/v was ooit gewaagd progressief! Maar nu, in het licht van de recente discussies lijkt die ‘m/v’ toevoeging ineens een teken van uitsluiting. Mogen interseksuelen en transgenders dan niet reageren?
Onzin natuurlijk, bij Lazarus zijn zij zeker welkom. Maar het is een sprekend voorbeeld van hoe een begrip van de ene op de andere dag ineens een hele andere lading kan krijgen.
Beperkt
Woorden zijn hapjes lucht die een beperkte weergave geven van onze werkelijke gedachten en ideeën. We hebben afspraken die de betekenis van die klankhoopjes een beetje inkaderen, maar door de context, de intonatie, en verschillen in persoonlijkheid kan dezelfde zin in 10 gevallen 10 verschillende betekenissen hebben. ‘Vanmorgen heb ik een ei gegeten!’ was 3 weken geleden nog een gezapige mededeling, nu is het een statement. Exact dezelfde woorden, toch een wereld van verschil.
Woorden en zinnen, het zijn hulpmiddelen bij de communicatie, maar als je de ander echt wilt begrijpen moet je verder kijken dan die serie letters. Daar hebben we geen moeite mee als onze gesprekspartner iemand is van wie we houden, of met wie we het eens zijn. Maar sprekers of schrijvers die we als tegenstanders zien krijgen die behandeling niet. Die pakken we op de volgorde van de woorden, bij hen interpreteren we de zinnen zo negatief mogelijk. Dat is oneerlijk en het werkt averechts. Het brengt meer en meer polarisatie, en bovendien krijgen we er allemaal een eenzijdige mening van.
SIRE en de interseksueel
Neem die boodschap van SIRE over jongens en wilde spelletjes. Iedereen weet dat we steeds minder ruimte geven voor ruwere, gevaarlijkere spelletjes. En iedereen weet dat er bij SIRE niemand is die vindt dat meisjes niet in bomen mogen klimmen. Toch wordt er verontwaardigd gereageerd, en worden de woorden van SIRE zo seksistisch mogelijk geïnterpreteerd. Vervolgens slaat ‘rechts’ terug in het debat over het ontwijken van de frase ‘dames en heren’. Terwijl in werkelijkheid natuurlijk niemand het echt een probleem vindt dat er nu ‘reizigers’ wordt gezegd. En er is ook bijna niemand die ontkent dat er mensen zijn die zich niet door ‘dames en heren’ aangesproken voelen. Het doel van het bericht is hetzelfde; iedereen wordt aangesproken, niemand uitgezonderd. Maar in het gepolariseerde gender-debat doet de betekenis en de bedoeling er niet meer toe. Daarin moeten we elkaar pakken op woorden, die we los rukken van de intenties van de ander, en die we zo negatief mogelijk doen voorkomen. Wat een ellende.
Gunnen
Het is de kunst om in elk gesprek te erkennen dat de ander ook een punt heeft. Je ziet zo vaak discussies waarbij de kattenliefhebber alleen maar positieve kanten aan een kat ziet, en de hondenliefhebber andersom. Dan wordt elke gedachte die voor de hond pleit direct afgeschoten door de kattenliefhebber, en erkent de hondenvriend geen enkel nadeel aan het bezit van een hond. Elk weldenkend mens begrijpt dat er zowel katten als honden hun voors- en tegens hebben. In een normaal gesprek zegt de kattenliefhebber: “Je hebt gelijk, honden zijn gehoorzamer en trouwer, maar ik hecht meer aan de knuffelbaarheid van een kat!”. Maar dat lukt ons niet meer, we moeten dan koste wat het kost beweren dat katten helemaal niet knuffelbaar zijn, of dat honden echt niet trouwer zijn dan katten. We gunnen de andere partij geen enkel punt.
Toen Powned dat verschrikkelijke stuk publiceerde over die verdronken asielzoeker was de kritiek daarop terecht. Toen Powned-baas Dominique Weesie het boetekleed aantrok, het stuk liet wissen, en zijn excuses aanbood gebeurde er iets interessants. Op de een of andere manier gunde tegenstanders van Powned hem deze oprechte excuses niet. Omdat hij schreef: “oprechte excuses zijn op z’n plaats” vonden sommigen dat die excuses dus nog steeds niet gemaakt waren, Weesie zou enkel hebben gemeld dat het op zijn plaats zou zijn. Een beetje zoals ik vroeger op mijn zussen reageerde als ze vroegen: “Wil je de pindakaas aangeven?”. Dan zei ik met mijn recalcitrante puberhoofd ook “Jahoor, dat wil ik best” en deed vervolgens niks. Het is de ultieme kinderachtigheid die zich van een mens meester maakt waardoor wij vooral onze opponenten elk voordeel van de twijfel misgunnen.
Van der Laan
Eberhard van der Laan steeg bij Zomergasten boven de partijen uit. Hij was kritisch op dit gedrag bij alle partijen, ook zijn eigen PvdA. Bij het fragment waarbij Samsom weer eens Wilders flink van repliek diende zei Van der Laan: “Zeg dan: ‘Ik snap zo goed dat je bang bent, en dat jij hier de hand van de islam in ziet (..), maar laten we dat proberen te nuanceren, je legt bij wijze van spreken eerder een arm om zijn schouder in plaats van dat je hem weer ritueel pakt'”
Kunnen we dat nog? Verder kijken dan de woorden en de intonatie van de bange blanke burger? Kunnen we de angst zien, de pijn, de vervreemding? Kunnen we zien dat de vertolking daarvan door Wilders cs. terecht is, ondanks de woordkeuze, de intonatie en de formulering?
En kan men op rechts zien dat vluchtelingen echt in een hopeloze situatie zitten? Dat oorlog en ongastvrijheid hun levens sloopt? Dat links daar een punt heeft, ondanks dat dit met zoveel beschuldigingen en moraliserende vingertjes moet worden gebracht? Kijk eens verder dan die hoopjes gesproken lucht. Kijk elkaar eens in het hart. Want er is toch niemand die echt hoopt dat er kinderen verdrinken op zee? Ook die grote waffel in de reaguurderspanelen niet? En er is toch niemand die hoopt dat blanke mannen van 50 ongelukkig in hun huisjes zitten weg te kwijnen van angst en onbegrepenheid? We willen toch allemaal een betere wereld, alleen zien we andere leeuwen en beren op de weg daar naartoe.
Naastenliefde
Dat is naastenliefde. Die heb je niet voor de groep waar je toch al van houdt. Je gelijkgestemden, de mensen voor wie je toch al opkwam, de mensen uit je eigen cirkel. Naastenliefde wordt pas echt mooi als je het op kunt brengen voor die ene met wie je het zo oneens bent. Dat je je hart voor hem wilt openen om hem werkelijk te begrijpen. Dat je de wil hebt om echte oplossingen te vinden die voor alle partijen een verbetering betekenen, binnen de grenzen van wat mogelijk is.
Dan verschuil je je niet achter smoesjes als: “Hij zegt het altijd zo irritant” of “Als ze het nou wat vriendelijker had gezegd”. Communiceren is moeilijk, en de een kan het beter dan de ander. Het is zeker knap als iemand die kunst verstaat. Nog knapper is het als je mensen kunt begrijpen die hun gedachten niet zo goed kunnen verwoorden. Dat je voorbij hun gestamel en gestuntel, hun gevloek en getier, hun vingertjes en moraliserende toontje kunt kijken, en echt kunt ontdekken wat er in hun hart leeft.
Woorden zijn een gebrekkige vertolking van wat leeft in onze gedachten. Vraag daarom eens door. Niet fel en in de hoop dat je de ander in de hoek drijft, maar om te zien of je de ander kunt begrijpen. Want van al die rituele verbale oorlogen wordt de maatschappij niet beter.
Woorden
‘Woorden zijn wind’ schrijft George R.R. Martin. Soms zijn ze venijnig bedoeld, maar meestal (bijna altijd?) komt de pijn die je ervaart voort uit onhandigheid. Wordt sterker door je niet zo snel omver te laten blazen. Jezus zegt het heel treffend: “Wat de mond ingaat, verontreinigt de mens niet; maar wat de mond uitkomt, dat verontreinigt de mens.” (Mat 15:11). Het is een beetje net als met die eieren. Dat hele kleine beetje gif, daar gaan we niet dood van, dus laten we niet zo hysterisch doen. Maar de eierproducenten moeten wel zorgen dat het gif verdwijnt! Zo hebben wij ook de verantwoordelijkheid om onze eigen woorden met zorg te kiezen. Maar laat je niet zo op de kast jagen door de woorden van anderen. Het zijn maar abstracte combinaties van keelklanken. De zoetgevooisde net zo goed als de grove. Dat is een boodschap voor iedereen (m/v/i/t/r).